U dient ingelogd te zijn om favorieten te kunnen toevoegen aan Mijn Jure
U kunt zich hier gratis registreren
Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Zittingsplaats:

Inhoudsindicatie:

De moeder is ontheven van het gezag over de minderjarigen en de Stichting Intervence is benoemd tot voogdes. Nadien zijn in de geboorteakten van de minderjarigen vadergegevens opgenomen. Vervolgens zijn de pleegouders benoemd tot voogden over de minderjarigen. De juridische vader heeft het gezag over de minderjarigen. Nu tegen de voogdij-beschikkingen geen rechtsmiddel is ingesteld en de beslissingen in kracht van gewijsde zijn gegaan, dient van de bindende kracht daarvan te worden uitgegaan, ook al is in die beslissingen ten onrechte het gezag van de vader niet betrokken. De pleegouders zijn nog immer met de voogdij over de minderjarigen belast. Geen sprake van een situatie als genoemd in artikel 1:241 lid 1 BW .

Uitspraak



RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Jeugdrecht

Zittingsplaats: Middelburg

zaak/rekestnr: C/02/306733 / FA RK 15-6998

beschikking voorlopige voogdij d.d. 27 januari 2016

in de zaak van

RAAD VOOR DE KINDERBESCHERMING, regio Zuidwest Nederland,

gevestigd te [adres] , hierna: de Raad.

betreffende de minderjarigen

[minderjarige I], geboren te [geboorteplaats-datum] 2009, hierna te noemen: [minderjarige I] ;

[minderjarige II], geboren te [geboorteplaats-datum] 2010, hierna te noemen: [minderjarige II] .

De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:

[vader minderjarigen], hierna te noemen: de vader,

zonder bekende woon- of verblijfsplaats in of buiten Nederland,

[familie A], wonende te [adres] , pleegouders van [minderjarige I] ,

[familie B], wonende te [adres] , pleegouders van [minderjarige II] ,

Stichting Intervence, hierna te noemen de gecertificeerde instelling (GI), gevestigd te [adres] .

1 Het procesverloop

1.1

De rechtbank oordeelt op grond van de navolgende stukken:- het op 30 oktober 2015 ontvangen verzoek tot voorlopige voogdij;- de op 4 november 2015 ontvangen brief van de Raad voor de Kinderbescherming, met bijlagen;- de op 10 november 2015 ontvangen rectificatie met aanvulling betreffende het verzoek tot voorlopige voogdij;- de op 26 november 2015 ontvangen brief van de Raad voor de Kinderbescherming, met bijlagen.

1.2

Het verzoek is behandeld ter zitting van 8 december 2015. Verschenen zijn mevrouw [medewerkster] namens de Raad voor de Kinderbescherming en mevrouw [medewerkster] namens de GI. Tevens waren waren ter zitting aanwezig mevrouw [familie A] en mevrouw [familie B] .

2 De feiten

2.1

Tijdens het huwelijk van de moeder, mevrouw [moeder minderjarigen] (hierna: de moeder), en de vader zijn uit de moeder de navolgende minderjarige kinderen geboren:- [minderjarige I] , geboren te [geboorteplaats-datum] 2009;- [minderjarige II] , geboren te [geboorteplaats-datum] 2010.

2.2

Bij beschikking van de rechtbank Middelburg d.d. 7 maart 2012 is de moeder ontheven van het gezag over voornoemde minderjarigen en is de Stichting Bureau Jeugdzorg Zeeland (thans: de Stichting Intervence) benoemd tot voogdes.

2.3

Bij beschikking d.d. 5 maart 2014 van de rechtbank Zeeland-West-Brabant heeft de rechtbank de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Goes gelast de geboorteakten van voornoemde minderjarigen aldus te verbeteren c.q. aan te vullen dat daarin de gegevens van de heer [vader minderjarigen] bij de vadergegevens worden opgenomen.

2.4

Bij beschikkingen d.d. 25 maart 2015 van de rechtbank Zeeland-West-Brabant zijn [familie B] en [familie A] (hierna: de pleegouders) benoemd tot voogden over respectievelijk

[minderjarige II] en [minderjarige I] , met ontslag van de Stichting Intervence als voogdes.

3 3. Het verzoek

De Raad verzoekt de kinderrechter te voorzien in de voorlopige voogdij over beide minderjarigen, in die zin dat de Stichting Intervence voorlopig wordt belast met de voogdij over de beide minderjarigen.

4 De beoordeling

4.1

Bevoegdheid en toepasselijk recht;

4.1.1

Deze zaak heeft een internationaal karakter. Ingevolge artikel 8 lid 1 van de verordening Brussel II-bis zijn ter zake van de ouderlijke verantwoordelijkheid bevoegd de gerechten van de lidstaat op het grondgebied waarvan de minderjarige zijn gewone verblijfplaats heeft op het tijdstip dat de zaak bij het gerecht aanhangig wordt gemaakt. Op grond van artikel 2 aanhef en onder 7 Brussel II-bis wordt onder de term ouderlijke verantwoordelijkheid mede begrepen het gezagsrecht. Nu beide minderjarigen hun gewone verblijfplaats in Nederland hebben, komt de Nederlandse rechter rechtsmacht toe.

4.1.2

Met betrekking tot de vraag welk recht op onderhavige zaak moet worden toegepast overweegt de rechtbank dat het in casu de ouderlijke verantwoordelijkheid betreft en daarmee valt binnen de materiële werkingssfeer van het Verdrag inzake de bevoegdheid, het toepasselijke recht, de erkenning, de tenuitvoerlegging en de samenwerking op het gebied van ouderlijke verantwoordelijkheid en maatregelen ter bescherming van kinderen, Trb.1997, 299 (Haags Kinderbeschermingsverdrag 1996; hierna: HKBV 1996), welk verdrag voor Nederland op 1 mei 2011 in werking is getreden en waarbij ook Polen is aangesloten. Op grond van artikel 53 HKBV 1996 is dit verdrag van toepassing op maatregelen die zijn genomen in een staat nadat het Verdrag ten aanzien van die Staat in werking is getreden. Het onderhavige verzoek valt binnen het temporele toepassingsgebied van het HKBV 1996. Ingevolge artikel 15 lid 1 van het Haags Kinderbeschermingsverdrag 1996 past de bevoegde rechter zijn interne recht toe. Dit betekent in de onderhavige zaak dat de Nederlandse rechter Nederlands recht toepast. Het onderhavige verzoek zal de rechtbank dan ook beoordelen naar Nederlands recht.

4.1.3

Inhoudelijke beoordeling van het verzoek;

4.1.3.1 Op grond van artikel 1:241, eerste en tweede lid, van het Burgerlijk Wetboek (BW) kan de kinderrechter een gecertificeerde instelling belasten met de voorlopige voogdij over de minderjarige die niet onder het wettelijk vereiste gezag staat of over wie dit gezag niet wordt uitgeoefend, indien het dringend en onverwijld noodzakelijk is om in de gezagsuitoefening over de minderjarige te voorzien teneinde de belangen van de minderjarige te kunnen behartigen. De Raad stelt zich op het standpunt dat ten aanzien de minderjarigen aan deze vereisten is voldaan. Volgens de Raad is de benoeming van de pleegouders tot voogd niet geldig, dan wel heeft deze benoeming geen rechtsgevolg, omdat gebleken is dat de vader nog altijd het ouderlijk gezag over de minderjarigen heeft. De vader is echter nimmer in het leven van de minderjarigen betrokken geweest. Zijn verblijfplaats is onbekend en hij weet mogelijk niet eens van het bestaan van de minderjarigen af. Het is in het belang van de minderjarigen dat het gezag van de vader, hangende de reeds lopende procedure met betrekking tot de beëindiging daarvan, wordt geschorst en dat de Stichting Intervence wordt belast met de voorlopige voogdij, aangezien de pleegouders thans problemen ervaren bij het nemen van beslissingen voor en over de minderjarigen.

4.1.3.2 De kinderrechter overweegt dat de Raad kan worden gevolgd in zijn standpunt dat na voornoemde beslissing van 7 maart 2012 is gebleken dat de minderjarigen vanaf hun geboorte een juridisch vader hadden die met het gezag was belast en dat dit gezag in stand is gebleven. Uit de overgelegde stukken blijkt dat aanvankelijk in de geboorteaktes van de minderjarigen geen vadergegevens waren opgenomen. Pas nadien is bekend geworden dat de moeder ten tijde van de geboorte met de vader was gehuwd. Bij beschikking d.d. 5 maart 2014 van deze rechtbank is vastgesteld dat Nederlands recht van toepassing is op de afstammingsrelatie tussen de man en de minderjarigen, zodat naar Nederlands recht moet worden beoordeeld of de minderjarigen in familierechtelijke betrekking tot de vader staan. Vervolgens is geoordeeld dat de man als vader van de minderjarigen moet worden aangemerkt nu de minderjarigen tijdens het huwelijk van de man met de moeder zijn geboren. Daarop heeft de rechtbank de ambtenaar van de burgerlijke stand gelast de geboorteaktes van de minderjarigen aan te vullen met de vadergegevens. Tevens heeft de rechtbank gelast de geslachtsnaam van de minderjarigen te wijzigen in die van de man.

Nu de man de juridische vader is van de minderjarigen, heeft hij op grond van artikel 1:251 BW het gezag over de minderjarigen.

4.1.3.3 Daarentegen kan de kinderrechter de Raad niet volgen in zijn standpunt dat het voorgaande met zich brengt dat de beschikkingen van 7 maart 2012 en 25 maart 2015, waarbij eerst de Stichting Bureau Jeugdzorg Zeeland en vervolgens de pleegouders tot voogden over de minderjarigen zijn benoemd, nietig zouden zijn of rechtskracht zouden missen. Het gesloten stelsel van in de wet geregelde rechtsmiddelen brengt mee dat de nietigheid van rechterlijke uitspraken slechts door aanwending van het daartegen openstaand rechtsmiddel geldend kan worden gemaakt (Hoge Raad 13 september 1991, NJ 1991, 767). Nu tegen voornoemde beschikkingen geen rechtsmiddel is ingesteld en de beslissingen in kracht van gewijsde zijn gegaan, dient van de bindende kracht daarvan te worden uitgegaan, ook al is bij die beslissingen ten onrechte het gezag van de vader niet in de overwegingen betrokken. Hieruit volgt dat de pleegouders nog immer met de voogdij over de minderjarigen zijn belast en dat geen sprake is van een situatie als bedoeld in artikel 1:241 lid 1 BW . Het verzoek dient daarom reeds op deze grond te worden afgewezen.

4.1.3.4 Ten overvloede overweegt de kinderrechter dat uit het verzoek van de Raad en de daarop ter zitting gegeven toelichting niet blijkt dat sprake is van een crisissituatie die de maatregel van voorlopige voogdij dringend en onverwijld noodzakelijk maakt. De vader heeft nimmer invulling aan zijn gezag gegeven en niet te verwachten valt dat hij de wens daartoe kenbaar zal maken of anderszins een rol in het leven van de minderjarige wenst te vervullen. Hij is volledig buiten beeld. Aangenomen moet worden dat het gezag van de vader reeds vanaf de geboorte van de minderjarigen op grond van artikel 1:253r BW geschorst is omdat zijn bestaan dan wel verblijfplaats steeds onbekend is geweest. De huidige voogdijbeslissing, waarmee gezagsbeslissingen genomen kunnen worden door de feitelijk verzorgers van de minderjarigen en die voor derden ook kenbaar is in het gezagsregister, is in deze situatie dan ook passend. De ter zitting naar voren gebrachte stelling dat de GI thans beter dan de pleegouders in staat zou zijn gezagsbeslissingen voor de minderjarigen te nemen, kan ook niet tot toewijzing van het verzoek leiden. Het is inderdaad een onwenselijke situatie dat ook de pleegouders niet hebben kunnen bewerkstelligen dat voor de minderjarigen, die de Poolse nationaliteit hebben, door de Poolse autoriteiten identiteitsdocumenten worden verstrekt en dat de pleegouders hierdoor tegen tal van problemen aanlopen. Namens de pleegouders is echter ter zitting ook aangevoerd dat met name dit probleem eerder juist de reden was om het verzoek tot overdracht van de voogdij van de GI aan hen in te dienen. Indien de GI dit probleem thans wel zou kunnen oplossen indien zij wederom met de voogdij zou zijn belast, kunnen de pleegouders overwegen hiervoor een overdracht van de voogdij te verzoeken.

5 De beslissingDe rechtbank:

wijst het verzoek af.

Deze beschikking is gegeven door mr. J. de Graaf, kinderrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 27 januari 2016 in tegenwoordigheid van mr. M.A.J. Dijkwel, griffier.

MD

Voor zover in deze beschikking een of meer eindbeslissingen zijn opgenomen, kan – uitsluitend door een advocaat – hoger beroep tegen deze beschikking worden ingesteld, zulks door de verzoeker en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden binnen drie maanden na de dag van de uitspraak, en door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking hun op andere wijze bekend is geworden.


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Gerelateerde advocaten

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature