Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Instantie:
Vindplaats:

Inhoudsindicatie:

De kantonrechter te Roermond heeft een gemeenteraadslid uit Weert veroordeeld tot een geldboete van € 1.000,00 voor het ronselen van stemmen tijdens de gemeenteraadsverkiezingen in 2006.

Het gemeenteraadslid heeft stelselmatig personen aangesproken of anderszins benaderd teneinde hen te bewegen het formulier op hun oproepingskaart, bestemd voor het stemmen bij volmacht, te ondertekenen en deze kaart af te geven.

De officier van justitie vorderde naast de geldboete ook nog een voorwaardelijke gevangenisstraf met een proeftijd van twee jaren. De kantonrechter acht deze voorwaardelijke straf echter zinloos aangezien de eerstvolgende gemeenteraadsverkiezingen pas over ruim drie jaar plaats zullen vinden.

Gepubliceerde uitspraken in deze zaak:

Uitspraak



RECHTBANK ROERMOND

SECTOR KANTON, LOKATIE ROERMOND

Parketnummer : 04/752219-06

uitspraak d.d. : 16 februari 2007

TEGENSPRAAK

VONNIS

van de kantonrechter te Roermond,

in de zaak tegen:

naam : [naam verdachte]

voornamen : [voornamen verdachte]

geboren op : [geboortedatum verdachte]

adres : [adres verdachte]

plaats : [woonplaats verdachte]

1. Het onderzoek van de zaak

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van 17 november 2006 en 2 februari 2007.

2. De tenlastelegging

De verdachte staat terecht ter zake dat:

hij in of omstreeks de periode van 01 februari 2006 tot en met 07 maart 2006 in de gemeente Weert, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, stelselmatig personen (te weten [A] en/of [B] en/of [C] en/of [D] en/of [E] en/of [F] en/of [G] en/of [H] en/of [I] en/of een of meerdere perso(o)n(en)) heeft aangesproken en/of anderszins persoonlijk heeft benaderd teneinde hen te bewegen het formulier op hun oproepingskaart (voor de gemeenteraadsverkiezingen van 07 maart 2006), bestemd voor het stemmen bij volmacht, te ondertekenen en deze kaart aan hem, verdachte, en/of zijn, verdachtes, mededader(s) af te geven;

art. Z8 van de kieswet juncto art. 47 van het Wetboek van Strafrecht;

Voor zover in de tenlastelegging kennelijke schrijffouten voorkomen, zijn die in deze weergave van de tenlastelegging door de kantonrechter verbeterd. De verdachte is door deze verbetering, zoals uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, niet in de verdediging geschaad.

3. De geldigheid van de dagvaarding

Bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de dagvaarding aan alle wettelijke eisen voldoet en dus geldig is.

4. De bevoegdheid van de kantonrechter

Krachtens de wettelijke bepalingen is de kantonrechter bevoegd van het ten laste gelegde kennis te nemen.

5. De ontvankelijkheid van de officier van justitie

Bij het onderzoek ter terechtzitting zijn geen omstandigheden gebleken die aan de ontvankelijkheid van de officier van justitie in de weg staan. De officier van justitie kan dus in de vervolging worden ontvangen.

6. Schorsing der vervolging

Bij het onderzoek ter terechtzitting zijn geen gronden voor schorsing der vervolging gebleken.

7. Bewijsoverwegingen

7.1 Standpunten van het openbaar ministerie en de verdediging

De officier van justitie heeft ter terechtzitting van 2 februari 2007 gevorderd dat het ten laste gelegde zal worden bewezen verklaard.

De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat de verdachte dient te worden vrijgesproken van het ten laste gelegde, aangezien er onvoldoende overtuigend bewijs voorhanden is en voorts, voor zover er wettig bewijs voorhanden is, de afgelegde verklaringen door de betrokken personen bij de rechter-commissaris zijn ingetrokken.

7.2 Bewijsmiddelen

De overtuiging van de kantonrechter dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, is gegrond op de feiten en de omstandigheden die zijn vervat in de volgende bewijsmiddelen.

7.3 Samenvatting van de bewijsmiddelen

Op 11 februari 2006 krijgt Niederer, burgemeester en voorzitter van het centraal stembureau van de gemeente Weert, informatie afkomstig van [X] dat in de gemeente stemmen geronseld werden. Hij verklaart voorts dat hij erop heeft gewezen dat er niet meer dan twee volmachten per persoon mogen worden aangenomen en dat hij op 2 maart 2006 van de heer [Y] 30 getekende stempassen afkomstig van [verdachte] heeft ontvangen.

De heer [X] heeft verklaard dat op 17 februari 2006 door de gemeente de kiespassen van de gemeenteraadsverkiezingen van 7 maart 2006 aan de kiezers zijn verzonden en dat hij op 18 februari 2006 berichten van mensen kreeg dat de verdachte en zijn familie huis aan huis bij met name mensen uit de Turkse en Marokkaanse gemeenschap langs gingen om de kiespassen te vragen. Het gaat dan om de kiespas die door een handtekening kan worden omgezet in een volmachtstem (1).

[G] verklaarde ten overstaan van de politie dat de verdachte bij hem aan de deur is geweest en heeft gevraagd om een volmacht (2).

In het door de politie opgemaakt proces-verbaal van verhoor van [E] blijkt dat de broer van verdachte, [naam], hem om zijn volmacht heeft gevraagd (3).

[D] verklaart op 15 oktober 2006 dat verdachte bij hem aan de deur is geweest en om zijn volmacht heeft gevraagd (4).

[B] heeft verklaard benaderd te zijn om zijn volmachtkaart af te staan. Hij heeft hiertoe geen eigen initiatief genomen (5).

Uit de verklaring van [A] blijkt dat de verdachte naar de volmachtkaart heeft gevraagd en dat [A] hier gehoor aan heeft gegeven (6).

[H] heeft voor de politie verklaard dat de verdachte hem vroeg of hij zijn stemkaart en die van zijn kinderen aan hem wilde geven (7).

[K] ondersteunt de verklaring van [H]. Zij heeft van laatstgenoemde gehoord dat de verdachte aan [H] om zijn stembiljet heeft gevraagd.

[J] verklaart dat verdachte bij hem aan de deur kwam om een volmacht te vragen. Eerder was verdachte dit ook al bij [J] komen vragen, maar toen heeft [J] aangegeven dat hij zelf wel zou gaan stemmen en dan zijn stem op de verdachte zou uitbrengen (8).

7.4 Bewijsmotivering van de kantonrechter

De verdediging heeft aangegeven dat de verdachte weliswaar veel stemkaarten had, maar dat uit de getuigenverklaringen niet blijkt dat hij stelselmatig personen bewogen heeft tot afgifte van de stemkaart.

Voordat de kantonrechter een oordeel geeft omtrent het tenlastegelegde, zal hij vooraleerst een aantal begrippen nader definiëren aan de hand van eerder gedane uitspraken.

Stelselmatig handelen: het gedurende enige tijd of gedurende een bepaalde periode met enige regelmaat dezelfde of nagenoeg dezelfde handelingen verrichten met het oogmerk een bepaald doel te bereiken of een bepaalde situatie te creëren of te laten voortduren.

Aanspreken: mondeling het woord richten tot iemand.

Door de getuigen en de procespartijen worden de benamingen kiespas, volmacht, volmachtkaart en stemkaart gebruikt. De kantonrechter is gebleken dat hiermee telkens de oproepingskaart als omschreven in artikel Z8 van de Kieswet wordt bedoeld.

Ten aanzien van de door de getuigen afgelegde verklaringen overweegt de kantonrechter het navolgende.

Uit het op 6 oktober 2006 door de politie opgemaakt proces-verbaal van verhoor van [E] blijkt dat de broer van verdachte hem om zijn volmacht heeft gevraagd. Het enkele feit dat de getuige genoemd proces-verbaal niet heeft ondertekend, leidt er niet toe dat de kantonrechter dit proces-verbaal buiten beschouwing dient te laten. Immers de reden waarom [E] het proces-verbaal niet heeft ondertekend heeft niets met de inhoud daarvan te maken, maar met het feit dat [E] al eerder met politie in aanraking is gekomen en "(...)weet hoe dat gaat", en doet niet af aan de betrouwbaarheid van het, door de verbalisanten, als tegenover hen afgelegde verklaring van de getuige, gerelateerde.

Tijdens het verhoor bij de rechter-commissaris heeft [D] verklaard dat hij de volmacht op eigen initiatief aan de verdachte heeft gegeven. Bij de politie heeft [D] anders verklaard, omdat daar (naar zijn zeggen) geen tolk bij aanwezig was. Ook [J] stelt in zijn verklaring bij de rechter-commissaris dat hij door de politie zonder tolk is gehoord en dat daarom zijn verklaring afwijkt van die welke hij ten overstaan van de politie heeft afgelegd. Ten aanzien van de heren [D] en [J] overweegt de kantonrechter dat uit de processen-verbaal van de politie niet is gebleken dat genoemde getuigen de vragen van de politie niet goed begrepen zouden hebben. Daarbij komt dat [J] nog heeft verklaard dat hij in eerste instantie aan de verdachte heeft medegedeeld dat hij wel zelf zou gaan stemmen. Hieruit leidt de kantonrechter af dat [J] wel degelijk begreep wat een volmacht inhoudt.

[B] heeft bij de rechter-commissaris verklaard dat zijn neefje hem heeft gevraagd zijn volmacht aan [broer verdachte] af te geven. De kantonrechter merkt hierover op dat uit de verklaring van [B] blijkt dat hij niet op eigen initiatief zijn volmacht heeft afgestaan aan de broer van verdachte. [De broer van verdachte] heeft het neefje van [B] kennelijk benaderd met de vraag om een kiespas. Het enkele feit dat [B] en zijn neefje geen kwade bedoelingen hadden en [B] een nieuwe kiespas heeft gekregen, doet hieraan niet af.

[H] heeft voor de rechter-commissaris zijn eerder gedane verklaring herroepen. Hij stelt dat hij uit zichzelf zijn stemkaart en die van zijn vrouw aan de verdachte heeft gegeven. Mede gezien de ondersteunende verklaring van [K] heeft de kantonrechter geen reden de eerste verklaring van [H] in twijfel te trekken.

Uit de verklaring van [G] blijkt weliswaar dat het initiatief tot het afgeven van de volmacht bij hemzelf lag, echter de verdachte is naar [G] gekomen met het doel om daar de volmacht op te halen. Verdachte heeft daarmee een handeling verricht die op de afgifte van de volmacht was gericht, immers wanneer verdachte niet bij [G] aan de deur zou zijn gekomen, had hij geen volmacht gekregen, zo blijkt uit de verklaring van de getuige.

Hoewel een aantal getuigen hun bij de politie afgelegde verklaring bij het verhoor door de rechter-commissaris hebben herroepen, is de kantonrechter van oordeel dat aan de verklaringen die als eerste zijn afgelegd meer waarde kan worden gehecht dan aan de verklaringen die de getuigen ten overstaan van de rechter-commissaris hebben afgelegd. Immers toen de getuigen in oktober 2006 door de politie werden ondervraagd, waren zij zich nog niet bewust van de belangstelling vanuit de media en de impact die hun verklaringen zou hebben.

Bovendien zijn de verklaringen die bij de politie zijn afgelegd duidelijk en doeltreffend, zodat de kantonrechter geen reden heeft om de inhoud van de betreffende verklaringen in twijfel te trekken.

Daarbij komt dat het de kantonrechter enigszins bevreemdt dat nagenoeg alle getuigen bij de rechter-commissaris terug komen op de eerder gedane belastende verklaringen bij de politie. Het heeft er dan ook alle schijn van dat de getuigen in de periode gelegen tussen het politieverhoor en het verhoor door de rechter-commissaris ervaringen hebben ondervonden die ertoe hebben geleid dat zij hun eerder afgelegde belastende verklaringen hebben herroepen.

Uit de verklaringen van de volmachtgevers die hiervoor zijn aangehaald kan worden afgeleid dat verdachte hen heeft gevraagd om hun oproepingskaart ondertekend aan hem mee te geven.

Daarmee is bewezen, dat verdachte stelselmatig personen heeft aangesproken om hen te bewegen het formulier op hun oproepingskaart, bestemd voor het stemmen bij volmacht, te ondertekenen en deze kaart af te geven.

Daaraan doet niet af, dat het volgens verdachte de bedoeling was de volmachten onder de familieleden en kennissenkring te verdelen, zodat niemand meer dan de toegestane twee volmachten zou uitbrengen.

7.5 Bewezenverklaring

Op grond van voormelde bewijsmiddelen en overwegingen acht de kantonrechter wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:

hij in de periode van 01 februari 2006 tot en met 07 maart 2006 in de gemeente Weert, tezamen en in vereniging met een ander, stelselmatig personen (te weten [A] en [B] en [D] en [E] en [G] en [H] en een andere persoon) heeft aangesproken en/of anderszins persoonlijk heeft benaderd teneinde hen te bewegen het formulier op hun oproepingskaart (voor de gemeenteraadsverkiezingen van 07 maart 2006), bestemd voor het stemmen bij volmacht, te ondertekenen en deze kaart aan hem, verdachte, en/of zijn, verdachtes, mededader af te geven.

Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen verklaard, is naar het oordeel van de kantonrechter niet bewezen.

Verdachte zal hiervan worden vrijgesproken.

8.1. Kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het ten laste van verdachte bewezenverklaarde levert op de navolgende overtreding:

Medeplegen van stelselmatig personen aanspreken of anderszins persoonlijk benaderen ten einde hen te bewegen het formulier op hun oproepingskaart, bestemd voor het stemmen bij volmacht, te ondertekenen en deze kaart af te geven.

De overtreding is strafbaar gesteld bij artikel Z8 van de Kieswet .

9. De strafbaarheid van verdachte

De verdachte is strafbaar voor het bewezenverklaarde nu niet is gebleken van enige omstandigheid die verdachtes strafbaarheid opheft.

10. De straffen en/of maatregelen

10.1 De eis van de officier van justitie

De officier van justitie heeft bij gelegenheid van de terechtzitting op 2 februari 2007 met betrekking tot de op te leggen straf gevorderd dat verdachte ter zake van het ten laste gelegde zal worden veroordeeld tot een geldboete van EUR 1.000,--, subsidiair 20 dagen hechtenis en een voorwaardelijke hechtenis voor de tijd van 2 weken, met een proeftijd van 2 jaren.

10.2 Het standpunt van de verdediging

De raadsman heeft ten aanzien van de gevorderde straf aangevoerd een voorwaardelijke hechtenis met een maximale proeftijd van 2 jaren overbodig te achten, omdat de eerstvolgende gemeenteraadsverkiezingen eerst over drie jaren plaatsvinden.

10.3 De overwegingen van de kantonrechter

Ten laste van de verdachte is bewezen verklaard dat hij op aanzienlijke schaal, samen met zijn broer, blanco volmachten geronseld heeft met de bedoeling deze tijdens de gemeenteraadsverkiezingen in zijn voordeel te gebruiken.

De kantonrechter is gebleken dat de verdachte actief campagne heeft gevoerd om verkozen te worden in de gemeenteraad van Weert. Uiteraard is het gedaagde geoorloofd tezamen met familie en kennissen te flyeren dan wel, op een andere manier campagne te voeren, zulks is bovendien inherent aan de 'verkiezingsstrijd'. Echter door mensen stelselmatig te bewegen hun oproepingskaart af te staan, heeft de verdachte de grens van campagne voeren overschreden en is er sprake van het ronselen van stemmen. Uit de getuigenverklaringen is gebleken dat verdachte, in ieder geval tezamen met zijn broer [naam broer], langs de deuren is gegaan om blanco volmachtkaarten op te halen. Naar zeggen van verdachte wist hij dat hij maar twee volmachtstemmen uit mocht brengen en had hij derhalve de bedoeling om de

- met dat doel niet verder ingevulde- volmachtkaarten te verdelen onder familie en kennissen. De omvang van het aantal opgehaalde volmachtkaarten die door verdachte zijn verzameld, de idee om deze volmachten niet in te vullen om ze vervolgens te kunnen verdelen, maakt dat verdachte als initiatiefnemer en uitvoerder beschouwd dient te worden.

De democratie is een van de pijlers waarop onze huidige samenleving rust. Binnen dat democratisch stelsel moet een ieder in vrijheid zijn stemrecht uit kunnen oefenen zonder daarin door iemand beïnvloed te worden. Door te handelen zoals verdachte dat in dit geval heeft gedaan, heeft hij gepoogd deze stemvrijheid te beperken. Dat verdachte hierbij geen druk heeft uitgeoefend maakt dit niet anders. Als toekomstig volksvertegenwoordiger had verdachte bovendien moeten weten dat het niet toegestaan is om meer dan twee volmachtstemmen uit te brengen en dat hij zich derhalve op glad ijs bevond. De handelwijze van verdachte en zijn complice heeft het belang van eerlijke verkiezingen in gevaar gebracht.

Blijkens het uittreksel uit het Algemeen Documentatieregister is verdachte niet eerder veroordeeld.

De kantonrechter heeft bij de bepaling van de strafsoort en de hoogte van die straf in het bijzonder rekening gehouden met het feit dat deze zaak binnen de gemeente Weert voor veel commotie heeft gezorgd en landelijk veel belangstelling vanuit de media heeft gekregen. Door de grote publiciteit is het waarschijnlijk dat de verdachte in zijn reputatie als publiek volksvertegenwoordiger is geschaad.

Naar het oordeel van de kantonrechter zal een voorwaardelijke hechtenis zoals door de officier van justitie is gevorderd, zijn doel missen aangezien de eerstvolgende gemeenteraadsverkiezingen pas in 2010, derhalve over ruim drie jaren, plaats zullen vinden en aan een dergelijke straf slechts een proeftijd van maximaal 2 jaren kan worden verbonden.

De kantonrechter zal dan ook volstaan met de oplegging van een geldboete van EUR 1.000,00, bij niet betaling te vervangen door 20 dagen hechtenis.

Bij de vaststelling van de geldboete heeft de kantonrechter rekening gehouden met de draagkracht van verdachte in een mate waarin dat nodig wordt geacht met het oog op een passende bestraffing van verdachte.

Verdachte wordt door die vaststelling in diens inkomen en vermogen niet onevenredig getroffen.

11. Toepasselijke wetsartikelen

Na te melden beslissing is gegrond op de artikelen:

Wetboek van Strafrecht art. 23, 24, 24c, 47, 91;

Kieswet art. Z8.

BESLISSING

De kantonrechter:

verklaart wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het ten laste gelegde zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;

verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;

verstaat dat het aldus bewezenverklaarde het hiervoor vermelde strafbare feit oplevert en verklaart verdachte ter zake strafbaar;

veroordeelt verdachte voor het hiervoor bewezen verklaarde tot een geldboete van EUR 1.000,00, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door hechtenis voor de tijd van 20 dagen.

Vonnis gewezen door de kantonrechter mr. L.J.A. Crompvoets, en uitgesproken in tegenwoordigheid van mr. J.A.J. Aquina als griffier ter openbare terechtzitting op 16 februari 2007.

1 Ambtsedig proces-verbaal d.d. 4 maart 2006, nr. PL2340/06-027190, pagina 121

2 Ambtsedig proces-verbaal d.d. 5 oktober 2006, nr. PL2341/06-027125, pagina 147

Ambtsedig proces-verbaal d.d. 15 oktober 2006, nr. PL2341/06-027125, pagina 171

3 Ambtsedig proces-verbaal d.d. 6 oktober 2006, nr. PL2341/06-027125, pagina 173

4 Ambtsedig proces-verbaal d.d. 15 oktober 2006, nr. PL2341/06-027125, pagina 167

5 Ambtsedig proces-verbaal d.d. 5 oktober 2006, nr. PL2341/06-027125, pagina 125

6 Ambtsedig proces-verbaal d.d. 5 oktober 2006, nr. PL2341/06-027125, pagina 152

Ambtsedig proces-verbaal d.d. 16 oktober 2006, nr. PL2341/06-027125, pagina 175

7 Ambtsedig proces-verbaal d.d. 6 oktober 2006, nr. PL2341/06-027125, pagina 156

8 Ambtsedig proces-verbaal d.d. 18 oktober 2006, nr. PL2341/06-027125, pagina 177


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Gerelateerde wetgeving

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature