Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Zittingsplaats:

Inhoudsindicatie:

Herziening WAO-uitkering. Juistheid schatting. Onvoldoende functies resteren waarop de schatting kon worden gebaseerd.

Gepubliceerde uitspraken in deze zaak:

Uitspraak



04/6451 WAO

Centrale Raad van Beroep

Meervoudige kamer

U I T S P R A A K

op het hoger beroep van:

[appellant] (hierna: appellant),

tegen de uitspraak van de rechtbank Maastricht van 20 oktober 2004, 04/619 (hierna: aangevallen uitspraak),

in het geding tussen:

appellant

en

de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (hierna: Uwv).

Datum uitspraak: 2 januari 2007

I. PROCESVERLOOP

Namens appellant heeft mr. M.J. van Weersch, werkzaam bij de Stichting Rechtsbijstand thans te Tilburg, hoger beroep ingesteld.

Het Uwv heeft een verweerschrift ingediend.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 21 november 2006. Appellant en zijn gemachtigde zijn -met voorafgaand bericht- niet verschenen. Het Uwv heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. M.J.M. van Haaften.

II. OVERWEGINGEN

Bij zijn oordeelsvorming gaat de Raad uit van de volgende feiten en omstandigheden.

Appellant ontving sedert geruime tijd een uitkering ingevolge de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO), laatstelijk berekend naar een mate van arbeidsongeschiktheid van 80 tot 100%.

Bij besluit van 24 juni 2002 heeft het Uwv -in het kader van een vijfdejaarsherbeoordeling- de aan appellant verstrekte WAO-uitkering met ingang van 13 november 2001 voortgezet en met ingang van 30 juli 2002 herzien naar een mate van arbeidsongeschiktheid van 45 tot 55%.

Bij besluit van 19 november 2002 heeft het Uwv het tegen voormeld besluit gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.

De rechtbank heeft het beroep tegen dit besluit op bezwaar bij uitspraak van 16 februari 2004 gegrond verklaard. De rechtbank heeft dit besluit voorts vernietigd en het Uwv opgedragen een nieuw besluit te nemen met inachtneming van hetgeen in de uitspraak is overwogen. Verder heeft de rechtbank beslissingen gegeven over vergoeding van het griffierecht en de proceskosten.

De rechtbank heeft hierbij geoordeeld dat de medische beoordeling van de in geding zijnde schatting op een juiste en zorgvuldige wijze heeft plaatsgevonden en dat appellants belastbaarheid zoals weergegeven in het Functie Informatie Systeem (FIS) VA/AD van 8 mei 2002 opgemaakt door verzekeringsarts H. Dautzenberg, dat nadien uitwerking heeft gevonden in een formulier verwoording belastbaarheid belanghebbende, niet is overschat.

Voorts heeft de rechtbank overwogen dat de schatting evenwel niet in stand kan blijven om arbeidskundige redenen. Ten aanzien van de door de arbeidsdeskundige uit het FIS geselecteerde aan de schatting ten grondslag gelegde fb-codes, te weten 3396 (bankbediende), 9734 (brugwachter), 8364 (metaalpersbediende) en 3804 (telefonist/receptionist), stelde de rechtbank, aan de hand van de arbeidsmogelijkhedenlijst, vast dat de functies behorende tot de fb-codes 8364 (metaalpersbediende) en 3804 (telefonist/receptionist) een actualiseringsdatum kennen die ruim anderhalf jaar is gelegen voor de hier in geding zijnde datum 30 juli 2002. In verband hiermee is niet komen vast te staan dat deze functies, met alle daaraan verbonden specifieke aspecten inzake belasting, beloning, opleidingseisen, arbeidsplaatsen e.d. ten tijde hier van belang op de arbeidsmarkt voorkwamen, op grond waarvan deze functies niet aan de schatting ten grondslag mogen worden gelegd. Voorts wees de rechtbank, onder verwijzing naar artikel 9, onder f en g, van het, ten tijde in geding geldende, Schattingsbesluit arbeidsongeschiktheids-wetten (Stb. 2000, 307), hierna: Sb, ten aanzien van de functie brugwachter op het feit dat deze functie wisselende diensten kent.

De rechtbank oordeelde dat aldus onvoldoende functies resteerden waarop de schatting gebaseerd kon worden.

Partijen hebben berust in deze uitspraak.

Naar aanleiding van de hiervoor genoemde uitspraak van de rechtbank heeft het Uwv bij besluit van 31 maart 2004, hierna: het bestreden besluit, opnieuw beslist en het bezwaar gericht tegen het besluit van 24 juni 2002 wederom ongegrond verklaard.

Het Uwv heeft de heroverweging, gelet op hetgeen de rechtbank in haar uitspraak heeft overwogen ten aanzien van de medische beoordeling, beperkt tot de arbeidskundige kant van de schatting. Bezwaararbeidsdeskundige J.J. van der Naald heeft onderzocht of de eerder met behulp van het FIS geselecteerde en aan de schatting ten grondslag gelegde functies voorkomen in het thans in gebruik zijnde Claim Beoordelings- en Borgings-systeem (CBBS) en in hoeverre deze functies -alsnog- aan de schatting ten grondslag gelegd kunnen worden. Uit de rapportage van 18 maart 2004 van Van der Naald blijkt dat met behulp van het CBBS functies geselecteerd kunnen worden die -nauw- overeenkomen met de eerder, met behulp van het FIS geselecteerde, geduide functies. Het betreffen functies behorende tot de sbc-codes 315040 (boekhouder/ loonadmini-stratie), 282170 (brugwachter/sluiswachter), 264120 (assemblage medewerker) en 315120 (telefoniste/receptioniste/typist). Ten aanzien van de laatstgenoemde sbc-code constateert Van der Naald dat deze functie slechts één arbeidsplaats vertegenwoordigt, zodat deze sbc-code, gelet op het bepaalde in artikel 9, aanhef en onder a, van het Sb , niet aan de schatting ten grondslag gelegd kan worden. Ten aanzien van de functies behorende bij de drie overige sbc-codes is Van der Naald van mening dat deze functies, gelet op alle van belang zijnde aspecten, aan de schatting ten grondslag gelegd kunnen worden. Vergelijking van de loonwaarde van de middelste van deze drie sbc-codes met het voor appellant geldende maatmaninkomen resulteert in een verlies aan verdiencapaciteit van ongeveer 51%, zodat indeling in de arbeidsongeschiktheidsklasse 45 tot 55% terecht plaatsvindt.

De rechtbank heeft het beroep tegen het bestreden besluit bij de in rubriek I vermelde aangevallen uitspraak ongegrond verklaard. Aan de orde is de vraag of de Raad de rechtbank kan volgen in haar oordeel dat het bestreden besluit in rechte stand kan houden.

De Raad overweegt als volgt.

Zoals de Raad al eerder heeft overwogen in zijn uitspraak van 11 oktober 2005, LJN: AU5061, is er geen aanleiding om te oordelen dat het gebruik van het CBBS als ondersteunend systeem bij schattingen tot relevante verschillen in uitkomst leidt in vergelijking met schattingen waarbij (nog) gebruik is gemaakt van het FIS. In de door appellant aangevoerde omstandigheden zijn geen gronden gelegen om van deze jurisprudentie af te wijken. De Raad is dan ook van oordeel dat het feit dat de schatting gedeeltelijk tot stand is gekomen met behulp van het FIS en gedeeltelijk met het CBBS niet betekent dat het bestreden besluit in strijd met de wet is genomen of dat daardoor enig algemeen beginsel van behoorlijk bestuur is geschonden.

De Raad voegt hier aan toe dat, mede gelet op het rapport van de bezwaararbeidsdes-kundige Van der Naald van 18 maart 2004, in het onderhavige geval sprake is van een schatting die voldoende inzichtelijk en controleerbaar is. De Raad merkt hierbij op dat de met behulp van het CBBS geselecteerde functies overeenkomen met de destijds met behulp van het FIS geselecteerde functies.

Ten aanzien van de aan de schatting ten grondslag gelegde functies overweegt de Raad het volgende.

De drie functies behorende tot de sbc-code 315040 (boekhouder/loonadministratie) hebben als opleidingseis MAVO-D of VMBO-D, administratieve richting. De Raad is van oordeel dat appellants diploma's LTS-metaal en LTS-autotechniek niet op één lijn gesteld kunnen worden met de in voornoemde functies gevraagde opleidingseis. Het gegeven dat uit de functieomschrijving blijkt dat sprake zou zijn van een eenvoudige functie van administratieve aard en dat appellant beschikt over een basiscursus computergebruik, zoals ter zitting door de gemachtigde van het Uwv naar voren is gebracht, kan hieraan, mede gelet op 's Raads vaste jurisprudentie inzake de diploma-eis, niet afdoen. Dit heeft tot gevolg dat de functies behorende tot deze sbc-code niet aan de schatting ten grondslag gelegd kunnen worden.

Uit de arbeidsmogelijkhedenlijst blijkt dat de functie behorende tot de sbc-code 282170 (brugwachter/sluiswachter) wisselende diensten kent en dat in deze functie sprake is van een onregelmatigheidstoeslag. Uit artikel 9, onder f, van het Sb vloeit voort dat functies met toeslagen voor afwijkende arbeidstijden buiten beschouwing blijven, tenzij deze toeslagen wel zijn meegenomen bij de vaststelling van het maatmaninkomen.

Uit de gedingstukken blijkt dat appellant een vergoeding voor gemaakte overuren ontving. Anders dan de vertegenwoordiger van het Uwv ter zitting heeft betoogd, kan een toeslag voor overuren niet zonder meer op één lijn worden gesteld met een toeslag voor afwijkende arbeidstijden. De Raad heeft dit eerder overwogen in zijn uitspraak van 9 juli 2001 LJN: AE8725.

Van der Naald heeft in zijn rapportage van 1 mei 2004 aangegeven dat hij bij het raadplegen van het CBBS geen volledige functieselectie heeft uitgevoerd, maar -slechts- heeft onderzocht of de eerder vanuit het FIS geselecteerde fb-codes in het CBBS voorkomen. Reeds op grond hiervan moet worden geconcludeerd dat geenszins vaststaat dat sprake is van een situatie als bedoeld in artikel 9, onder g, van het Sb op grond waarvan functies met toeslagen voor afwijkende arbeidstijden aan de schatting ten grondslag mogen worden gelegd in gevallen waarin zo'n toeslag niet in het maatmaninkomen is meegenomen. Dit leidt ertoe dat de functie behorende tot de sbc-code 282170 (brugwachter/sluiswachter) niet zonder nadere motivering aan de schatting ten grondslag gelegd kan worden.

Uit het voorgaande vloeit voort dat er vooralsnog, gelet op artikel 9, aanhef en onder a, van het Sb , onvoldoende functies resteren waarop de schatting kon worden gebaseerd. Dit brengt mee dat het bestreden besluit alsmede de aangevallen uitspraak dienen te worden vernietigd.

Het Uwv dient ter zake van appellants aanspraken een nieuw besluit op bezwaar te nemen met inachtneming van hetgeen in deze uitspraak is overwogen.

Gemachtigde van appellant heeft op grond van artikel 8:73 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) verzocht het Uwv te veroordelen in de schade aan de kant van appellant. Nu het Uwv een nieuw besluit op bezwaar zal moeten nemen, ligt het thans niet op de weg van de Raad om zich over mogelijke schade uit te spreken omdat nog niet vaststaat hoe het nieuwe besluit op bezwaar zal gaan luiden. Het Uwv zal bij het nemen van een nieuw besluit op bezwaar tevens aandacht moeten besteden aan de vraag in hoeverre er termen zijn om schade te vergoeden.

Ten slotte acht de Raad termen aanwezig om op grond van artikel 8:75 van de Awb het Uwv te veroordelen in de proceskosten van appellant in beroep en in hoger beroep. Deze kosten worden begroot op € 322,- voor verleende rechtsbijstand in eerste aanleg en op € 322,- voor verleende rechtsbijstand in hoger beroep, derhalve in totaal € 644,-.

III. BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep,

Recht doende:

Vernietigt de aangevallen uitspraak;

Verklaart het beroep tegen het bestreden besluit gegrond en vernietigt dat besluit;

Bepaalt dat de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen een nieuw besluit op bezwaar neemt met inachtneming van deze uitspraak van de Raad;

Veroordeelt de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen in de proceskosten van appellant in eerste aanleg en in hoger beroep tot een bedrag groot € 644,-, te betalen door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen;

Bepaalt dat het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen aan appellant het betaalde griffierecht van € 139,- vergoedt.

Deze uitspraak is gedaan door C.W.J. Schoor als voorzitter en H.G. Rottier en C.P.M. van de Kerkhof als leden. De beslissing is, in tegenwoordigheid van J.J. Janssen als griffier, uitgesproken in het openbaar op 2 januari 2007.

(get.) C.W.J. Schoor.

(get.) J.J. Janssen.


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature