Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Zittingsplaats:

Inhoudsindicatie:

weigering bijzondere bijstand voor kosten van tweetalig onderwijs terecht; verhoogd kindgebonden budget is voorliggende voorziening; reguliere kosten middelbaar onderwijs behoren tot de incidenteel voorkomende algemeen noodzakelijke bestaanskosten die men ook uit een inkomen op bijstandsniveau zelf moet betalen; tweetalig onderwijs is geen noodzaak maar keuze.

Gepubliceerde uitspraken in deze zaak:

Uitspraak



RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Bestuursrecht

zaaknummer: BRE 16/8510 PW

uitspraak van 12 april 2017 van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[naam eiser 1] en [naam eiser 2] te [woonplaats eisers] , eisers,

gemachtigde: mr. R. Wouters,

en

het dagelijks bestuur van Orionis Walcheren (Orionis), verweerder.

Procesverloop

Eisers hebben beroep ingesteld tegen het besluit van 20 september 2016 (bestreden besluit) van Orionis inzake de afwijzing van hun verzoek om bijzondere bijstand voor de betaling van de extra kosten voor tweetalig onderwijs voor hun dochter.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden in Middelburg op 21 maart 2017.

Eisers zijn verschenen, bijgestaan door mr. B.F. van Es, kantoorgenoot van hun gemachtigde.

Orionis heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. N.M. Feijtel.

Overwegingen

1. Op grond van de stukken en de behandeling ter zitting gaat de rechtbank uit van de volgende feiten en omstandigheden.

Bij aanvraag van 13 april 2016 hebben eisers bijzondere bijstand gevraagd in de schoolkosten voor het tweetalig gymnasiaal onderwijs van de oudste dochter van eisers voor een eenmalig bedrag van € 620,00.

Bij (primair) besluit van 10 mei 2016 heeft Orionis het verzoek om bijzondere bijstand afgewezen.

Het door eisers tegen dit besluit ingediende bezwaarschrift is bij het bestreden besluit, conform het advies van de Bezwaarschriftencommissie Orionis Walcheren, ongegrond verklaard.

2. Eisers hebben in beroep, samengevat, aangevoerd dat het gevraagde in hun individuele geval als noodzakelijk dient te worden bestempeld. Dit omdat het programma van tweetalig onderwijs hun dochter de nodige extra uitdagingen biedt en beter op haar leerniveau aansluit, zoals ook blijkt uit het schooladvies van de basisschool.

Ingevolge artikel 2 van het Eerste Protocol bij het Europees verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM) mag de staat het recht op onderwijs van kinderen op geen enkele manier belemmeren. Bovendien moet de staat ingevolge die bepaling het recht op onderwijs daadwerkelijk borgen. Het weigeren van bijzondere bijstand voor tweetalig onderwijs is volgens eisers dan ook als onaanvaardbare inperking van het recht op onderwijs strijdig met die bepaling.

Nu de kosten niet kunnen worden voldaan uit het inkomen van eisers en de gestelde voorliggende voorziening, de wet tegemoetkoming studiekosten en het kindgebonden budget, is sprake van bijzondere omstandigheden. Daarbij wijzen eisers op de in bezwaar overgelegde draagkrachtberekening. Voorts wijzen zij erop dat het bedrag dat via de minimaregeling is verkregen heeft gediend voor de aanschaf van een koelkast en een televisie en dus hier geen soelaas biedt. Ook de Stichting Leergeld geeft voor het volgen van tweetalig onderwijs geen vergoeding.

Eisers achten het financieel onverantwoord een lening aan te gaan gelet op hun inkomen en de kosten die zij moeten betalen. Financieren van de kosten van tweetalig onderwijs door middel van een lening is volgens eisers strijdig met de Participatiewet. Hiervoor dient in de ogen van eisers nu juist de bijzondere bijstand.

Ook de door de school aangeboden gespreide betaling is geen optie, omdat dan nog op essentiële posten als eten, drinken en persoonlijke verzorging bespaard zou moeten worden. Dat is voor eisers onmogelijk.

Ten slotte hebben eisers gevraagd Orionis te veroordelen hun proceskosten te vergoeden.

3. De eerste twee volzinnen van artikel 15, eerste lid, van de Participatiewet luiden als volgt.

Geen recht op bijstand bestaat voorzover een beroep kan worden gedaan op een voorliggende voorziening die, gezien haar aard en doel, wordt geacht voor de belanghebbende toereikend en passend te zijn. Het recht op bijstand strekt zich evenmin uit tot kosten die in de voorliggende voorziening als niet noodzakelijk worden aangemerkt.

In artikel 35, eerste lid, van de Participatiewet is, voor zover hier van belang, bepaald dat de alleenstaande of het gezin recht heeft op bijzondere bijstand voor zover de alleenstaande of het gezin niet beschikt over de middelen om te voorzien in de uit bijzondere omstandigheden voortvloeiende noodzakelijke kosten van het bestaan en deze kosten naar het oordeel van het college niet kunnen worden voldaan uit de bijstandsnorm, de individuele inkomenstoeslag, het vermogen en het inkomen voorzover dit meer bedraagt dan de bijstandsnorm, waarbij artikel 31, tweede lid, en artikel 34, tweede lid, niet van toepassing zijn.

4. In geschil is of Orionis de aanvraag van eisers voor bijzondere bijstand om de extra kosten van tweetalig onderwijs voor de dochter van eisers terecht heeft afgewezen.

5. Op grond van vaste rechtspraak van de Centrale Raad van Beroep (CRvB) dient bij de toepassing van artikel 35, eerste lid, van de Participatiewet eerst te worden beoordeeld of de kosten waarvoor bijzondere bijstand wordt gevraagd zich voordoen, vervolgens of die kosten in het individuele geval noodzakelijk zijn en daarna of die kosten voortvloeien uit bijzondere omstandigheden. Ten slotte moet de vraag worden beantwoord of de kosten kunnen worden voldaan uit de bijstandsnorm, de langdurigheidstoeslag, het vermogen en het inkomen voor zover dit meer bedraagt dan de bijstandsnorm.

6. Ter zitting heeft Orionis desgevraagd bevestigd dat het verzoek om bijzondere bijstand is afgewezen omdat het kindgebonden budget als voorliggende voorziening heeft te gelden voor het bestrijden van de kosten van middelbaar onderwijs.

Voor Orionis staat vast dat de kosten van middelbaar onderwijs behoren tot de noodzakelijke kosten van bestaan die iemand zelf moet regelen. Tot slot merkt Orionis het volgen van tweetalig onderwijs aan als keuze (van ouders) zonder dat daar een noodzaak voor bestaat waarvoor dan ook geen bijzondere bijstand kan worden verstrekt.

Daarbij heeft Orionis gesteld dat ook na het succesvol afronden van een regulier gymnasium universitaire studies als vervolg tot de mogelijkheden behoren. In dat verband is er volgens Orionis geen noodzaak om tweetalig onderwijs te volgen.

De rechtbank overweegt dat het kindgebonden budget terecht wordt aangemerkt als voorliggende voorziening voor (een deel van) de kosten van het volgen van middelbaar onderwijs. Naast het reguliere kindgebonden budget dat bij hun inkomenssituatie hoort ontvangen eisers immers als tegemoetkoming in de schoolkosten extra kindgebonden budget voor een kind in de leeftijd van twaalf tot en met vijftien jaar.

Voor het overige horen de reguliere kosten van het middelbaar onderwijs tot de incidenteel voorkomende algemeen noodzakelijke bestaanskosten. Dergelijke kosten dienen in beginsel te worden bestreden uit het inkomen, hetzij door reservering, hetzij door gespreide betaling.

De rechtbank is niet gebleken dat er hier bijzondere omstandigheden aanwezig zijn die maken dat er desondanks recht op bijzondere bijstand bestaat. Ook de omstandigheid dat het inkomen van eisers net boven de bijstandsnorm ligt, leidt niet tot een andere conclusie. Het uitgangspunt dat de reguliere kosten van middelbaar onderwijs uit het inkomen moeten worden bestreden, geldt ook voor gezinnen die van een inkomen op bijstandsniveau moeten rondkomen. In het geval van eisers begrijpt de rechtbank dat zij naast het reguliere inkomen en het kindgebonden budget toegekend hebben gekregen een individuele inkomenstoeslag van € 537,- en een tegemoetkoming van € 260,- in sport, onderwijs en cultuur. Dat laatste is inclusief € 120,- voor een middelbare scholier. Van de Stichting Leergeld kunnen eisers mogelijk ook geld krijgen (maximaal € 100,-). Voorts heeft de school waar de oudste dochter van eisers het gymnasiale onderwijs volgt de bereidheid getoond gespreid betalen mogelijk te maken.

Uit de tekst van artikel 35, eerste lid, Participatiewet blijkt onder meer dat toekenning van bijzondere bijstand slechts aan de orde kan zijn in geval van noodzakelijke kosten van het bestaan die voortvloeien uit bijzondere omstandigheden.

Naar het oordeel van de rechtbank berust het volgen van tweetalig onderwijs niet op een noodzaak, maar op een keuze. Hoe invoelbaar die keus van eisers ook is gelet op hun stelling dat hun dochter bovengemiddeld intelligent is en behoefte heeft aan extra uitdagingen, het maakt niet dat de extra kosten die daarmee zijn gemoeid kunnen worden gerekend tot noodzakelijke kosten van het bestaan in de zin van artikel 35, eerste lid, van de Participatiewet .

In dit verband wijst de rechtbank op een uitspraak van de Centrale Raad van Beroep (CRvB) van 28 juli 2009 (ECLI:NL:CRVB:2009:BJ4436) waarin het volgende is overwogen:

“Naar het oordeel van de Raad kunnen de extra kosten verbonden aan het volgen van tweetalig voortgezet onderwijs niet worden aangemerkt als uit bijzondere omstandigheden voortvloeiende noodzakelijke kosten van het bestaan in de zin van artikel 35, eerste lid, WWB. Daarbij is van belang dat de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten voorziet in een tegemoetkoming aan ouders van leerlingen in de leeftijd tot 18 jaar die voortgezet onderwijs volgen. De hoogte van de tegemoetkoming is genormeerd in ter uitvoering van die wet getroffen ministeriële regelingen. Aan het aanbieden en verzorgen van tweetalig voortgezet onderwijs zijn hogere kosten verbonden waarvoor de school extra bijdragen heeft gevraagd. De door appellant ten behoeve van zijn dochter gemaakte keuze voor tweetalig onderwijs acht de Raad op zich begrijpelijk. Van een noodzaak om deze specifieke vorm van voortgezet onderwijs te volgen is echter geen sprake. Die keuze is, zoals het dagelijks bestuur terecht stelt, destijds vrijwillig gemaakt. Bezien vanuit een oogpunt van toepassing van de WWB behoren extra kosten die voortkomen uit die keuze naar het oordeel van de Raad voor rekening van de ouders te blijven.”.

De rechtbank tekent daarbij aan dat de WWB is overgegaan in de Participatiewet zonder dat daarmee artikel 35 is gewijzigd. In plaats van de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten geldt nu de hiervoor besproken verhoging van het kindgebonden budget als tegemoetkoming in de schoolkosten.

Naar het oordeel van de rechtbank staat onder deze omstandigheden en mede gelet op de hiervoor geciteerde uitspraak van de CRvB vast dat de extra kosten voor tweetalig onderwijs niet kunnen worden gerekend tot noodzakelijke kosten van het bestaan.

Voor zover eisers zich hebben beroepen op artikel 2 van het EVRM kan de rechtbank hen daarin niet volgen. Er is geen schending als door eisers gesteld omdat hun dochter gewoon de middelbare school van haar niveau kan bezoeken die voorbereidt op het volgen van wetenschappelijk onderwijs. Haar mogelijkheden om onderwijs te volgen zijn gewaarborgd en worden niet bedreigd door het weigeren van bijzondere bijstand.

Gelet op het vorenstaande voldoet de aanvraag van eisers niet aan de criteria waaraan moet zijn voldaan om voor bijzondere bijstand in aanmerking te komen. Orionis heeft de aanvraag voor bijzondere bijstand naar het oordeel van de rechtbank dan ook terecht afgewezen. Het bestreden besluit houdt daarom stand.

7. Gelet op het voorgaande wordt het beroep ongegrond verklaard. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.

Deze uitspraak is gedaan door mr. E.S.M. van Bergen, rechter, in aanwezigheid van R.V. van Vliet, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 12 april 2017.

De griffier is niet in de gelegenheid om deze uitspraak mede te ondertekenen.

rechter

Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de dag van verzending daarvan hoger beroep worden ingesteld bij de Centrale Raad van Beroep.


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Gerelateerde jurisprudentie

Gerelateerde advocaten

Gerelateerde advocatenkantoren

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature