Inkomstenbelasting. Er is sprake van een onzakelijke lening. De inspecteur heeft aannemelijk gemaakt dat belanghebbende bij het verstrekken van de geldlening aan de vennootschap een debiteurenrisico heeft gelopen dat een onafhankelijke derde onder die voorwaarden, ook niet als een hogere rente bedongen zou zijn, niet zou hebben genomen. Naar het oordeel van de rechtbank kunnen verliezen die een geldverstrekker lijdt in zijn hoedanigheid van aandeelhouder niet in aftrek op het inkomen komen. Het beroep is ongegrond.