Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Instantie:

Inhoudsindicatie:

Opheffing vereffening nalatenschap. Publicatie in Staatscourant en twee nieuwsbladen in verband met de hoge kosten niet voorgeschreven. Bekendmaking op internet geeft even goede, misschien zelfs betere, mogelijkheid iedere belanghebbende te informeren omtrent nalatenschap.

Uitspraak



RECHTBANK BREDA

Sector kanton

Locatie Bergen op Zoom

zaak/rolnr.: 584163 OV VERZ 10-209

beschikking d.d. 1 februari 2010 op een verzoek tot opheffing ex artikel 4:209 van het Burgerlijk Wetboek (BW)

ingediend door:

mr. Cornelia Anna Maria de Witte-Willemse, kandidaat-notaris werkzaam ten kantore van E&L notarissen te 4872 LA Etten-Leur, Bredaseweg 159,

afwikkelingsbewindvoerder in de nalatenschap van:

[Erflater]

laatstelijk gewoond hebbende te [adres],

overleden te Bergen op Zoom op 15 april 2009,

nader te noemen ´erflater´.

1. Het verloop van het geding

De procesgang blijkt uit de volgende stukken:

a. het op 4 januari 2010 ter griffie ontvangen verzoekschrift, met bijlagen;

b. de brief d.d. 26 januari 2010 houdende de mededeling dat afgezien wordt van het recht om op het verzoek te worden gehoord.

2. Het verzoek

2.1 Verzoekster, in haar hoedanigheid van afwikkelingsbewindvoerder, verzoekt op grond van het bepaalde in artikel 4:209 BW opheffing van de vereffening te bevelen, vanwege de geringe waarde van de baten van de nalatenschap. Voorts verzoekt zij naar analogie van artikel 17 Fw de griffierechten ten laste van de Staat te laten komen, alsmede vrijstelling van de verplichting tot publicatie van de opheffing.

2.2 Ter onderbouwing van het verzoek is een vermogensbeschrijving overgelegd.

2.3 Verzoekster en de overige erfgenamen hebben afgezien van verhoor door de kantonrechter.

3. De beoordeling

3.1 De kantonrechter is van oordeel dat voldoende is komen vast te staan dat de waarde van

de baten van de nalatenschap zodanig gering is, dat er -gelet op de waarde van de schulden-

aanleiding is om de opheffing van de vereffening te bevelen.

3.2 De wet bepaalt dat deze opheffing dient te worden gepubliceerd. Nu er vrijwel geen baten zijn, wordt geoordeeld dat het in niemands belang is om daarvoor nog kosten te maken. Omdat de nalatenschap beneficiair aanvaard is zouden de kosten van publicatie voor rekening van het budget voor de rechtspraak komen, dus voor rekening van de Staat. Nu geen publicatie heeft plaatsgevonden van het vereffenaarschap en er ook verder geen dwingende noodzaak bestaat voor de -kostbare- wettelijk voorgeschreven wijze van bekendmaking (publicatie in de Staatscourant en advertentie in twee nieuwsbladen), zal deze niet worden voorgeschreven. De belanghebbenden kunnen immers ook op een andere wijze, namelijk via internet, worden geïnformeerd, hetgeen iedere belanghebbende een even goede, wellicht betere, mogelijkheid geeft om de financiële situatie van de nalatenschap te kunnen inzien. Dit brengt ook geen nieuwe kosten met zich mee. De bekendmaking van de beschikking zal plaatsvinden op rechtspraak.nl/uitspraken. Deze wijze van bekendmaking komt in de huidige tijd met internet beter tegemoet aan de bedoeling van de wetgever, dan met de publicatiemiddelen uit de tijd waarin het huidige erfrecht werd ontworpen, toen de toegang tot internet nog niet algemeen was. Verzoekster zal daarom worden ontheven van de wettelijke publicatieplicht.

3.3 In het verlengde van hetgeen hiervoor is overwogen zullen geen griffierechten berekend worden.

3.3 De kantonrechter zal de vereffeningkosten, conform de opgave van verzoekster, vaststellen op € 2.500,=.

3.4 De griffier zal zorg dragen voor inschrijving van de opheffing van de vereffening in het boedelregister.

4. De beslissing

De kantonrechter:

- beveelt de opheffing van de vereffening van de nalatenschap van erflater;

- stelt de reeds gemaakte vereffeningkosten vast op € 2.500,= en brengt deze kosten ten laste van de boedel;

- verstaat dat deze beschikking bekend gemaakt zal worden door plaatsing op rechtspraak.nl/uitspraken;

- wijst af hetgeen meer of anders is verzocht.

Deze beschikking is gegeven door mr. J.J. Minnaar, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 1 februari 2010, in tegenwoordigheid van de griffier.

Tegen deze beschikking kan hoger beroep worden ingesteld:

door de verzoeker en degenen aan wie een afschrift van deze beschikking is verstrekt of verzonden: binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;

door andere belanghebbenden: binnen drie maanden na de betekening van de beschikking of nadat deze hun op andere wijze bekend is geworden.

Het beroepschrift moet door tussenkomst van een advocaat worden ingediend bij het gerechtshof te 's Hertogenbosch.


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature