E-mail deze uitspraak

Uitspraak waar naar gelinkt wordt vanuit de e-mail die gestuurd zal worden:

ECLI:NL:RVS:2011:BQ3229
LJN BQ3229, Raad van State, 201009279/1/V3

Inhoudsindicatie:

Het is aan de vreemdeling om aannemelijk te maken dat zij bij terugkeer het risico loopt als bedoeld in artikel 29, eerste lid, aanhef en onder b, van de Vreemdelingenwet 2000 loopt. De omstandigheid dat op ongehuwd geslachtsverkeer in Iran straf is gesteld en de Iraanse autoriteiten op de hoogte zullen geraken van het feit dat zij als ongehuwde kinderen heeft gekregen indien zij samen met haar kinderen naar Iran zou gaan, is daartoe niet voldoende. Hierbij is in aanmerking genomen dat in paragraaf 1.4.3 (Strafen) van het door de vreemdeling overgelegde rapport van de Schweizerische Flüchtlingshilfe van 16 mei 2007 is opgemerkt: "Laut iranischem Aussenministerium werden sexuelle Beziehungen, die im Ausland begangen worden sind, in Iran nicht weiter verfolgt." Ook de uitspraken en het ambtsbericht van juni 2007 waarop de vreemdeling zich heeft beroepen, bieden geen steun voor het oordeel dat ongehuwd geslachtsverkeer dat buiten Iran heeft plaatsgevonden in Iran strafrechtelijk wordt vervolgd. De minister heeft zich op het standpunt mogen stellen dat de vreemdeling niet aannemelijk heeft gemaakt dat zij bij terugkeer een reëel risico loopt op een behandeling in strijd met artikel 3 EVRM .

Van


Aan


Opmerkingen (optioneel)


E-mail

Terug

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie