Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Zittingsplaats:
Instantie:
Vindplaats:

Inhoudsindicatie:

Bij besluit van 16 februari 2015 heeft de staatssecretaris een aanvraag van Succulenta voor het achteraf verlenen van een invoervergunning voor het invoeren van 2.500 zaden van verschillende cactussoorten vanuit de Verenigde Staten afgewezen.

Gepubliceerde uitspraken in deze zaak:

Uitspraak



201606848/1/A3.

Datum uitspraak: 17 mei 2017

AFDELING

BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak op het hoger beroep van:

Vereniging Succulenta, gevestigd te Wageningen,

appellante,

tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 28 juli 2016 in zaak nr. 15/7744 in het geding tussen:

Succulenta

en

de staatssecretaris van Economische Zaken.

Procesverloop

Bij besluit van 16 februari 2015 heeft de staatssecretaris een aanvraag van Succulenta voor het achteraf verlenen van een invoervergunning voor het invoeren van 2.500 zaden van verschillende cactussoorten vanuit de Verenigde Staten afgewezen.

Bij besluit van 20 maart 2015 heeft de staatssecretaris bestuursdwang zonder voorafgaande last toegepast en de 2.500 zaden van verschillende cactussoorten in bewaring genomen.

Bij besluit van 9 september 2015 heeft de staatssecretaris het door Succulenta tegen de besluiten van 16 februari 2015 en 20 maart 2015  gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.

Bij uitspraak van 28 juli 2016 heeft de rechtbank het door Succulenta daartegen ingestelde beroep ongegrond verklaard. Deze uitspraak is aangehecht.

Tegen deze uitspraak heeft Succulenta hoger beroep ingesteld.

De staatssecretaris heeft een schriftelijke uiteenzetting ingediend.

De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 3 mei 2017, waar Succulenta, vertegenwoordigd door [gemachtigde], en de staatssecretaris, vertegenwoordigd door mr. W.C.M. Niekus, zijn verschenen.

Overwegingen

1.    De relevante bepalingen uit Verordening (EG) nr. 338/97 van de Raad van 9 december 1996 inzake de bescherming van in het wild levende dier- en plantesoorten door controle op het desbetreffende handelsverkeer (PB 1996, L 61; hierna: Basisverordening) en Verordening (EG) nr. 865/2006 van de Commissie van 4 mei 2006 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 338/97 van de Raad inzake de bescherming van in het wild levende dier- en plantensoorten door controle op het desbetreffende handelsverkeer (PB 2006, L 166; hierna: Uitvoeringsverordening) zijn opgenomen in een bijlage bij deze uitspraak.

2.    Vast staat dat 2.500 zaden uit de Verenigde Staten in Nederland zijn ingevoerd zonder invoervergunning afkomstig van de kunstmatig gekweekte cactussoorten, sclerocactus brevihamatus tobuschii, sclerocactus glaucus, sclerocactus pubispinus en sclerocactus wrightiae. Vraag is of hiervoor een invoervergunning is vereist op grond van de Basisverordening.

3.    Succulenta heeft na de invoer van de zaden in Nederland alsnog een verzoek ingediend om verlening van een invoervergunning. De staatssecretaris heeft dit verzoek bij het besluit van 16 februari 2015 afgewezen, reeds omdat Succulenta ten tijde van binnenkomst van de zaden geen melding heeft gedaan. Verder acht de staatssecretaris Succulenta verantwoordelijk voor het ontbreken van de vereiste documenten. Bij het besluit van 20 maart 2015 heeft de staatssecretaris de ingevoerde zaden in bewaring genomen wegens het ontbreken van een invoervergunning. Deze invoervergunning is vereist omdat de zaden afkomstig zijn van cactussoorten die op bijlage A van de Basisverordening zijn vermeld. Voor kunstmatig gekweekte specimens van deze bijlage zijn in beginsel de bepalingen van toepassing, die gelden voor soorten die zijn genoemd in bijlage B. Zowel voor soorten van bijlage A als B is een invoervergunning nodig. De staatssecretaris is Succulenta niet gevolgd in haar standpunt dat op grond van punt 12, #4 van de bijlage bij de Basisverordening geen invoervergunning nodig is. Aanduiding #4 geldt alleen voor soorten die in bijlage B of C zijn opgenomen. In dit geval gaat het om soorten uit bijlage A. Aanduiding #4 geldt steeds voor bepaalde cactaceae spp. Soorten die zijn opgenomen in bijlage A zijn expliciet uitgezonderd. Beide besluiten heeft de staatssecretaris in bezwaar gehandhaafd.

4.    Succulenta betoogt dat de rechtbank heeft miskend dat voor de invoer van de 2.500 zaden geen invoervergunning is vereist. Daartoe voert zij aan dat de ‘wilde’ soort van de ingevoerde cactuszaden weliswaar is opgenomen in bijlage A, maar dat het hier gaat om de gekweekte variant daarvan. Gelet op het bepaalde in artikel 7, eerste lid, van de Basisverordening vallen de ingevoerde cactuszaden daarom volledig onder bijlage B. Uit punt 12, onder #4, van de bijlage bij de Basisverordening volgt dat voor het invoeren van zaden geen invoervergunning nodig is. Dit is de meest redelijke uitleg van de bepaling omdat de Basisverordening beoogt te voorkomen dat in het wild levende, bedreigde soorten worden uitgeroeid. Kunstmatig gekweekte zaden behoeven daarentegen geen bescherming. Verder is de rechtbank er ten onrechte aan voorbijgegaan dat de bevoegde US CITES MA voor de zaden een exportvergunning en verklaring van kunstmatige kweek had afgegeven, aldus Succulenta.

4.1.    Indien achter een soort in de bijlage bij de Basisverordening aanduiding #4 is vermeld, betekent dit dat onder meer zaden van die soort zijn uitgezonderd en derhalve buiten die bijlage worden geplaatst. Dat brengt mee dat voor die zaden geen invoervergunning is vereist.

    In bijlage B is vermeld dat voor cactaceae aanduiding #4 geldt, tenzij het gaat om in bijlage A opgenomen soorten. De cactussoorten waartoe de door Succulenta ingevoerde cactuszaden behoren zijn alle uitdrukkelijk vermeld in bijlage A. Dit betekent dat aanduiding #4 niet voor deze soorten geldt en dat deze niet onder de algemene groep cactaceae vallen die in bijlage B zijn vermeld, waarvan de zaden zijn uitgezonderd. Dat in artikel 7, eerste lid, van de Basisverordening op specimens van de in bijlage A genoemde soorten die kunstmatig zijn gekweekt de bepalingen van toepassing zijn die gelden voor specimens van in bijlage B genoemde soorten, maakt dit niet anders. Uit die bepaling volgt niet dat daarmee aanduiding #4 ook geldt voor de in bijlage A genoemde soorten. De rechtbank heeft daarom terecht geoordeeld dat aanduiding #4 niet van toepassing is op de door Succulenta ingevoerde zaden.

    Nu het om zaden van kunstmatig gekweekte cactussoorten van bijlage A gaat, zijn hierop, gelet op het bepaalde in artikel 7, eerste lid, van de Basisverordening, de bepalingen van toepassing die gelden voor specimens van bijlage B. Uit artikel 4, tweede lid, van de Basisverordening volgt dat voor specimens van bijlage B een invoervergunning is vereist. De rechtbank heeft dan ook met juistheid geoordeeld dat de staatssecretaris zich terecht op het standpunt heeft gesteld, dat voor de invoer van de zaden een invoervergunning is vereist. Dat voor de betrokken zaden door de bevoegde US CITES MA een exportvergunning en verklaring van kunstmatige kweek is afgegeven, doet er niet aan af dat voor de invoer van deze zaden een invoervergunning nodig is. Dat Succulenta achteraf niet in aanmerking komt voor een invoervergunning met terugwerkende kracht omdat zij geen melding heeft gedaan toen de zaden Nederland zijn binnengekomen, heeft zij in hoger beroep niet bestreden. Nu Succulenta niet over een invoervergunning beschikte, was de staatssecretaris bevoegd om handhavend op te treden, zoals de rechtbank terecht heeft geoordeeld.

    Het betoog faalt.

5.    Het hoger beroep is ongegrond. De aangevallen uitspraak dient te worden bevestigd.

6.    Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:

bevestigt de aangevallen uitspraak.

Aldus vastgesteld door mr. A.W.M. Bijloos, voorzitter, en mr. C.M. Wissels en mr. J.Th. Drop, leden, in tegenwoordigheid van mr. S. Niane-van de Put, griffier.

w.g. Bijloos    w.g. Niane-van de Put

voorzitter    griffier

Uitgesproken in het openbaar op 17 mei 2017

805. BIJLAGE

Basisverordening

Artikel 2

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

[…]

t) „specimen": elk dier of elke plant, dood of levend, van de in de bijlagen A tot en met D genoemde soorten, elk deel daarvan en elk daarvan verkregen produkt, al dan niet in andere goederen vervat, alsmede alle goederen waarvan op grond van een bewijsstuk, verpakking, merkteken of etiket of enige andere omstandigheid moet worden aangenomen dat het gaat om delen of produkten van tot deze soorten behorende dieren of planten, tenzij deze delen of produkten door middel van een aanduiding in die zin in de bijlagen waarin de betrokken soorten genoemd worden, expliciet van het toepassingsgebied van deze verordening of van de bepalingen met betrekking tot de betrokken bijlage zijn uitgesloten.

Een specimen wordt beschouwd als een specimen behorend tot één van de in de bijlagen A tot en met D genoemde soorten indien het een dier of een plant is, dan wel een deel of een afgeleid produkt van een dier of een plant, waarvan ten minste één „ouder" tot een dergelijke soort behoort. Wanneer de „ouders" van een dergelijk dier of een dergelijke plant behoren tot soorten die in verschillende bijlagen worden genoemd, of tot soorten waarvan er slechts één in een bijlage wordt genoemd, zijn de bepalingen van de meest restrictieve bijlage van toepassing. Voor specimens van hybride planten waarvan slechts een „ouder" behoort tot een in bijlage A genoemde soort, zijn de bepalingen van de meest restrictieve bijlage evenwel slechts van toepassing indien zulks met betrekking tot deze soort in de bijlage is vermeld;

[…]

Artikel 4

1. Specimens van in bijlage A bij deze verordening genoemde soorten mogen slechts in de Gemeenschap worden binnengebracht, indien de nodige controles zijn verricht en vooraf in het douanekantoor aan de grens waar de specimens worden binnengebracht, een invoervergunning is voorgelegd die werd afgegeven door een administratieve instantie van de Lid-Staat van bestemming. Die invoervergunning mag enkel worden afgegeven met inachtneming van de in lid 6 opgelegde beperkingen en indien is voldaan aan de volgende voorwaarden: […]

2. Specimens van in bijlage B bij deze verordening genoemde soorten mogen slechts in de Gemeenschap worden binnengebracht, indien de nodige controles zijn verricht en vooraf in het douanekantoor aan de grens waar de specimens worden binnengebracht, een invoervergunning is voorgelegd die werd afgegeven door een administratieve instantie van de Lid-Staat van bestemming. De invoervergunning mag enkel worden afgegeven met inachtneming van de in lid 6 opgelegde beperkingen en wanneer: […]

Artikel 7

1. In gevangenschap geboren en gefokte of kunstmatig gekweekte specimens

a) Met uitzondering van de toepassing van artikel 8 zijn op specimens van de in bijlage A genoemde soorten die in gevangenschap zijn geboren en gefokt of kunstmatig zijn gekweekt, de bepalingen van toepassing die gelden voor specimens van in bijlage B genoemde soorten.

[…]

Artikel 1 6

1. De Lid-Staten nemen de nodige maatregelen om er ten minste voor te zorgen dat sancties worden opgelegd indien op de bepalingen van deze verordening de volgende inbreuken worden gemaakt:

a) binnenbrengen in of uitvoeren dan wel wederuitvoeren uit de Gemeenschap van specimens zonder de passende vergunning of het passende certificaat, of met een niet naar waarheid ingevulde, vervalste of ongeldige vergunning of certificaat dan wel een vergunning of certificaat waarin wijzigingen zijn aangebracht zonder toestemming van de autoriteit die deze heeft afgegeven;

[…]

2. De in lid 1 bedoelde maatregelen staan in een passende verhouding tot de aard en de ernst van de inbreuk en bevatten onder meer voorzieningen met betrekking tot de inbeslagname en, in voorkomend geval, verbeurdverklaring van de specimens.

[…]

Bijlage bij de Verordening

12. Wanneer een soort in bijlage A, B of C is opgenomen, zijn ook alle delen en producten van die soort in dezelfde bijlage opgenomen, tenzij voor die soort door middel van een annotatie is aangegeven dat alleen specifieke delen en producten daarin zijn opgenomen. Overeenkomstig artikel 2, onder t ), dient het teken „#", gevolgd door een cijfer, achter de naam van een in bijlage B of C opgenomen soort of hoger taxon om delen of producten te omschrijven die in dit verband ter fine van deze verordening zijn vermeld, als volgt:

[…]

#4 Ter omschrijving van alle delen en producten, met uitzondering van:

a) zaden (met inbegrip van zaadhulsels van Orchidaceae), sporen en pollen (met inbegrip van pollinia). De uitzondering is niet van toepassing op uit Mexico uitgevoerde zaden van Cactaceae spp. en op uit Madagaskar uitgevoerde zaden van Beccariophoenix madagascariensis en Neodypsis decaryi;

[…]

Bijlage A

Sclerocactus brevihamatus ssp. tobuschii (I)

Sclerocactus glaucus (I)

Sclerocactus pubispinus (I)

Sclerocactus wrightiae (I)

Bijlage B

CACTACEAE spp. (II) (Met uitzondering van de in bijlage A opgenomen species en Pereskia spp., Pereskiopsis spp. en Quiabentia spp.) #4

Uitvoeringsverordening

Artikel 1 5

1. In afwijking van artikel 13, lid 1, en artikel 14 van de onderhavige verordening en op voorwaarde dat de invoerder of (weder)uitvoerder de bevoegde administratieve instantie bij de aankomst respectievelijk vóór het vertrek van de betrokken zending in kennis stelt van de redenen waarom de vereiste documenten niet beschikbaar zijn, mogen in uitzonderlijke gevallen de documenten voor specimens van de in de bijlagen B en C bij Verordening (EG) nr. 338/97 opgenomen soorten alsmede voor de in artikel 4, lid 5, van genoemde verordening bedoelde specimens van de in bijlage A bij die verordening opgenomen soorten met terugwerkende kracht worden afgegeven.

2. De afwijking waarin lid 1 voorziet, is van toepassing indien ten genoegen van de bevoegde administratieve instantie van de lidstaat — die daarover zo nodig overleg pleegt met de bevoegde instanties van derde landen — is aangetoond dat de invoerder of (weder)uitvoerder niet verantwoordelijk is voor de onregelmatigheden die zich eventueel hebben voorgedaan, en dat de invoer of (weder)uitvoer van de betrokken specimens voor het overige in overeenstemming is met Verordening (EG) nr. 338/97, de Overeenkomst en de desbetreffende wetgeving van de betrokken derde landen.

[…]


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature