E-mail deze uitspraak

Uitspraak waar naar gelinkt wordt vanuit de e-mail die gestuurd zal worden:

ECLI:NL:RBZWB:2017:2490
Rechtbank Zeeland-West-Brabant, C/02/314577 / HA ZA 16-294

Inhoudsindicatie:

Faillissement; fixatiebeginsel; buitenlandse bank(rekening)

Een Nederlandse failliet blijkt een bankrekening in België te hebben. De curator komt daar achter en vordert van de Belgische bank op grond van 23 Fw het bedrag waarmee de bankrekening na het faillissement is gedebiteerd. De Belgische bank vindt dat niet terecht omdat zij te goeder trouw is en niet van het faillissement wist of kon weten.

De rechtbank beslist met inachtneming van Hoge Raad 28 april 2006 (ECLI:NL:HR:2006:AV0653) en Hoge Raad 23 maart 2012 (ECLI:NL:HR:2012:BV0614) over 23 Fw en 52 Fw en Hof van Justitie van de EU 19 september 2013 (C-251/12) over 24 lid 1 IVO en gaat in op enkele achtergronden van het IVO. De Belgische bank heeft geen argumenten aangereikt die aanleiding konden geven om van die jurisprudentie af te wijken.

Van


Aan


Opmerkingen (optioneel)


E-mail

Terug

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie