U dient ingelogd te zijn om favorieten te kunnen toevoegen aan Mijn Jure
U kunt zich hier gratis registreren
Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:

Inhoudsindicatie:

Ontslag wegens functionele ongeschiktheid. Betekenis van een juiste uitoefening van de opgedragen taken. Voldoende met onvolkomenheden in functioneren geconfronteerd?

Uitspraak



RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Bestuursrecht

zaaknummer: BRE 16/117 AW

uitspraak van 21 juli 2016 van de meervoudige kamer in de zaak tussen

[naam eiseres] , te [woonplaats eiseres] , eiseres,

gemachtigde: mr. J.B. de Bree,

en

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Breda, verweerder,

gemachtigde: mr. L.S. van Loon.

Procesverloop

Eiseres heeft beroep ingesteld tegen het besluit van 27 november 2015 (bestreden besluit) van het college inzake ontslag wegens functieongeschiktheid.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden in Breda op 1 juni 2016. Eiseres is verschenen, bijgestaan door haar gemachtigde. Het college heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde, door Teamleider Balie [naam teamleider] en door Afdelingshoofd Publieksservice [naam afdelingshoofd] .

Overwegingen

1. Op grond van de stukken en de behandeling ter zitting gaat de rechtbank uit van de volgende feiten en omstandigheden.

Eiseres is vanaf 1 januari 2001 werkzaam geweest in dienst van de gemeente Breda, vanaf 1 oktober 2005 in vaste dienst. Zij was laatstelijk werkzaam in de functie van Allround Medewerker Gegevensbeheer.

In de loop van de jaren zijn met eiseres afstemmings- en ontwikkelingsgesprekken en beoordelingsgesprekken gevoerd. Bij herhaling is vastgesteld dat te veel fouten worden gemaakt in zogenoemde GBA-mutaties (thans: mutaties in de Basisregistratie Personen, BRP) en dat het noodzakelijk is dat het foutpercentage omlaag gaat.

Bij brief van 11 juli 2014 heeft het college aan eiseres meegedeeld dat een beoordeling over de periode van 29 november 2012 tot en met 9 april 2014 definitief is vastgesteld en is haar het voornemen meegedeeld om haar met ingang van 15 juli 2015 ontslag wegens, kort gezegd, functionele ongeschiktheid te verlenen. De re-integratiefase is vastgesteld op twaalf maanden om maximaal gelegenheid te bieden om eisers van werk naar werk te begeleiden.

Nadat eiseres haar zienswijze op het voorgenomen ontslag heeft meegedeeld, heeft het college bij besluit van 19 augustus 2014 (primair besluit) aan eiseres het voorgenomen ontslag verleend, waarbij de ingangsdatum is vastgesteld op 1 september 2015.

Naar aanleiding van een het bezwaar van eiseres tegen de beoordeling over de periode van 29 november 2012 tot en met 9 april 2014 is die beoordeling bij besluit van 9 oktober 2014 ingetrokken.

Bij besluit van 31 augustus 2015 heeft het college de re-integratiefase verlengd tot 1 september 2016.

Bij het bestreden besluit is het bezwaar tegen het primaire besluit, overeenkomstig het advies van de Bewaarschriftencommissie op personeelsgebied, ongegrond verklaard.

2. Eiseres heeft in beroep, samengevat, betwist dat de werkzaamheden voor de Basisregistratie de kern zijn van de werkzaamheden van eiseres en dat die werkzaamheden niveaubepalend zijn. Eiseres was ongeveer twee uur per week bezig met muteren.

De voorschriften over het voeren van jaargesprekken en voortgangsgesprekken zijn niet goed nageleefd.

Eiseres betwist dat van medio 2011 tot en met het eerste kwartaal van 2012 maandelijks met haar is gesproken door één van de coördinatoren. Zo’n gesprek is slechts twee keer met haar gevoerd. Na 29 november 2012 heeft haar leidinggevende niet meer met haar gesproken.

Eiseres kreeg minder vaak een overzicht van de foutpercentages dan het college doet voorkomen. Eiseres betwist dat de landelijke norm voor foutpercentages 0,01% is.

Het was niet haalbaar om een rustige plaats te vinden om te muteren. Eiseres is hierin onvoldoende begeleid. Eiseres was er niet van op de hoogte dat zij zo slecht presteerde dat zij begeleiding nodig zou hebben. Haar geringere aanwezigheid in 2013 is van invloed op de foutpercentages.

In het eerste kwartaal van 2014 was sprake van een significante verbetering in het foutpercentage en het college heeft dat ten onrechte niet meegenomen.

Het college heeft onvoldoende gewaarschuwd en onvoldoende gelegenheid geboden zich te verbeteren.

Eiseres heeft de rechtbank primair gevraagd het bestreden besluit te vernietigen en eiseres onmiddellijk te plaatsen in de functie van Medewerker Gegevensbeheer.

Subsidiair heeft zij, bij het uitblijven van passende werk, om een ontslagvergoeding van € 30.000,- bovenop de wettelijke uitkering, de aanvullende uitkering en de aansluitende uitkering.

3. In artikel 8:6, eerste lid, van de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling en Bredase Uitwerkingsovereenkomst is bepaald dat ontslag aan de ambtenaar kan worden verleend op grond van onbekwaamheid of ongeschiktheid voor de vervulling van zijn functie anders dan op grond van ziekten of gebreken.

4. Volgens vaste rechtspraak, zoals de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep (CRvB) van 20 oktober 2011 (ECLI:NL:CRVB:2011:BU1926), moet het bestuursorgaan ongeschiktheid voor het vervullen van een functie - zich uitend in het ontbreken van eigenschappen, mentaliteit en/of instelling die voor het op goede wijze vervullen van de functie vereist zijn - aantonen aan de hand van objectief vastgestelde concrete gedragingen van de ambtenaar. Volgens eveneens vaste rechtspraak, zoals de uitspraak van de CRvB van 18 maart 2010 (ECLI:NL:CRVB:2010:BL9739), is een ontslag op de hiervoor genoemde grond in het algemeen niet toelaatbaar als de ambtenaar niet op zijn functioneren of gedrag is aangesproken en in de gelegenheid is gesteld dit te verbeteren. Uit de uitspraak van de CRvB van 3 juli 2008 (ECLI:NL:CRVB:2008:BD7224) blijkt dat het niet noodzakelijk is dat voorafgaand aan een ontslag wegens functionele ongeschiktheid een beoordeling plaats vindt. Dan moet echter op andere wijze inzichtelijk zijn gemaakt dat er voldoende grondslag voor een ontslag wegens functionele ongeschiktheid aanwezig is.

5. De rechtbank stelt vast dat het beroep uitsluitend betrekking heeft op het deelbesluit tot handhaving van het ontslag.

6. Over de beroepsgronden met betrekking tot de (niet) gevoerde voortgangsgesprekken overweegt de rechtbank dat uit de uitspraak van de CRvB van 3 juli 2008 blijkt dat onvolkomenheden in de naleving van de voorschriften met betrekking tot het houden van voortgangsgesprekken geen belemmering vormen om te besluiten tot ontslag wegens functionele ongeschiktheid. De rechtbank zal aan die beroepsgronden dan ook voorbij gaan.

7. Eiseres heeft de mate waarin het verrichten van mutaties in de BRP bepalend is voor haar functie sterk gerelativeerd. Het muteren neemt, volgens haar, slechts een beperkt gedeelte van de tijd van de functionaris in beslag en is slechts een onderdeel van één van de kerntaken.

Volgens het college is het muteren van gegevens niet een ondergeschikte taak in de functie. De BRP is een bron waaruit ook andere overheidsinstanties putten en een fout in de BPR kan vérstrekkende gevolgen hebben. Daarom vormt, volgens het college, het juist beoordelen en verwerken van persoonsgegevens in de BPR wel degelijk een zeer wezenlijk onderdeel van de functie en dient grote waarde te worden gehecht aan de juiste uitoefening daarvan.

Naar het oordeel van de rechtbank vindt de opvatting van het college voldoende steun in de functiebeschrijving van de Allround Medewerker Gegevensbeheer.

8. De rechtbank is met het college van oordeel dat het in een percentage uitgedrukte aantal fouten dat eiseres maakte zodanig hoog is dat sprake is van onvoldoende functioneren. Waar het landelijk foutpercentage 0,1% is en waar het foutpercentage van de afdeling onder de 10% lag, lag het foutpercentage van eiseres tot en met 2013 (ver) boven de 14%.

Eiseres heeft aangevoerd dat haar functioneren in 2013 negatief werd beïnvloed door familieomstandigheden. De rechtbank overweegt dat ook, als met die omstandigheden rekening wordt gehouden, die omstandigheden onvoldoende verklaring bieden voor het hoge foutpercentage in een belangrijk onderdeel van de werkzaamheden van eiseres.

Eiseres heeft er op gewezen dat de foutpercentages in de eerste drie maanden van 2014 significant lager waren en zij meent dat die ontwikkeling het college op andere gedachten had moeten brengen. Het college heeft er op gewezen dat er in de vele jaren waarin bij eiseres is aangedrongen op verbetering wel vaker een tijdelijke opleving in het functioneren te zien is geweest, maar dat die nooit blijvend is geweest. De rechtbank is – gelet hierop – met het college van oordeel dat de lagere foutpercentages in de eerste maanden van 2014 van onvoldoende gewicht waren om te komen tot een ander, positiever, oordeel over het functioneren van eiseres.

9. Eiseres heeft aangevoerd dat zij onvoldoende is begeleid door het college en dat zij zich onvoldoende bewust is geweest van de omvang en de ernst van de tekortkomingen in haar functioneren. Deze stelling komt de rechtbank op grond van het navolgende niet aannemelijk voor.

Reeds op 15 januari 2009 is eiseres er op gewezen dat het percentage omlaag moest, tot minder dan 10%.

Op 17 juni 2011 is in een afstemmings- en ontwikkelingsgesprek vastgesteld dat het foutpercentage omlaag moet naar maximaal 15%.

Op 17 oktober 2011 is vastgesteld dat de resultaten vóór de volgende beoordeling moeten verbeteren.

In een beoordeling over het jaar 2011 zijn de GBA-resultaten ‘slecht’ beoordeeld en luidde de totaalbeoordeling ‘matig’.

Over de periode van 13 december 2011 tot en met 29 november 2012 is een beoordeling vastgesteld die weliswaar is ingetrokken, maar waarin de GBA-resultaten ‘slecht’ zijn beoordeeld. Afgesproken is dat het foutpercentage in 2013 maximaal 10% mocht zijn. Het werd 14,8%. Dat eiseres, naar haar zeggen, pas in september 2013 het verslag van het gesprek van 29 november 2012 heeft ontvangen, acht de rechtbank niet van betekenis. Eiseres was bij het gesprek op 29 november 2012 aanwezig en was dus van de gemaakte afspraak op de hoogte.

Partijen verschillen van mening over de wijze waarop en de frequentie waarmee voorafgaand aan het ontslagbesluit gebreken in het functioneren aan eiseres zijn teruggekoppeld, maar voor de rechtbank staat vast dat zij met die tekortkomingen is geconfronteerd, onder andere door periodieke overzichten waarin eiseres haar foutpercentages heeft kunnen vergelijken met die van collega’s. Uit de gespreksverslagen blijkt dat begeleiding is aangeboden maar dat eiseres de faciliteiten en met name de mogelijkheden om geconcentreerd te werken voldoende vond. Eiseres is voldoende deskundig en ervaren geacht om betere resultaten te kunnen behalen. Zij heeft afspraken om met verbetervoorstellen te komen niet nageleefd. Haar is aangeboden om aan de bel te trekken als er knelpunten in de dagelijkse dienstverlening optreden. Haar leidinggevende heeft het uit eigen beweging meedenken en mee verbeteren gemist.

Naar het oordeel van de rechtbank is eiseres voldoende geconfronteerd met de kritiek op haar functioneren en is haar voldoende begeleiding aangeboden door het college.

10. Dit leidt tot de conclusie dat het college bevoegd was eiseres te ontslaan. Niet is gebleken dat het college in redelijkheid van die bevoegdheid geen gebruik heeft kunnen maken. Het bestreden besluit kan dan ook in rechte stand houden.

11. Voor het toekennen van een ontslagvergoeding, zoals eiseres heeft gevraagd, ontbreekt een grondslag.

12. Het beroep zal ongegrond worden verklaard.

13. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank:

verklaart het beroep ongegrond;

wijst het verzoek om ontslagvergoeding af.

Deze uitspraak is gedaan door mr. F.P.J. Schoonen, voorzitter, en mr. D. van Kralingen en mr. R.P. Broeders, leden, in aanwezigheid van mr. P. Oudkerk, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 21 juli 2016.

griffier voorzitter

Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de dag van verzending daarvan hoger beroep worden ingesteld bij de Centrale Raad van Beroep.


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Gerelateerde advocaten

Gerelateerde advocatenkantoren

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature