E-mail deze uitspraak

Uitspraak waar naar gelinkt wordt vanuit de e-mail die gestuurd zal worden:

ECLI:NL:RVS:2012:BV6268
LJN BV6268, Raad van State, 201112260/1/V1

Inhoudsindicatie:

Uit deze overwegingen kan worden afgeleid dat het EHRM de algemene veiligheidssituatie in Afghanistan niet heeft aangemerkt als een waarbij er zwaarwegende gronden zijn om aan te nemen dat burgers die naar dit land worden teruggestuurd louter vanwege hun aanwezigheid aldaar een reëel risico lopen op schending van artikel 3 van het EVRM . Uit het algemeen ambtsbericht, het rapport van de International Crisis Group van 27 juni 2011 en het rapport van de UN Assistance Mission in Afghanistan van juli 2011, blijkt niet van dusdanige veiligheidsincidenten dat tot een ander oordeel inzake de intensiteit van het geweld in Afghanistan moet worden gekomen dan het EHRM in voormelde arresten heeft gegeven. Gelet hierop heeft de minister zich terecht op het standpunt gesteld dat de door de vreemdeling overgelegde stukken geen grond bieden voor het oordeel dat de mate van willekeurig geweld ten tijde van belang dermate hoog was dat zwaarwegende gronden bestaan om aan te nemen dat een burger die terugkeert naar de provincie Ghazni, louter door zijn aanwezigheid aldaar, een reëel risico liep op de in artikel 29, eerste lid, aanhef en onder b, sub 3, van de Vw 2000 bedoelde ernstige en individuele bedreiging.

Van


Aan


Opmerkingen (optioneel)


E-mail

Terug

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie