U dient ingelogd te zijn om favorieten te kunnen toevoegen aan Mijn Jure
U kunt zich hier gratis registreren
Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:

Uitspraak



RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Insolventierecht

Breda

afwijzing verzoek ex art. 287a Fw

rekestnummers: 259823 FT RK 13-266 en 259830 FT RK 13-267

uitspraakdatum: 21 maart 2013

in de zaak van:

Gerardus Maria Kimenai,

wonende te Dongen,

verzoeker,

gemachtigde de heer J. Oldenbroek,

tegen

Aannemersbedrijf Van Lieshout V.O.F.,

gevestigd te Esbeek,

verweerster,

advocaat mr. W. Remie.

Partijen worden hierna verzoeker en verweerster genoemd.

1. Het verloop van de procedure.

Dit blijkt uit de navolgende processtukken:

- de op 14 februari 2013 ter griffie ingekomen verzoekschriften met bijlagen;

- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van het verzoekschrift op 21 maart 2013.

2. Het verzoek.

Dit strekt primair tot vaststelling van een dwangakkoord als bedoeld in art. 287a Fw en subsidiair tot toelating tot de schuldsaneringsregeling.

3. De beoordeling.

3.1 Bij de beoordeling van het onderhavige verzoek gaat de rechtbank uit van de navolgende vaststaande feiten.

- Verzoeker heeft 15 concurrente schuldeisers en 1 preferente schuldeiser die van hem in totaal te vorderen hebben een bedrag van € 63.290,07 respectievelijk € 54.174,53.

- Tot de concurrente schuldeisers behoort verweerster met een vordering van € 3.000,00.

- Verzoeker heeft op of omstreeks 2 januari 2012 een schuldregeling aangeboden aan zijn schuldeisers. Deze regeling houdt in dat gedurende drie jaar alle inkomsten van verzoeker boven het vrij te laten bedrag worden gereserveerd, dat de reserveringen na jaarlijkse hercontrole aan de schuldeisers worden uitgekeerd, dat van de opgebouwde reserve 9% wordt ingehouden voor bemiddelingskosten en ten slotte dat de schuldeisers finale kwijting aan verzoeker verlenen ter zake van hun mogelijke restantvorderingen na afloop van deze schuldregeling. Uitgaande van de reserveringen van het inkomen van verzoeker, en van een voor de rechtbank onverklaarbaar veel lagere schuldenlast dan dat hierboven staat vermeld, zou dit voorstel leiden tot een uitkering aan de concurrente schuldeisers van 4,7% van hun vorderingen en een uitkering aan de preferente schuldeiser van 9,4% van zijn vordering.

- Verweerster is de enige schuldeiser die heeft geweigerd in te stemmen met deze aangeboden schuldregeling.

- Vervolgens heeft verzoeker op of omstreeks 20 december 2012 een nieuwe schuldregeling aangeboden aan zijn schuldeisers, inhoudende een betaling ineens aan de concurrente schuldeisers van 4,71% van hun vorderingen tegen finale kwijting, en een betaling ineens aan de preferente schuldeiser van 9,42% van zijn vordering tegen finale kwijting. Dit aanbod is gebaseerd op een door Kredietbank Nederland aan verzoeker te verstrekken saneringskrediet van maximaal € 8.093,56, welk krediet hij binnen drie jaar moet terugbetalen.

3.2 Ter zitting heeft de heer Oldenbroek van Kredietbank Nederland medegedeeld dat alle schuldeisers, behalve verweerster, hebben ingestemd met de op 2 januari 2012 aangeboden schuldregeling. Het is hem echter niet bekend of deze schuldeisers, met uitzondering van verweerster, inmiddels ook allemaal hebben ingestemd met de herziene schuldregeling die is aangeboden op 20 december 2012. De heer Oldenbroek gaat er echter van uit dat zij ook kunnen instemmen met het nieuwe aanbod, omdat dit naar zijn mening gunstiger is dan het eerdere aanbod.

3.3 Ter zitting heeft de heer A.J.M. van Lieshout, vennoot van verweerster, onder meer aangevoerd dat hij het vermoeden heeft dat verzoeker feitelijk nog steeds een eigen bedrijf heeft. In dat kader heeft de heer Van Lieshout er op gewezen dat verzoeker zijn woning met bedrijfsruimte heeft verkocht aan zijn huidige werkgever, maar dat verzoeker nog steeds in deze woning woont omdat hij deze woning nu huurt van zijn werkgever. Verder verricht verzoeker nog steeds dezelfde werkzaamheden als die hij verrichte voor zijn klussenbedrijf, maar hij laat de facturen voor deze werkzaamheden nu versturen door zijn werkgever. Voorts rijdt verzoeker nog steeds in de bedrijfsauto die hij voor zijn eigen bedrijf had. Daarnaast heeft de heer Van Lieshout aangevoerd dat verzoeker maar € 575,-- per maand aan huur betaalt aan zijn werkgever, terwijl verzoeker in een dure woning woont die door zijn werkgever is gekocht voor € 370.000,--. De heer Van Lieshout vermoedt daarom dat er sprake is van verkapt loon, waarmee geen rekening is gehouden bij de aangeboden schuldregeling.

3.4 Ingevolge art. 287a Fw kan een verzoek tot vaststelling van een dwangakkoord worden toegewezen, indien de schuldeiser in redelijkheid niet tot weigering van instemming met de schuldregeling heeft kunnen komen, in aanmerking genomen de onevenredigheid tussen het belang dat hij heeft bij de uitoefening van de bevoegdheid tot weigering en de belangen van de schuldenaar of van de overige schuldeisers die door die weigering worden geschaad.

3.5 De wetgever heeft met de invoering van deze bepaling beoogd het minnelijk traject te versterken met een belangrijk rechtsmiddel. De wetgever acht het van belang dat alleen die personen tot de schuldsaneringsregeling worden toegelaten, die te goeder trouw zijn, oprecht en actief (maar tevergeefs) hebben geprobeerd om met hun schuldeisers tot een schikking te komen en voor wie aldus in een benarde schuldenpositie geen andere keuze overblijft dan een beroep op de rechter te doen. Door de gedwongen schuldregeling wordt voorkomen dat personen in de schuldsaneringsregeling terecht komen die in het minnelijk traject op eigen kracht in samenspraak met hun schuldeisers een regeling hadden kunnen treffen waarmee alle partijen hadden kunnen leven, ware het niet dat een schuldeiser wellicht zonder valide redenen zijn medewerking had geweigerd.

3.6 Vooropgesteld wordt dat een schuldeiser het recht heeft om te verlangen dat al het mogelijke wordt gedaan om zijn vordering voldaan te krijgen. Als hij van mening is dat de kans op (een gedeeltelijke) voldoening groter is wanneer de schuldenaar onder intensief, streng en onafhankelijk toezicht komt te staan van een bewindvoerder en een rechter-commissaris, dan is daarin een belang gelegen voor de schuldeiser om zijn instemming met een schuldregeling te weigeren. Een schuldeiser zal echter bij de (geringe) kans op een hoger uitkeringspercentage in het wettelijk traject dan in het minnelijk traject, ook in beschouwing moeten nemen het feit dat de kosten van wettelijke publicaties en van het jaarlijks te verhogen maandelijkse bewindvoerder-salaris in mindering worden gebracht op hetgeen uiteindelijk na drie jaar zal kunnen worden uitgekeerd.

3.7 Ter zitting is gebleken dat 15 schuldeisers hebben ingestemd met de op 2 januari 2012 aangeboden schuldregeling, maar onduidelijk is of deze schuldeisers ook hebben ingestemd met de op 20 december 2012 aangeboden schuldregeling. Anders dan de heer Oldenbroek heeft betoogd, kan er naar het oordeel van de rechtbank niet van worden uitgegaan dat die schuldeisers ook instemmen met de op 20 december 2012 aangeboden schuldregeling omdat deze gunstiger zou zijn dan de op 2 januari 2012 aangeboden regeling, reeds omdat het hier gaat om andersoortige schuldregelingen. De eerder aangeboden schuldregeling betreft immers een prognoseakkoord met een looptijd van drie jaar, terwijl de laatstelijk aangeboden regeling een liquidatieakkoord betreft waarbij de schuldeisers een betaling ineens tegemoet kunnen zien.

Nu onduidelijk is gebleven of verweerster de enige schuldeiser is die heeft geweigerd in te stemmen met de op 20 december 2012 aangeboden schuldregeling, kan de rechtbank onvoldoende beoordelen of verweerster in redelijkheid niet tot weigering van haar instemming met de schuldregeling heeft kunnen komen. Het verzoek tot het vaststellen van een dwangakkoord kan reeds daarom niet worden toegewezen.

3.8 Voorts overweegt de rechtbank nog dat onvoldoende aannemelijk is geworden dat de op 20 december 2012 aangeboden schuldregeling het maximaal haalbare is. Daarbij neemt de rechtbank in aanmerking dat in de bij het verzoekschrift gevoegde berekening van het vrij te laten bedrag, rekening is gehouden met door verzoeker te betalen kinderalimentatie van € 272,-- per maand voor twee kinderen. Als verzoeker zou worden toegelaten tot de wettelijke schuldsaneringsregeling, bestaat echter de zeer reële kans dat de rechter-commissaris – gezien recente jurisprudentie van de Hoge Raad op dit punt en bij gebreke van gebleken bijzondere omstandigheden – het vrij te laten bedrag niet zal verhogen met kinderalimentatie. Als het vrij te laten bedrag niet wordt verhoogd met kinderalimentatie, dan kan er, uitgaande van het huidige inkomen van verzoeker uit een vast dienstverband, in de wettelijke schuldsaneringsregeling ruim € 12.000,-- worden gespaard voor de schuldeisers (na aftrek van de kosten van de bewindvoering en griffierecht). Bij de aangeboden schuldregeling is er echter maar € 8.093,56 beschikbaar voor de schuldeisers. Gelet hierop kan niet worden geconcludeerd dat verweerster in redelijkheid niet tot instemming met de schuldregeling heeft kunnen komen. Ook daarom moet het verzoek tot het vaststellen van een dwangakkoord worden afgewezen.

3.9 Nu verzoeker ter zitting heeft aangegeven dat hij zijn verzoek tot toelating tot de wettelijke schuldsanering zal handhaven als de rechtbank het verzoek tot vaststelling van een dwangakkoord afwijst, zal de rechtbank een datum bepalen voor de behandeling van het verzoek tot toelating tot de schuldsaneringsregeling.

4. De beslissing.

De rechtbank:

- wijst af het verzoek tot het vaststellen van een dwangakkoord ex art. 287a Fw;

- bepaalt dat het verzoek tot toepassing tot de schuldsaneringsregeling ex art. 284 Fw zal worden behandeld op de zitting van 17 april 2013 om 09.30 uur.

Dit vonnis is gewezen door mr. Hulskes en uitge¬spro¬ken ter open¬bare terechtzitting van 21 maart 2013 in tegen¬woor¬dig¬heid van de grif¬fier, zijnde de griffier buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature