U dient ingelogd te zijn om favorieten te kunnen toevoegen aan Mijn Jure
U kunt zich hier gratis registreren
Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Zittingsplaats:
Instantie:
Vindplaats:

Inhoudsindicatie:

Bij besluit van 13 februari 2015 heeft de Belastingdienst/Toeslagen de aan [appellant] voor het jaar 2011 toegekende voorschotten zorgtoeslag herzien en definitief op nihil gesteld en daarbij een bedrag van € 836,00 teruggevorderd.

Uitspraak



201607655/1/A2.

Datum uitspraak: 17 mei 2017

AFDELING

BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak op het hoger beroep van:

[appellant], wonend te [woonplaats],

appellant,

tegen de uitspraak van de rechtbank Rotterdam van 2 september 2016 in zaken nrs. 15/6239 en 15/7048 in het geding tussen:

[appellant]

en

de Belastingdienst/Toeslagen.

Procesverloop

Bij besluit van 13 februari 2015 heeft de Belastingdienst/Toeslagen de aan [appellant] voor het jaar 2011 toegekende voorschotten zorgtoeslag herzien en definitief op nihil gesteld en daarbij een bedrag van € 836,00 teruggevorderd.

Bij besluit van 24 februari 2015 heeft de Belastingdienst/Toeslagen de aan [appellant] voor het jaar 2011 toegekende voorschotten huurtoeslag herzien en definitief op nihil gesteld en daarbij een bedrag van € 3.932,00 teruggevorderd.

Bij besluiten van 4 september 2015 heeft de Belastingdienst/Toeslagen het door [appellant] tegen de besluiten van 13 en 24 februari 2015 gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.

Bij uitspraak van 2 september 2016 heeft de rechtbank het door [appellant] daartegen ingestelde beroep ongegrond verklaard. Deze uitspraak is aangehecht.

Tegen deze uitspraak heeft [appellant] hoger beroep ingesteld.

De Belastingdienst/Toeslagen heeft een schriftelijke uiteenzetting ingediend.

De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 3 april 2017, waar [appellant], vertegenwoordigd door mr. J. Nieuwstraten, advocaat te Rotterdam, en de Belastingdienst/Toeslagen, vertegenwoordigd door drs. J.G.M. van de Werken, zijn verschenen.

Overwegingen

Inleiding

1.    Aan [appellant] zijn in 2011 voorschotten zorg- en huurtoeslag toegekend. De Belastingdienst/Toeslagen heeft het standpunt ingenomen dat [appellant] geen recht heeft op zorg- en huurtoeslag over dat jaar omdat hij geen zorgverzekering had en niet ingeschreven stond op het opgegeven adres aan de [locatie] te [plaats], waarvoor de huurtoeslag is aangevraagd. [appellant] stelt dat hij voornoemde toeslagen niet heeft aangevraagd en de voorschotten niet zijn uitbetaald op zijn bankrekening. Volgens [appellant] is misbruik gemaakt van zijn persoonlijke gegevens en worden de uitbetaalde voorschotten ten onrechte bij hem teruggevorderd.

Uitspraak van de rechtbank

2.    De rechtbank heeft geoordeeld dat niet aannemelijk is gemaakt dat de digitale aanvraag voor zorg- en huurtoeslag buiten medeweten van [appellant] is ingediend. Ten tijde van de aanvraag op 13 december 2011 bestond een koppeling tussen de DigiD en het Burger Service Nummer (hierna: BSN), zodat de verwijzing van [appellant] naar de uitspraak van de Afdeling van 24 april 2013 (ECLI:NL:RVS:2013:BZ8406) en de daarbij verschenen noot van prof . mr. Overkleeft-Verburg (JB 2013/125), volgens de rechtbank niet opgaat. Voorts is in de aanvraag het juiste, originele bankrekeningnummer van [appellant] opgegeven. Dat de handtekening op twee daarvoor bestemde formulieren, die zijn gedateerd op 16 januari 2012, en die zijn gesteld op naam van [appellant] op het adres [locatie], waarbij een wijziging van het bankrekeningnummer is doorgegeven, niet van [appellant] is, acht de rechtbank onvoldoende aangetoond. Verder zijn meerdere brieven en beschikkingen verzonden naar het adres [locatie] te Emmen, waar [appellant] op dat moment stond ingeschreven, zodat hij bekend had kunnen zijn met de aanvragen om zorg- en huurtoeslag en deze na het ontvangen van de voorschotbeschikkingen had kunnen stopzetten. De stelling dat zijn post in het asielzoekerscentrum werd onderschept, is niet nader onderbouwd of aannemelijk gemaakt, aldus de rechtbank. De rechtbank heeft het beroep van [appellant] ongegrond verklaard.

Het hoger beroep

3.    [appellant] voert aan dat de rechtbank heeft miskend dat er ook nadat een koppeling is gelegd tussen de DigiD en het BSN problemen zijn geweest met de beveiliging van de DigiD en dat de overheid heeft erkend dat ook nadien misbruik mogelijk was. De rechtbank heeft de bewijslast ten onrechte bij [appellant] neergelegd omdat hij voor het leveren van bewijs afhankelijk is van medewerking van de Belastingdienst/Toeslagen en Logius, de beheerder van de DigiD. Het is in dit verband dat hij heeft gewezen op de noot van prof . mr. Overkleeft-Verburg. Bovendien heeft hij aangifte gedaan bij de politie maar is een onderzoek achterwege gebleven. Volgens [appellant] leidt het vorenstaande tot strijd met artikel 6, eerste lid, van het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (hierna: EVRM). Het was volgens hem aan de Belastingdienst/Toeslagen om nader onderzoek te verrichten.

    Voorts heeft de rechtbank onvoldoende waarde gehecht aan de omstandigheid dat hij ten tijde van de aanvragen woonde in een asielzoekerscentrum en daar niet beschikte over een eigen brievenbus, dat hij heeft betwist dat de handtekening op de formulieren van hem zijn, hij pas in 2013 met hulp van Vluchtelingenwerk een DigiD heeft aangevraagd en de rekeningnummers waarop de voorschotten zijn gestort aan een persoon toebehoren die [appellant] onbekend is. In het licht van zijn bewijspositie is het oordeel van de rechtbank dat hij het vorenstaande onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt, onterecht en eveneens in strijd met artikel 6, eerste lid, van het EVRM .

    [appellant] betoogt tenslotte dat de DigiD niet kan gelden als elektronische handtekening als bedoeld in artikel 2:16 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb), omdat het systeem van de DigiD niet betrouwbaar is. De aanname van de bestuursrechter dat er in beginsel van mag worden uitgegaan dat de DigiD als elektronische handtekening rechtsgeldig is, staat volgens [appellant] op gespannen voet met de Europese bewijsregeling.

4.    Niet in geschil is dat [appellant] geen recht had op voornoemde toeslagen omdat hij niet beschikte over een zorgverzekering en op dat moment woonde in het asielzoekerscentrum aan de [locatie] te Emmen. Het hoger beroep is gericht tegen de terugvordering van een bedrag van € 836,00 en € 3.932,00 aan ten onrechte uitbetaalde voorschotten zorg- en huurtoeslag.

5.    Uit de rechtspraak van de Afdeling vloeit voort dat, indien een aanvraag om toeslag op naam van een belanghebbende digitaal is ingediend en is ondertekend met diens persoonlijke en geheime DigiD, het ervoor moet worden gehouden dat de aanvraag is gedaan door of met toestemming van de belanghebbende dan wel dat deze zijn DigiD aan een ander heeft verstrekt. Zie bijvoorbeeld de uitspraken van de Afdeling van 27 december 2012, ECLI:NL:RVS:2012:BY7306 en van 21 oktober 2015, ECLI:NL:RVS:2015:3227. De met gebruikmaking van diens DigiD ingediende aanvraag is in beginsel dan ook toe te rekenen aan de aanvrager. Dit kan anders liggen indien de aanvrager aannemelijk maakt dat zich fraude met zijn DigiD heeft voorgedaan en deze fraude buiten zijn risicosfeer ligt.

6.    Op 13 december 2011 is op naam van [appellant] een digitale aanvraag ingediend voor het toekennen van zorg- en huurtoeslag voor het jaar 2011.

De aanvraag is gedaan met een DigiD, gekoppeld aan het BSN van [appellant], en ondertekend met een persoonlijk wachtwoord. In de aanvraag is voorts het bankrekeningnummer van [appellant] opgegeven. Gelet op het gebruik van deze unieke combinatie van gegevens van [appellant], is de Belastingdienst/Toeslagen er gelet op de onder rechtsoverweging 5 genoemde rechtspraak terecht vanuit gegaan dat de aanvraag kan worden toegerekend aan [appellant]. Naar het oordeel van de Afdeling heeft de Belastingdienst/Toeslagen zich voorts terecht op het standpunt gesteld dat in dit geval onvoldoende aanknopingspunten bestaan om nader onderzoek te verrichten naar vermeend misbruik van de DigiD van [appellant]. Bij dit oordeel heeft de rechtbank terecht betrokken dat de Belastingdienst/Toeslagen [appellant] bij afzonderlijke brieven, verstuurd naar het asielzoekerscentrum aan de [locatie] te [plaats] waar hij op dat moment verbleef, heeft verzocht door te geven op welk bankrekeningnummer de voorschotten voor zorg- en huurtoeslag kunnen worden uitbetaald en dat de betreffende formulieren op 16 januari 2012 ingevuld en ondertekend retour zijn gezonden aan de Belastingdienst/Toeslagen. [appellant] heeft in de stukken noch ter zitting een aannemelijke verklaring of een aanzet daartoe kunnen geven waarom deze formulieren ingevuld en ondertekend retour zijn gezonden zonder zijn medeweten. Hij heeft enkel ontkend dat hij zijn persoonlijke gegevens aan iemand in het asielzoekerscentrum heeft gegeven. Zijn stelling dat zijn post in het asielzoekerscentrum mogelijk werd onderschept acht de Afdeling onvoldoende. Voorts levert zijn stelling dat de handtekening op de formulieren van 16 januari 2012 niet de zijne is en hij eerst in 2013 met behulp van Vluchtelingenwerk een DigiD heeft aangevraagd, mede bezien in het licht van de bij de aanvraag opgegeven combinatie van persoonlijke gegevens naar het oordeel van de Afdeling evenmin voldoende grond om in dit geval misbruik aannemelijk te achten of om een vermoeden van misbruik aan te nemen. Wat betreft de handtekening van [appellant] blijkt uit de stukken niet dat hij een consistente, gelijkluidende handtekening heeft, terwijl de handtekeningen op de formulieren van 16 januari 2012 overeenkomsten vertonen met door [appellant] gezette handtekeningen op andere stukken.

7.    De verwijzing van [appellant] naar de uitspraak van de Afdeling van 24 april 2013 (ECLI:NL:RVS:2013:BZ8406) en de daarbij verschenen noot van prof . mr. Overkleeft-Verburg (JB 2013/125) kunnen hem gelet op het vorenstaande niet baten. De Afdeling ziet geen aanleiding voor het oordeel dat omdat niet kan worden uitgesloten dat na de koppeling tussen het DigiD en het BSN in 2011 fraude met DigiD niet meer kan voorkomen, in het geval van [appellant] een onderzoeksplicht op de Belastingdienst/Toeslagen rust, zonder dat hiervoor voldoende aanknopingspunten bestaan. Dat, zoals [appellant] betoogt, hij voor het aandragen van feiten en omstandigheden afhankelijk is van gegevens die uitsluitend de Belastingdienst/Toeslagen en Logius kunnen verstrekken, acht de Afdeling niet aannemelijk gemaakt. Omdat [appellant] in beroep de gelegenheid heeft gehad om aanknopingspunten aan te dragen die wijzen op misbruik van zijn DigiD, ziet de Afdeling evenmin grond voor het oordeel dat de rechtbank het beginsel van equality of arms, zoals neergelegd in artikel 6 van het EVRM heeft geschonden.

8.    Over het algemene betoog dat de DigiD niet kan gelden als elektronische handtekening als bedoeld in artikel 2:16 van de Awb, omdat het systeem van de DigiD niet betrouwbaar is, overweegt de Afdeling dat een oordeel hierover de omvang van dit geding te buiten gaat. Zoals hiervoor is overwogen bestaat in dit geval geen aanleiding voor het oordeel dat sprake is van misbruik met de DigiD van [appellant].

Conclusie

9.    Het hoger beroep is ongegrond. De uitspraak van de rechtbank, dient te worden bevestigd.

10.    Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:

bevestigt de aangevallen uitspraak.

Aldus vastgesteld door mr. C.H.M. van Altena, voorzitter, en mr. C.M. Wissels en mr. E.A. Minderhoud, leden, in tegenwoordigheid van mr. C.C.V. Fenwick, griffier.

w.g. Van Altena    w.g. Fenwick

voorzitter    griffier

Uitgesproken in het openbaar op 17 mei 2017

608.


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Gerelateerde advocatenkantoren

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature