Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Zittingsplaats:
Instantie:

Inhoudsindicatie:

Bij besluit van 25 november 2015 heeft de raad het bestemmingsplan "Bedrijventerrein Karperweg-Zuid" vastgesteld.

Uitspraak



201600333/2/R1.

Datum uitspraak: 8 april 2016

AFDELING

BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak van de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) in het geding tussen:

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid A&E Engineering B.V., gevestigd te Amsterdam,

verzoekster,

en

de raad van de gemeente Amsterdam,

verweerder.

Procesverloop

Bij besluit van 25 november 2015 heeft de raad het bestemmingsplan "Bedrijventerrein Karperweg-Zuid" vastgesteld.

Tegen dit besluit heeft A&E Engineering B.V. beroep ingesteld.

Bij deze brief heeft A&E Engineering B.V. de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek ter zitting behandeld op 1 maart 2016, waar A&E Engineering B.V., vertegenwoordigd door mr. H.A.M. Lamers, werkzaam bij Das rechtsbijstand, en C.J. Witte en de raad, vertegenwoordigd door mr. A.J.A.P. Peters en K.J.A. Dolman, beiden werkzaam bij de gemeente, zijn verschenen.

Overwegingen

1. Het oordeel van de voorzieningenrechter heeft een voorlopig karakter en is niet bindend in de bodemprocedure.

2. Het plan voorziet in een actueel planologisch kader voor het gebied tussen de Karperweg, de Karperstraat en de Stadiongracht. Het plan maakt onder meer een bedrijfsverzamelgebouw mogelijk .

3. A&E Engineering B.V. is eigenaar van een loods ten noorden van het plangebied. Zij kan zich niet verenigen met het plan. A&E Engineering B.V. wijst erop dat zij in de loods 250.000 patronen, twee rollen slagsnoer en 6 kg buskruit mag opslaan. Volgens haar valt de milieucirkel van 400 m die in de milieuvergunning voor haar bedrijf is opgenomen over het plangebied. Zij vreest daarom te worden belemmerd in haar bedrijfsactiviteiten. Daarnaast betoogt A&E Engineering B.V. dat onvoldoende aandacht is besteed aan de omstandigheid dat ter plaatse patronen, slagsnoer en buskruit wordt opgeslagen. Dat aan de normen voor de opslag hiervan afzonderlijk wordt voldaan, betekent volgens haar niet dat de opslag van de patronen, het slagsnoer en het buskruit gezamenlijk aanvaardbaar is. Teneinde onomkeerbare gevolgen te voorkomen, verzoekt A&E Engineering B.V. om schorsing van het plan.

4. De raad stelt zich op het standpunt dat het plan geen belemmering vormt voor de bedrijfsactiviteiten van A&E Engineering B.V. De milieuvergunning is gewijzigd. In de milieuvergunning was een milieucirkel van 400 m opgenomen in verband met de opslag van vuurwerk. Deze milieucirkel geldt evenwel niet langer. Volgens de raad wordt voldaan aan de afstandseisen en andere voorschriften voor de opslag van de patronen, het slagsnoer en het buskruit, zodat ook in zoverre geen sprake is van een belemmering van de bedrijfsactiviteiten.

5. Bij besluit van 22 juni 2010 heeft het college van gedeputeerde staten van Noord-Holland de aan A&E Engineering B.V. verleende milieuvergunning gewijzigd. Omdat ter plaatse van de loods van A&E Engineering B.V. al geruime tijd geen vuurwerk meer werd opgeslagen, zijn de vergunningvoorschriften die betrekking hadden op de vuurwerkopslag ingetrokken. Aangezien de milieucirkel van 400 m uitsluitend betrekking had op de opslag van vuurwerk is dit voorschrift ook uit de milieuvergunning verwijderd. Daarmee is deze milieucirkel komen te vervallen. In zoverre bestaat derhalve geen aanleiding voor schorsing van het plan.

6. De voorzieningenrechter stelt vast dat ter plaatse van de loods van A&E Engineering B.V. maximaal 250.000 patronen worden opgeslagen.

Ingevolge categorie 3.6, onder g, van Bijlage 1 bij het Bor worden als vergunningplichtige inrichtingen als bedoeld in artikel 2.1, tweede lid, van dit besluit, inrichtingen aangewezen voor de opslag van ontplofbare stoffen van de klasse 1 van het ADR, indien sprake is van meer dan 250.000 munitiepatronen of hagelpatronen, dan wel onderdelen daarvan voor vuurwapens. Hieruit volgt derhalve dat de opslag vanaf 250.000 patronen vergunningplichtig is. De opslag ter plaatse van de loods van A&E Engineering B.V. valt dan ook onder het Activiteitenbesluit milieubeheer.

Ingevolge artikel 4.4 van het Activiteitenbesluit milieubeheer is een voorziening voor de opslag van meer dan 10.000 patronen voor vuurwapens, dan wel onderdelen daarvan, gelegen op een afstand van 8 m van kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten.

De afstand van de loods van verzoekster tot aan het plangebied bedraagt ongeveer 20 m. Gelet hierop ziet de voorzieningenrechter in zoverre geen aanleiding tot schorsing van het plan.

7. Voorts stelt de voorzieningenrechter vast dat, zoals A&E Engineering B.V. naar voren heeft gebracht, ingevolge onderdeel C, categorie 3.6, onder d, van Bijlage I bij het Bor voor de opslag van meer dan 1 kg buskruit een vergunning benodigd is. A&E Engineering B.V. beschikt over een milieuvergunning voor de opslag van 6 kg buskruit. Ter zitting heeft de raad toegelicht dat aan de milieuvergunning een advies van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (hierna: RIVM) ten grondslag ligt. Uit dit advies volgt volgens de raad dat vanaf de opslag een afstand van 20 m tot aan woningen dient te worden aangehouden. De raad heeft erop gewezen het RIVM dit bij een actualisatie van het advies heeft bevestigd. De raad heeft er voorts op gewezen dat in de milieuvergunning is bepaald dat het buskruit gecompartimenteerd dient te worden opgeslagen, met maximaal 0,5 kg per compartiment. Nu de afstand van de loods tot aan het plangebied 20 m en de afstand van de loods tot aan het dichtstbijzijnde beperkte kwetsbare object ongeveer 27 m bedraagt, zal A&E Engineering B.V. volgens de raad niet door het plan in haar bedrijfsvoering worden belemmerd. In het aangevoerde ziet de voorzieningenrechter geen grond voor het oordeel dat de raad zich niet in redelijkheid op dit standpunt heeft kunnen stellen. In zoverre bestaat geen aanleiding voor schorsing van het plan.

8. De voorzieningenrechter stelt voorts vast dat een milieuvergunning is verleend voor de opslag van twee rollen slagsnoer. Bij de milieuvergunning zijn voorschriften opgenomen ten aanzien van de wijze van opslag van het slagsnoer. In de vergunning is in zoverre geen afstandseis opgenomen. In het aangevoerde ziet de voorzieningenrechter geen grond voor het oordeel dat het plan een belemmering zal vormen voor deze bedrijfsactiviteiten. Voor zover A&E Engineering B.V. betoogt dat de opslag van de patronen, het slagsnoer en het buskruit gezamenlijk niet aanvaardbaar is, heeft zij deze stelling niet nader onderbouwd. Indien aan de hiervoor genoemde voorschriften uit de milieuvergunning en de vereisten uit het Activiteitenbesluit milieubeheer wordt voldaan, kunnen de bedrijfsactiviteiten worden voortgezet. Ook in zoverre bestaat geen aanleiding voor een schorsing.

9. Het verzoek wordt afgewezen.

10. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:

wijst het verzoek af.

Aldus vastgesteld door mr. Th.C. van Sloten, als voorzieningenrechter, in tegenwoordigheid van mr. L. Brand, griffier.

w.g. Van Sloten w.g. Brand

voorzieningenrechter griffier

Uitgesproken in het openbaar op 8 april 2016

575.


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



∧ naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature