Een arrestant, verkerend in kennelijke staat van dronkenschap, wordt ingesloten in een politiecel van het politiebureau Kampen. Gelet op de facilitaire omstandigheden aldaar wordt besloten hem z.s.m. naar het politiebureau Zwolle te vervoeren. Vlak voordat zulks zou gaan gebeuren worden de politieambtenaren die de arrestant hadden ingesloten en naar Zwolle zouden overbrengen, weggeroepen voor een spoedgeval. Bij terugkomst bleek de arrestant te zijn overleden.
Na beklag door de nabestaanden bij het Hof is de chef van dienst gedagvaard terzake verlating van een hulpbehoevende.
De rechtbank spreekt hem daarvan vrij.