Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Zittingsplaats:

Inhoudsindicatie:

Schadevergoeding wegens onrechtmatige inschrijving als ziekenfondsverzekerde. Enige schade is aannemelijk: verzekeringsrisico, doorbetaalde abonnementshonoraria, en administratieve rompslomp. Voorlopige inschrijving?

Uitspraak



07/5410 ZFW

Centrale Raad van Beroep

Enkelvoudige kamer

U I T S P R A A K

op het hoger beroep van:

[Naam appellante], wonende te [woonplaats] (hierna: appellante)

tegen de uitspraak van de rechtbank Groningen van 3 augustus 2007, 05/1642 (hierna: aangevallen uitspraak)

in het geding tussen

appellante

en

Zilveren Kruis Achmea Zorgverzekeringen N.V., als rechtsopvolgster van OWM Zilveren Kruis Ziekenfonds U.A., gevestigd te Rotterdam (hierna: Zilveren Kruis)

Datum uitspraak: 16 september 2008

I. PROCESVERLOOP

Namens appellante heeft R. van Asperen, advocaat te Groningen, hoger beroep ingesteld.

Zilveren Kruis heeft een verweerschrift ingediend.

De zaak is ter behandeling aan de orde gesteld op 24 juni 2008, waar partijen niet zijn verschenen.

II. OVERWEGINGEN

1. De Raad gaat uit van de volgende feiten en omstandigheden.

1.1. Appellante is met ingang van 7 februari 2005 ontslagen. Vanaf 24 februari 2005 is aan haar een uitkering toegekend ingevolge de Wet werk en bijstand. Bij uitspraak van deze Raad van 5 augustus 2008, 07/5395 WWB, heeft de Raad geoordeeld dat de ingangsdatum van de bijstandsverlening terecht op 24 februari 2005 is gesteld.

1.2. Bij besluit van 12 mei 2005, gehandhaafd bij besluit van 27 oktober 2005, heeft Zilveren Kruis aan appellante een schadebedrag van € 76,43 in rekening gebracht wegens onrechtmatige inschrijving als ziekenfondsverzekerde over de periode van 8 februari 2005 tot 24 februari 2005.

2. Bij de aangevallen uitspraak heeft de rechtbank het beroep tegen het besluit van

27 oktober 2005 ongegrond verklaard.

3. Appellante heeft zich in hoger beroep gemotiveerd tegen deze uitspraak gekeerd.

4. De Raad komt tot de volgende beoordeling.

4.1. Voor een overzicht van de in dit geding toepasselijke regelgeving verwijst de Raad naar de aangevallen uitspraak.

4.2. De Raad stelt voorop dat appellante ingevolge artikel 5, tweede lid, van de Ziekenfondswet (hierna: Zfw), bezien in samenhang met artikel 14, eerste en derde lid, van het op artikel 5, tweede lid, van de Zfw gebaseerde Inschrijvingsbesluit ziekenfondsverzekering (hierna: Inschrijvingsbesluit) gehouden was om zelf aan Zilveren Kruis alle inlichtingen te verstrekken omtrent feiten of omstandigheden die leiden tot het einde van de verzekering. Appellante heeft echter verzuimd om Zilveren Kruis op de hoogte te brengen van de beëindiging van haar dienstverband. Zij heeft dit ook niet gedaan toen zij bij terugkomst van vakantie op 15 februari 2005 op de hoogte kwam van haar ontslag per 7 februari 2005.

4.3. Zilveren Kruis was, gelet op artikel 5, vierde lid, van de Zfw , bezien in samenhang met artikel 22, eerste lid, van het Inschrijvingsbesluit, dan ook bevoegd om een vergoeding te vorderen voor de door dit verzuim geleden schade. Naar het oordeel van de Raad heeft Zilveren Kruis in redelijkheid van deze bevoegdheid gebruik gemaakt door een bedrag van € 76,43 bij appellante in rekening te brengen. Dit bedrag is afgeleid van door het College voor Zorgverzekeringen vastgestelde forfaitaire bedragen die zijn gebaseerd op de landelijk gemiddelde kosten van ziekenfondsverzekerden.

4.4. Dat appellante tijdens de onrechtmatige inschrijving geen beroep heeft gedaan op het ziekenfonds betekent niet dat Zilveren Kruis geen schade heeft geleden, nu het volgens vaste rechtspraak aannemelijk is dat sprake is van enige schade, bestaande uit het verzekeringsrisico, doorbetaalde abonnementshonoraria voor de huisarts en administratieve rompslomp.

4.5. Naar aanleiding van de stelling van appellante dat het Zilveren Kruis een voorlopige inschrijving had moeten gelasten, overweegt de Raad dat het Zilveren Kruis daartoe, gelet op artikel 5, tweede lid, van het Inschrijvingsbesluit, niet bevoegd was, nu immers geen sprake was van een aanmelding bij het ziekenfonds. Overigens ziet de Raad niet in welk belang appellante zou hebben gehad bij voorlopige inschrijving, nu op grond van artikel 4, eerste lid van het Besluit nadere regeling inschrijving ziekenfondsverzekering de in afwachting van het resultaat van de beoordeling van een voorlopige inschrijving verschuldigde premie gelijk is aan het verschuldigde bedrag bij een onrechtmatige inschrijving.

4.6. Ook hetgeen overigens nog namens appellante naar voren is gebracht kan Raad niet tot het oordeel leiden dat de gevorderde schadevergoeding had moeten worden gematigd of achterwege gelaten.

4.7. Uit het onder 4.1 tot en met 4.6 overwogene vloeit voort dat het hoger beroep niet slaagt, zodat de aangevallen uitspraak dient te worden bevestigd.

4.8. De Raad zit ten slotte geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.

III. BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep;

Recht doende:

Bevestigt de aangevallen uitspraak.

Deze uitspraak is gedaan door J.N.A. Bootsma. De beslissing is, in tegenwoordigheid van M.J. Bernhagen als griffier, uitgesproken in het openbaar op 16 september 2008.

(get.) J.N.A. Bootsma.

(get.) M.J. Bernhagen.

IJ


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature