Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Instantie:

Inhoudsindicatie:

Plaatsing schotelantenne; toerekenbare tekortkoming? Werking van Algemene Huurvoorwaarden; recht op vrije nieuwsgaring; belangenafweging

Uitspraak



RECHTBANK UTRECHT

Sector kanton

Locatie Utrecht

zaaknummer: 518132 UC EXPL 07-4672

vonnis d.d. 7 november 2007

inzake

de rechtspersoonlijkheid bezittende stichting Stichting Mitros,

gevestigd te Utrecht,

verder ook te noemen Mitros,

eisende partij,

gemachtigde: mr. M.P.H. van Wezel,

tegen:

[gedaagde],

wonende te Utrecht,

verder ook te noemen [gedaagde],

gedaagde partij,

gemachtigde: mr. M. Marbus-Hulshof.

Verloop van de procedure

Mitros heeft een vordering ingesteld. [gedaagde] heeft geantwoord op de vordering.

Mitros heeft voor repliek en [gedaagde] heeft voor dupliek geconcludeerd.

Partijen hebben vervolgens hun standpunten bepleit. Van die zitting is proces-verbaal opgemaakt.

Hierna is uitspraak bepaald.

De vaststaande feiten

De kantonrechter gaat uit van de volgende tussen partijen vaststaande feiten, zoals die blijken uit de niet of onvoldoende betwiste stellingen van partijen en de overgelegde en niet of onvoldoende[complex]ties.

Mitros is eigenaresse van een aantal woningen in het complex [adres] te Utrecht.

Mitros heeft aan [gedaagde] bij schriftelijke en door beide partijen getekende huurovereenkomst van 11 december 2006 verhuurd de zelfstandige woonruimte aan de [adres] te Utrecht. Deze woning maakt deel uit van [complex]. In deze huurovereenkomst is - ondermeer - opgenomen:

“Op deze overeenkomst zijn van toepassing de bijgevoegde Algemene Huurvoorwaarden voor zelfstandige woonruimte 2002. Huurder verklaart deze voor of bij het sluiten van de overeenkomst te hebben ontvangen.

Van deze huurovereenkomst maakt deel uit bijlage 1, inzake huishoudelijk reglement vereniging van eigenaars, die aan deze overeenkomst is gehecht”.

In de Algemene Huurvoorwaarden voor zelfstandige woonruimte is de volgende bepaling opgenomen:

“Artikel 1 4

Toestemming schriftelijk verzoek

1. voor het aanbrengen van veranderingen aan het gehuurde dient huurder verhuurder schriftelijk om toestemming te verzoeken. Onder het aanbrengen van veranderingen wordt in dit artikel onder meer verstaan:

het plaatsen van schotel- en andere buitenantennes, zendmasten, e.d.

2. Verhuurder zal de in het vorige lid bedoelde toestemming slechts weigeren, indien de voorgenomen verandering:

- de belangen van verhuurder, waaronder begrepen de door verhuurder te behartigen belangen van woningzoekenden, de huidige en toekomstige huurders schaadt;

- in strijd is met enig wettelijk voorschrift waaronder begrepen ieder voorschrift van een ter zake bevoegde instantie of instelling;

- onrechtmatig is jegens derden.

3. Verhuurder zal zijn beslissing en ingeval geen toestemming wordt verleend onder opgaaf van redenen aan huurder meedelen”.

In het artikel is voorts opgenomen dat aan een toestemming voorwaarden kunnen worden verbonden en een ongedaanmakingsverplichting kan worden opgelegd.

In het Huishoudelijk Reglement van de VvE [complex] is onder meer de bepaling opgenomen:

“8 Het is niet toegestaan:

g. aan de buitenzijde (ook aan de binnentuinzijde) van het gebouw naamborden, reclame-uitingen, uithangborden, zonneschermen, vlaggen, spandoeken, bloembakken, schijnwerpers, schotelantennes en in het algemeen uitstekende voorwerpen aan te brengen, alsmede…(etc)”.

Vóór het aangaan van deze huurovereenkomst huurde [gedaagde] ook een woning van Mitros. Ook op die overeenkomst waren Algemene Huurvoorwaarden van toepassing.

Voor de huurders van haar woningen in [complex] heeft Mitros een gebruikershandleiding opgesteld, waarin onder meer is opgenomen:

“2.19 Aanbrengen schotelantenne of zonwering

Het is niet toegestaan aan de buitenzijde (ook aan de binnentuinzijde) van het gebouw …schotelantennes.. aan te brengen.

Het aanbrengen van schotels voor satellietontvangst is nadrukkelijk niet toegestaan. Niet aan de buitenkant, maar ook niet aan de binnentuinzijde van het gebouw. Het aanbrengen van schotels veroorzaakt grote schade aan de gevel en het gebouw. Daarnaast is het een ontsiering van het gebouw.

…”.

[gedaagde] heeft in het bij haar woning behorende tuintje aan de binnentuinzijde van het gebouw een kleine schotelantenne geplaatst. Zij heeft hiervoor geen toestemming gevraagd aan Mitros. De schotel heeft een formaat van 47 x 50 cm, staat op los op de grond en is met een dunne, speciale (ultra flat) coaxkabel met de televisie en de elektriciteitsvoorziening verbonden. Deze kabel loopt onder de openslaande tuindeuren de woning in, waardoor geen boorgaten nodig zijn. Met behulp van deze schotel ontvangt [gedaagde] de zender “Berbère TV” (BRTV). Deze zender verzorgt dagelijks een nieuwsuitzending in het Berbers.

[gedaagde] is in 1952 geboren in het Rifgebergte in Marokko. Haar moedertaal is het Rif (of Izenain), een hoofdstroming in het Berbers. Zij woont sinds 6 juni 1981 in Nederland. Zij is analfabeet en spreekt noch verstaat Arabisch of Nederlands.

Op verzoeken van Mitros tot verwijdering van de schotelantenne heeft [gedaagde] afwijzend gereageerd.

De vordering van Mitros

Mitros heeft gevorderd dat voor recht zal worden verklaard dat het [gedaagde] op grond van de huurovereenkomst, althans op grond van de algemene huurvoorwaarden en het huishoudelijk reglement vereniging van eigenaars, verboden is om schotelantennes te plaatsen in en op het gehuurde.

Voorts heeft Mitros gevorderd dat [gedaagde] zal worden veroordeeld tot verwijdering van de schotelantenne en tot herstel van het gehuurde, onder machtiging van Mitros dit zonodig zelf te doen, subsidiair op verbeurte van een dwangsom.

Ten slotte vordert Mitros dat [gedaagde] in de kosten van de procedure zal worden veroordeeld.

Mitros voert aan dat [gedaagde] in strijd handelt met hetgeen contractueel is overeengekomen en aldus jegens haar toerekenbaar tekort schiet.

In het kader van de belangenafweging stelt Mitros dat haar belang voornamelijk gelegen is in het voorkomen van schade aan het gehuurde, het tegengaan van ontsiering van de woonomgeving, het voorkomen van een precedentwerking voor andere bewoners van het complex en het naleven van de op haar rustende verplichtingen jegens de VvE [complex], waarmee immers ook een verbod tot het aanbrengen van schotelantennes is overeengekomen. Daarnaast gaat het hier om een nieuwbouwcomplex, ten aanzien waarvan strenge(re) eisen gelden.

In het kader van het recht op vrije nieuwsgaring (art. 10 EVRM) voert Mitros aan dat er voldoende alternatieven voorhanden zijn middels digitale kabeltelevisie, internet of Digitenne van KPN . Bovendien is art. 10 EVRM geen absoluut grondrecht en ook het bepaalde in art. 28 en 49 van het EG-verdrag is geclausuleerd.

Het standpunt van [gedaagde]

[gedaagde] heeft op verschillende gronden verweer gevoerd tegen de vordering van Mitros. Zij stelt zich allereerst op het standpunt dat zij niet toerekenbaar tekort is geschoten jegens Mitros, nu zij de Algemene Huurvoorwaarden, het reglement van de VvE en de gebruikershandleiding van de [complex] pas ná het tekenen van de huurovereenkomst heeft ontvangen, zodat zij reeds om die reden niet op de overeenkomst van toepassing zijn. Daarnaast begreep zij niet dat zij met het tekenen van de huurovereenkomst ook tekende voor de toepasselijkheid van de Algemene Huurvoorwaarden. [gedaagde] stelt verder dat Mitros haar zij geen redelijke mogelijkheid heeft geboden om van de inhoud van de Algemene Huurvoorwaarden kennis te nemen.

Voor zover de Algemene Huurvoorwaarden wèl van toepassing zijn, stelt zij dat art. 14 onredelijk bezwarend is en roept zij de vernietiging in van de Algemene Huurvoorwaarden, subsidiair van art. 14 van die Algemene Huurvoorwaarden

[gedaagde] stelt voorts dat zij er geen rekening mee heeft gehouden dat het beleid van Mitros rond schotelantennes is gewijzigd en zij heeft het huurderskrantje waarin dat zou hebben gestaan niet ontvangen, respectievelijk (in verband met haar analfabetisme) ook niet gelezen. Evenmin heeft zij kennis kunnen nemen van de vermeldingen op het internet. Op de informatie-avonden voor de toekomstige bewoners van de [complex] is haar evenmin verteld dat het plaatsen van een schotel niet zou zijn toegestaan.

In art. 14 van de Algemene Huurvoorwaarden is volgens [gedaagde] geen algeheel verbod op het plaatsen van een schotelantenne opgenomen, maar juist een wijze opgenomen waarop plaatsing wel mogelijk zou zijn geweest. Bovendien stelt zij dat het los plaatsen in een tuin, geen “aanbrengen” in de zin van art. 14 is.

In het kader van de belangenafweging beroept [gedaagde] zich op haar recht op vrije nieuwsgaring. Haar beperkte taalkennis maakt het voor haar zeer moeilijk om op de hoogte te blijven van het nieuws en zij is daarvoor aangewezen op BRTV, die – weliswaar beperkt – nieuwsuitzendingen verzorgt die [gedaagde] kan volgen. Het reguliere kabelaanbod voorziet hier niet in en zij is niet in staat een computer te bedienen. Ook de andere door Mitros aangedragen alternatieven helpen haar niet verder. Zij is aangewezen op haar schotel. Daarop heeft zij ook recht op grond van artt. 28 en 49 van het EG-Verdrag.

Bij pleidooi heeft [gedaagde] nog aangevoerd dat zij de woning niet had willen hebben als zij zich had gerealiseerd dat zij geen schotelantenne zou mogen plaatsen.

De beoordeling van de vordering:

Vaststaat dat [gedaagde] in haar tuintje/terras een kleine schotelantenne heeft geplaatst en dat zij daarvoor geen voorafgaande toestemming van Mitros heeft verkregen. Het draait in dit geschil dan ook om de vraag of [gedaagde] verplicht kan worden tot verwijdering van een door haar in de tuin geplaatste schotelantenne.

Bij de beoordeling van die vraag moet als uitgangspunt worden genomen hetgeen partijen met elkaar zijn overeengekomen en moet voorts rekening worden gehouden met de relevante wets- en verdragsbepalingen.

a. toepasselijkheid Algemene Huurvoorwaarden en reglement VvE:

In de tussen partijen gesloten schriftelijke huurovereenkomst is opgenomen dat daarop de Algemene Huurvoorwaarden van toepassing zijn en dat het huishoudelijk reglement van de VvE deel uitmaakt van de overeenkomst.

[gedaagde] heeft gesteld dat zij – in weerwil van hetgeen in de overeenkomst is opgenomen en waarvoor zij heeft getekend – de Algemene Huurvoorwaarden en het reglement eerst ná het tekenen van de overeenkomst heeft ontvangen. Daarmee zou de tussen partijen bestaande rechtsverhouding niet mede door deze documenten worden beheerst. De kantonrechter volgt [gedaagde] hierin niet.

Allereerst staat vast dat dit niet de eerste huurovereenkomst is die tussen partijen is gesloten. Op de eerdere overeenkomst(en) waren ook Algemene Huurvoorwaarden van toepassing. [gedaagde] had dus kunnen weten dat bij onderhavige huurovereenkomst ook Algemene Huurvoorwaarden zouden behoren. Voorts heeft zij bij het aangaan van de overeenkomst uitdrukkelijk getekend voor ontvangst van die Algemene Huurvoorwaarden en ook ingestemd met de bepaling dat het huishoudelijk reglement van de VvE deel uitmaakt van de overeenkomst. Tegen de achtergrond van deze omstandigheden is het verweer van [gedaagde] dat zij de Algemene Huurvoorwaarden eerst “na” het aangaan van de overeenkomst heeft ontvangen te vaag, nu zij in het midden laat aan te geven wat de precieze gang van zaken rond het sluiten van de overeenkomst is geweest (waarbij het er in beginsel niet toe doet hoe het is gegaan bij andere huurders).

[gedaagde] heeft nog aangevoerd dat zij de Nederlandse taal niet machtig is en dus niet wist waarvoor zij tekende. Dit argument gaat niet op, nu niet valt in te zien dat [gedaagde] zich bij het sluiten van de overeenkomst niet had kunnen doen begeleiden door iemand die de Nederlandse taal machtig is. Laat zij dit na, dan is dit een omstandigheid die in haar risicosfeer ligt.

[gedaagde] heeft vervolgens betoogd dat de Algemene Huurvoorwaarden of anders art. 14 daarvan onredelijk bezwarend is; zij roept de vernietigbaarheid daarvan in. Ook dit beroep faalt.

Ten aanzien de Algemene Huurvoorwaarden als zodanig zou er sprake moeten zijn van een gebrekkige wijze van bekendmaking wat, zoals al is overwogen, niet het geval is geweest nu er van moet worden uitgegaan dat deze aan [gedaagde] bij het sluiten van de overeenkomst ter hand zijn gesteld.

Voor wat betreft art. 14 van de Algemene Huurvoorwaarden overweegt de kantonrechter dat deze bepaling moet worden gezien in de context van de overige voorwaarden en dat in die bepaling ook een afweging van de belangen van de huurder is opgenomen. Daarnaast is art. 14 als een uitwerking te zien van het bepaalde in art. 7:215 lid 6 BW. Nu er geen sprake is van een algeheel verbod, maar van een toestemmingsvereiste met belangenafweging, kan niet worden gezegd dat de bepaling op zich onredelijk bezwarend is.

b. de onderlinge relatie tussen de bepalingen:

Blijkens de overgelegde stukken zijn er drie bepalingen geformuleerd die betrekking hebben op de aanwezigheid van schotelantennes. Deze bepalingen zijn - voor zover relevant - onder de feiten opgenomen.

In het huishoudelijk reglement van de VvE en in de gebruikershandleiding voor de bewoners van de [complex] is een totaalverbod tot het “aanbrengen” van schotelantennes opgenomen. In art. 14 van de Algemene Huurvoorwaarden is sprake van een afweging na gedaan schriftelijk verzoek. Dit artikel biedt aanmerkelijk m éér ruimte dan de andere twee bepalingen. Indien [gedaagde] zich zou moeten houden aan de strengere bepalingen (nl het algehele verbod) dan zou art. 14 van de Algemene Huurvoorwaarden een loze bepaling zijn, aangezien dan van een afweging geen sprake meer zou zijn.

In een situatie waarin de verhuurder meerdere algemene bepalingen op de huurovereenkomst van toepassing laat zijn en deze wijken onderling van elkaar af, dan dient naar het oordeel van de kantonrechter de voor de huurder minst bezwarende bepaling te prevaleren. Indien de verhuurder de bedoeling zou hebben gehad om ten aanzien van een complex van woningen, waarvan hier sprake is, strengere regels voor de huurder te hanteren dan die welke in de Algemene Huurvoorwaarden zijn opgenomen, dan dient dat voor de huurder volstrekt duidelijk te zijn en dienen de bepalingen op elkaar te zijn afgestemd. Daarvan is hier geen sprake, zodat de kantonrechter zich bij de verdere beoordeling zal baseren op art. 14 van de Algemene Huurvoorwaarden.

Mitros heeft voorts betoogd dat in het kader van de belangenafweging van art. 14 de strengere bepalingen uit het huishoudelijk reglement van de VvE en uit de gebruikershandleiding betekenen dat die maatgevend zijn bij de beantwoording van de vraag of toestemming - indien gevraagd - op de in art. 14 genoemde gronden moet worden geweigerd. Voor zover dat zou betekenen dat in geen enkel geval toestemming kan worden verleend, volgt de kantonrechter Mitros hierin niet, op de hierboven reeds aangegeven gronden. Er dient immers steeds ruimte te zijn voor een belangenafweging, hetgeen Mitros overigens ook zelf lijkt te beseffen, nu zij tijdens het pleidooi heeft verklaart dat, indien een huurder kan aantonen dat zij pertinent is aangewezen op een schotel er “enige discussieruimte” zou kunnen bestaan.

Los daarvan kan niet uit het oog worden verloren dat [gedaagde] een uitdrukkelijk beroep heeft gedaan op haar recht op vrije nieuwsgaring, zoals bedoeld in art. 10 EVRM. Ook heeft zij nog gewezen op de artt. 28 en 49 van het EG-verdrag. Dit betekent dat, zelfs al zou Mitros aan [gedaagde] een totaalverbod tot het plaatsen van een schotelantenne hebben opgelegd, aan een belangenafweging toch niet kan worden ontkomen.

c. belangenafweging

Uitgangspunt in art. 14 van de Algemene Huurvoorwaarden is dat toestemming tot plaatsing van een schotelantenne in beginsel wordt verleend, tenzij dit op één van de drie in het artikel genoemde gronden moet worden geweigerd. [gedaagde] heeft geen toestemming gevraagd, maar als zij dit wel zou hebben gedaan, dan was het de vraag geweest of Mitros haar die toestemming wel kan kunnen onthouden.

Aan Mitros kan worden toegegeven dat zij verplichtingen heeft jegens de VvE en dat in beginsel de plaatsing van een schotelantenne onrechtmatig kan zijn jegens de VvE, nu die dit uitdrukkelijk wil tegengaan. Dit betekent echter niet dat vervolgens geen verdere afweging van belangen meer hoeft plaats te vinden.

Immers, tegenover het belang van Mitros staat het belang van [gedaagde] op vrije nieuwsgaring. Vastgesteld moet worden dat [gedaagde] zich bevindt in een specifieke situatie (analfabetisme gekoppeld aan een gevorderde leeftijd, het niet beheersen van een andere taal dan het Berbers en het feit dat zij in de vorige woning van Mitros ook een schotelantenne mocht hebben). Weigering van de toestemming tot plaatsing van een schotelantenne zou betekenen dat [gedaagde] verstoken is van de door haar bekeken nieuwszender in haar moedertaal.

Het argument van Mitros dat die zender ook via het internet is te bekijken en de plaatsing van een schotelantenne om die reden niet nodig is, gaat er aan voorbij dat [gedaagde] een computer (die zij niet heeft) niet of slechts met grote moeite zal kunnen bedienen en dat zij bij de geringste storing volledig onthand zal zijn, nu zij immers niet in staat is eventuele aanwijzingen op het scherm op te volgen. Het recht van [gedaagde] op vrije nieuwsgaring dient niet zo moeilijk te worden gemaakt dat [gedaagde] voor haar lastige handelingen moet verrichten om toegang tot het nieuws te verkrijgen. Hieruit volgt dat [gedaagde] naar het oordeel van de kantonrechter een zwaarwegend belang heeft bij de plaatsing van een (kleine) schotelantenne.

Dit neemt niet weg dat begrip kan bestaan voor de wens van Mitros om in haar (nieuwbouw)woningen een strakker regime met betrekking tot de plaatsing van schotelantennes te hanteren, maar zij zal toch in ieder individueel geval tot een belangenafweging moeten komen.

Het bovenstaande betekent dat [gedaagde] jegens Mitros niet toerekenbaar is tekortgeschoten en dat de vorderingen van Mitros zullen worden afgewezen. Gezien de relatie die partijen tot elkaar hebben en gezien het kennelijk principiële karakter van onderhavige procedure, zal de kantonrechter de kosten van de procedure compenseren.

Beslissing

De kantonrechter:

wijst de vorderingen van Mitros af;

compenseert de proceskosten in dier voege dat iedere partij de eigen kosten draagt.

Dit vonnis is gewezen door mr. J. Sap, kantonrechter, en is in aanwezigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op 7 november 2007.


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Gerelateerde advocatenkantoren

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature