De echtgenote van belanghebbende is overleden. Belanghebbende en erflaatster waren getrouwd in gemeenschap van goederen en hielden samen alle aandelen in een B.V. Als gevolg van het overlijden is de waarde van de aandelen in de B.V. toegenomen en heeft de inspecteur op grond van artikel 13a SW de waardestijging van het aan belanghebbende krachtens de huwelijksgemeenschap toekomende aanmerkelijk belang in aanmerking genomen als een belaste verkrijging. In geschil is of hierop de BOF van toepassing is. De rechtbank is van oordeel dat de BOF niet van toepassing is nu niet aan de bezitseis wordt voldaan. De fictief verkregen aandelen hebben fiscaal niet tot het vermogen van erflaatster behoord. Beroep op vertrouwensbeginsel faalt. Beroep ongegrond.