U dient ingelogd te zijn om favorieten te kunnen toevoegen aan Mijn Jure
U kunt zich hier gratis registreren
Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Zittingsplaats:
Instantie:

Inhoudsindicatie:

Het opnieuw opnieuw en op inhoudelijk dezelfde gronden in de onderhavige procedurde vorderien van de ook reeds in de verklaringsprocedure gevorderde veroordeling tot betaling is, tegen de achtergrond van de bestaande overlap tussen de vorderingen, stellingen en argumenten in de beide procedures, onverenigbaar met de aan de figuur van het gezag van gewijsde ten grondslag liggende beginselen, althans moet zulks in ieder geval in strijd worden geacht met een goede procesorde, hoewel strikt genomen van gezag van gewijsde van de in de verklaringsprocedure gegeven beslissing nog geen sprake is. Volgt niet-ontvankelijkverklaring voor zover de vorderingen van eiseressen op een bepaalde stelling zijn gebaseerd.

Waar eiseressen stellingen heeft geplaatst in de sleutel van de ongerechtvaardigde verrijking wordt de vordering, onder ambtshalve aanvulling van rechtsgronden, beoordeeld op de grondslag van de pauliana.

Uitspraak



vonnis

RECHTBANK ZUTPHEN

Sector Civiel – Afdeling Handel

zaaknummer / rolnummer: 122303 / HA ZA 11-507

Vonnis van 21 december 2011

in de zaak van

1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

MULTI MOUSE B.V.,

gevestigd te Aerdenhout, gemeente Bloemendaal,

2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

VERENIGDE OFFSET BEDRIJVEN B.V.,

gevestigd te Hardenberg,

eiseressen,

advocaat mr. E.F. Seunke te Haarlem,

tegen

[gedaagde],

wonende te [plaats]

gedaagde,

advocaat mr. E.N. Bouwman te Utrecht.

Partijen zullen hierna Multi Mouse B.V. c.s. en [gedaagde] genoemd worden.

1. De procedure

1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:

- het tussenvonnis van 10 augustus 2011

- het proces-verbaal van comparitie van 29 september 2011.

1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.

2. De feiten

2.1. Eind 2003 heeft Multi Mouse B.V. c.s. een procedure aanhangig gemaakt tegen de besloten vennootschap Vastgoed Vermogen Utrecht B.V. (hierna: VVU) en tegen haar directeur/bestuurder [echtgenoot gedaagde] (hierna: [echtgenoot gedaagde]), echtgenoot van [gedaagde]. Bij arrest van 8 maart 2007 (productie 2 bij dagvaarding) heeft het Gerechtshof Amsterdam VVU en [echtgenoot gedaagde] (onder meer) hoofdelijk veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 234.000,--, te vermeerderen met rente en proceskosten, aan Multi Mouse B.V. c.s. Het arrest is op 4 mei 2007 betekend aan [echtgenoot gedaagde] in privé met het bevel tot betaling over te gaan (productie 5 bij dagvaarding). Noch VVU, noch [echtgenoot gedaagde] heeft in mindering op bovengenoemde vordering enige betaling gedaan aan Multi Mouse B.V. c.s.

2.2. [gedaagde] en [echtgenoot gedaagde] zijn buiten gemeenschap van goederen gehuwd en woonden tot (enig moment in) 2008 in een woning aan het adres [adres] in [plaats]. Laatstgenoemde woning (hierna: de echtelijke woning) stond sinds eind jaren ’90 op naam van [gedaagde]. De echtelijke woning inclusief de inboedel is in mei 2008 verkocht aan een derde voor het bedrag van € 485.000,--, waarna de overdracht plaatsvond op 3 juli 2008. Daarbij is de hypothecaire lening bij Fortis afgelost. [gedaagde] en

[echtgenoot gedaagde] zijn vervolgens gaan wonen in een (recreatie)woning aan het adres [adres te plaats]. [gedaagde] heeft die woning (hierna: de nieuwe woning) gekocht voor € 248.000,--. De nieuwe woning staat op haar naam.

2.3. In de jaarstukken bij de aangifte vennootschapsbelasting (hierna: Vpb) van VVU over het jaar 2005 (productie 7 bij dagvaarding) staan een bedrag van € 113.445,-- ter zake van “Vorderingen op aandeelhouders/participanten (vlottend)” en een bedrag van € 167.541,-- ter zake van “Pensioenvoorziening” vermeld. De pensioenvoorziening heeft betrekking op het pensioen van [echtgenoot gedaagde].

2.4. In de aangifte inkomstenbelasting (hierna: IB) over 2005 van [echtgenoot gedaagde] (productie 9 bij dagvaarding) staan een bedrag van totaal € 10.028,-- aan “Betaalde rente en kosten van eigen woningschuld” en een bedrag van € 3.084,-- aan “Periodieke betalingen voor erfpacht, opstal en beklemming i.v.m. uw eigen woning” vermeld. Ook staat in laatstgenoemde aangifte een “Eigenwoningschuld op 31 december 2005” ten bedrage van

€ 204.201,-- vermeld. In de bij de aangifte IB 2005 van [echtgenoot gedaagde] behorende specificaties staat ter zake van “Rente en kosten van eigenwoningschuld” een bedrag van

€ 4.356,-- onder vermelding van “Fortis Bank” en een bedrag van € 5.672,-- onder vermelding van VVU.

2.5. In de aangiften IB over 2007, 2008 en 2009 van [echtgenoot gedaagde] (producties 18, 19 en 20 bij dagvaarding) staan bij het kopje “Inkomsten uit vroegere dienstbetrekking” bedragen van respectievelijk € 8.507,--, € 21.686,-- en € 23.729,-- onder vermelding van “SVB” en “Uitkering”.

2.6. In de aangiften IB van [gedaagde] over de jaren 2006, 2007 en 2008 (producties 31, 32 en 33 bij dagvaarding) staan bedragen van respectievelijk € 10.028,--, € 10.028,-- en € 5.426,-- aan “ Hypotheekrente en kosten van geldleningen voor de eigen woning” vermeld. In de aangiften IB van [gedaagde] over 2006 en 2007 staan onder het kopje “Rente en kosten van eigenwoningschuld” een schuld aan de Fortis Bank ten bedrage van

€ 90.756,-- en een schuld aan VVU ten bedrage van € 113.445,-- vermeld. In de aangifte IB over 2008 staan de hiervoor genoemde schulden aan Fortis Bank en VVU niet vermeld, maar wel aan deze partijen betaalde bedragen aan hypotheekrente van respectievelijk

€ 2.590,-- en € 2.836,--.

2.7. In verband met de hiervoor onder 2.1 genoemde vordering heeft Multi Mouse B.V. c.s. op 30 juli 2007 executoriaal derdenbeslag doen leggen onder de Sociale Verzekeringsbank (hierna: SVB) op de AOW-uitkering van [echtgenoot gedaagde]. Vervolgens heeft [echtgenoot gedaagde] in verband met de beslagvrije voet aan de deurwaarder en aan de SVB meegedeeld dat hij gehuwd was, dat hij geen andere inkomsten had dan de AOW-uitkering en dat ook zijn echtgenote geen inkomsten had.

2.8. In een stuk gedateerd 11 februari 2010 getiteld “Notulen” (productie 30 bij dagvaarding) staat onder meer het volgende:

“[…]

Notulen van de Algemene Vergadering van Aandeelhouders van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Vastgoed Vermogen Utrecht B.V., gevestigd te [plaats], gehouden op 11 februari 2010 ten kantore van de vennootschap.

Aanwezig:

- Vastgoed Vermogen Utrecht B.V. vertegenwoordigend het gehele geplaatste en volgestorte aandelenkapitaal van de vennootschap, vertegenwoordigd door de heer [echtgenoot gedaagde],

en

- mevrouw [gedaagde].

De vergadering wordt voorgezeten door de heer [echtgenoot gedaagde], directeur der vennootschap. Tot het houden van de notulen wordt aangewezen mevrouw [gedaagde]. […]

Behandeld en met algemene stemmen wordt besloten:

[…]

2. Goedkeuring van de directie om de vordering van de vennootschap op de heer [echtgenoot gedaagde] ten laste van het resultaat te brengen. Als tegenprestatie ziet de heer [echtgenoot gedaagde] af van zijn ouderdomspensioen en is de voorziening t.g.v. het resultaat gebracht.

3. Vaststelling van de jaarrekening 2008 en verlening van décharge aan de directie.

4. Bestemming van het resultaat over 2008 ten gunste van de overige reserves.

[…]

Aldus opgemaakt te [plaats] op 11 februari 2010.”

Het hierboven geciteerde stuk is ondertekend door [echtgenoot gedaagde] als voorzitter en door [gedaagde] als secretaris.

2.9. In een brief d.d. 18 juni 2010 van [naam] (hierna: [naam]) van D&L Administratiekantoor B.V. aan de advocaat van [gedaagde] (productie 38 van Multi Mouse B.V. c.s.) staat onder meer het volgende:

“[…]

Wij zullen trachten het cijfermatige gedeelte in de dagvaarding te onderbouwen.

Lening [echtgenoot gedaagde] € 113.445,-

In 1998 en 1999 is door de vennootschap een lening verstrekt aan de heer [echtgenoot gedaagde] voor een bedrag van f 250.000,- ofwel € 113.445,-.

Deze gelden zijn gebruikt voor de verbouwing van de privé-woning.

Naar aanleiding van een ingesteld boekenonderzoek in 2001 is door de belastingdienst gesteld dat voor de vordering een hypothecaire zekerheid gesteld moest worden.

Volgens de heer [echtgenoot gedaagde] is dit echter nooit gebeurd en is de onderhandse lening altijd meegenomen onder financiering eigen woning.

[…]

Verkoop woning

[adres] is medio 2008 verkocht. Bij verkoop van de woning is alleen de hypothecaire vordering Fortis Bank afgelost.

Onderhandse lening € 113.445,-

Deze vordering is eind 2008 afgeboekt. De pensioenvoorziening is ook vrijgevallen. De vordering Scheerholt Vastgoed B.V. is ook afgeboekt. Per saldo een winst van € 38.981,- […]”.

2.10. Op 11 maart 2010 heeft Multi Mouse B.V. c.s. (onder meer) het arrest van het Gerechtshof Amsterdam d.d. 8 maart 2007 (nogmaals) doen betekenen aan VVU en aan [echtgenoot gedaagde] in privé (productie 22 bij dagvaarding). Eveneens op 11 maart 2010 heeft Multi Mouse B.V. c.s. ten laste van VVU executoriaal derdenbeslag doen leggen onder [gedaagde] (productie 23 bij dagvaarding) en ten laste van [echtgenoot gedaagde] executoriaal derdenbeslag doen leggen onder VVU (productie 24 bij dagvaarding). Op respectievelijk 16 maart 2010 en 23 maart 2010 hebben VVU en [gedaagde] de verklaring als bedoeld in artikel 476 sub b Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (hierna: Rv) afgelegd (producties 25 en 26). [gedaagde] heeft in haar verklaring derdenbeslag verklaard niets aan VVU verschuldigd te zijn; VVU heeft in haar verklaring derdenbeslag (ondertekend door [echtgenoot gedaagde]) verklaard niets aan [echtgenoot gedaagde] verschuldigd te zijn.

2.11. Multi Mouse B.V. c.s. heeft bij dagvaarding van 10 mei 2010 (productie 28 bij dagvaarding) bij deze rechtbank een procedure aanhangig gemaakt jegens [gedaagde] en VVU waarin zij – kort gezegd – de juistheid van de door hen afgelegde verklaringen derdenbeslag betwist en onder meer vordert dat [gedaagde] en VVU worden veroordeeld tot het afleggen van gerechtelijke verklaringen en het overleggen van stukken (deze procedure wordt hierna kortheidshalve aangeduid als “de verklaringsprocedure). Het hiervoor onder 2.8 geciteerde stuk “Notulen” is door [gedaagde] en VVU op 23 februari 2011 als productie overgelegd in de verklaringsprocedure.

2.12. Op 21 maart 2011 heeft Multi Mouse B.V. c.s. ten laste van [gedaagde] conservatoir beslag doen leggen op de nieuwe woning.

2.13. Bij (tussen)vonnis van 4 mei 2011 in de verklaringsprocedure (door [gedaagde] in het geding gebracht ter comparitie van partijen van 29 september 2011) heeft de rechtbank in rechtsoverweging 5.3 (onder meer) het volgende overwogen:

“[…]

Anders dan Multi Mouse c.s. betoogt, dwingen de aangiften IB van [gedaagde] over de jaren 2006-2008 niet tot de conclusie dat de vordering van € 113.445,-- [gedaagde] en niet [echtgenoot gedaagde] betreft. Als echtelieden zijn [gedaagde] en [echtgenoot gedaagde] immers vanzelf fiscale partners. Zij mochten het saldo van de inkomsten en aftrekposten van de eigen woning dan ook onderling verdelen, hetgeen zij ook hebben gedaan. In dit verband dienden beide echtelieden de waarde van de echtelijke woning en de eigenwoningschuld in hun aangiften te vermelden. Nu de jaarstukken van VVU alleen [echtgenoot gedaagde] aanduiden als leningnemer en overigens niet is gebleken dat [gedaagde] zelf (rechtstreeks) van VVU gelden heeft geleend, dient het er daarom voor gehouden te worden dat de vordering alleen [echtgenoot gedaagde] betreft. Hieraan doet niet af dat de gelden zijn gebruikt voor de echtelijke woning die [gedaagde] in eigendom toebehoort. Mogelijk heeft [echtgenoot gedaagde] in dat verband een vordering op [gedaagde], maar op grond van hetgeen partijen naar voren hebben gebracht, kan niet worden geoordeeld dat [gedaagde] vermogensbestanddelen van VVU onder zich heeft of iets aan VVU verschuldigd is of zal worden en dat haar verklaring ex artikel 476a Rv dus onjuist is. Voor zover de vordering [gedaagde] betreft, zal deze daarom worden afgewezen. Om proceseconomische redenen zal deze afwijzing tegelijk met het eindvonnis in de zaak tussen Multi Mouse c.s. en VVU in het dictum worden opgenomen.[…]

Uit het vorenstaande volgt dat het beroep op de artikelen 3:45 juncto 3:46 sub 4 van het Burgerlijk Wetboek (BW), dat gebaseerd is op de stelling dat het bedrag van € 113.445,- aan Scheernhoorn is geleend, onbesproken kan blijven […]”.

Voorts heeft de rechtbank in laatstgenoemd (tussen)vonnis VVU toegelaten tot het leveren van (tegen)bewijs met het oog op de jegens VVU ingestelde vordering.

2.14. In het kader van het getuigenverhoor d.d. 18 augustus 2011 in de verklaringsprocedure (waarvan het proces-verbaal door Multi Mouse B.V. c.s. als productie in de onderhavige zaak in het geding is gebracht) heeft [naam] onder meer het volgende verklaard:

“[…]

Mr. Seunke houdt mij mijn verklaring van 18 juni 2010 voor. Daarin staat dat de Belastingdienst eiste dat er een hypothecaire zekerheid werd gesteld. Ik ken de achtergrond van die eis niet. Ik denk dat dit verband hield met het feit dat er ook een pensioenvoorziening was. Mr. Seunke vraagt of dit met de aftrekbaarheid te maken had. Ik heb de rente opgevoerd onder de eigen woning omdat de controle van de fiscus destijds niet goed was. Consumptief krediet werd in die tijd als lening voor de eigen woning opgevoerd zodat de rente aftrekbaar was. De eis van de fiscus had echter niet met dat element te maken. Mr. Bouwman vraagt mij of er altijd een vordering van de vennootschap op de heer [echtgenoot gedaagde] is geweest. Er was een rekening-courant verhouding tussen de vennootschap en de heer [echtgenoot gedaagde]. In 2000 ging het om ongeveer € 154.000,- dit is daarna teruggelopen naar € 113.000,-. De vordering was niet inbaar. […]”.

3. De vordering

3.1. Multi Mouse B.V. c.s. vordert dat de rechtbank, bij voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis, [gedaagde] zal veroordelen om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan Multi Mouse B.V. c.s. te betalen, des dat door betaling door [gedaagde] aan de één zij jegens de ander zal zijn gekweten, een bedrag van

€ 113.445,-- te vermeerderen met de wettelijke rente over laatstgenoemd bedrag vanaf

1 april 2011 tot aan de dag der algehele betaling, met veroordeling van [gedaagde] in de proceskosten inclusief de beslagkosten en de nakosten.

3.2. Multi Mouse B.V. c.s. legt, tegen de achtergrond van de vaststaande feiten, de volgende stellingen aan haar vordering ten grondslag.

De schuld van € 113.445,-- aan VVU is een schuld van [gedaagde] en niet een schuld van [echtgenoot gedaagde]. Door met VVU samen te spannen waardoor haar schuld van € 113.445,-- aan VVU op 11 februari 2010 om niet werd kwijtgescholden heeft [gedaagde] onrechtmatig gehandeld jegens Multi Mouse B.V. c.s.. De schade die Multi Mouse B.V. c.s. als gevolg daarvan lijdt bedraagt ten minste € 113.445,--.

Naar aanleiding van het vonnis van 4 mei 2011 in de verklaringsprocedure voert Multi Mouse B.V. c.s. de volgende drie (aanvullende) grondslagen voor haar vordering aan.

Het om niet kwijtschelden door [gedaagde] van haar aanspraken jegens VVU op weduwen- en ouderdomspensioen samen met haar man levert een onrechtmatige daad jegens Multi Mouse B.V. c.s. op, als dit al zou zijn gebeurd zoals [gedaagde] in de verklaringsprocedure beweert. De schade die Multi Mouse B.V. c.s. als gevolg daarvan lijdt bedraagt € 113.445,--.

[gedaagde] is door een “opzetje” tussen haar en haar echtgenoot [echtgenoot gedaagde] ten laste van Multi Mouse B.V. c.s. als crediteuren van zowel VVU als [echtgenoot gedaagde] ongerechtvaardigd verrijkt met een bedrag van € 113.445,--, terwijl Multi Mouse B.V. c.s. met datzelfde bedrag is verarmd.

Het hiervoor bedoelde “opzetje” door [gedaagde] en [echtgenoot gedaagde] levert tevens een onrechtmatige daad op van [gedaagde] jegens Multi Mouse B.V. c.s., waardoor laatstgenoemde schade heeft geleden ten bedrage van € 113.445,--.

4. Het verweer

4.1. [gedaagde] voert verweer en concludeert dat de rechtbank de vordering van Multi Mouse B.V. c.s. zal afwijzen, met veroordeling van Multi Mouse B.V. c.s. in de proceskosten. Op de stellingen en verweren van [gedaagde] wordt, voor zover van belang, hierna nader ingegaan.

5. De beoordeling

5.1. Alvorens (eventueel) toe te komen aan de beoordeling van de vorderingen dient te worden beslist op het door [gedaagde] ter comparitie van partijen gedane verzoek tot voeging van de onderhavige procedure met de verklaringsprocedure. [gedaagde] legt daaraan ten grondslag dat beide procedures hetzelfde feitencomplex betreffen. De advocaat van [gedaagde], tevens advocaat van VVU, heeft ter comparitie van partijen verklaard dat VVU, zijnde de naast [gedaagde] en Multi Mouse B.V. c.s. betrokken partij in de verklaringsprocedure, geen bezwaar heeft tegen de verzochte voeging.

Multi Mouse B.V. c.s. heeft zich, eveneens ter comparitie van partijen, verzet tegen voeging en zich in dat kader op het standpunt gesteld dat beide zaken gescheiden behandeld dienen te worden omdat in de verklaringsprocedure andere grondslagen en feiten aan de orde zijn dan in de onderhavige procedure, terwijl ook de betrokken partijen niet dezelfde zijn.

Bij de beoordeling van het verzoek tot voeging moet worden vooropgesteld dat een vordering tot voeging van zaken een incidentele vordering is, die krachtens artikel 222 Rv in samenhang met artikel 220 lid 3 Rv door de gedaagde dient te worden ingesteld bij met redenen omklede conclusie vóór alle weren op de voor het nemen van de conclusie van antwoord bepaalde datum. Nu zowel in de verklaringsprocedure als in de onderhavige procedure reeds van antwoord is gediend, is [gedaagde] in haar verzoek, voor zover dit als vordering tot voeging moet worden opgevat, niet-ontvankelijk. De onderhavige zaak zal dus separaat van de verklaringsprocedure worden afgedaan.

5.2. De grondslag die Multi Mouse B.V. c.s. in de eerste plaats (en, naar de rechtbank begrijpt, primair) voor haar vordering heeft aangevoerd is gebaseerd op de stelling dat [gedaagde] (op enig moment) een schuld van € 113.445,-- heeft (gehad) aan VVU. Door te accepteren dat VVU haar die schuld (om niet) heeft kwijtgescholden heeft [gedaagde] jegens Multi Mouse B.V. c.s. onrechtmatig gehandeld. Die kwijtschelding is immers een rechtshandeling van VVU om niet zoals bedoeld in artikel 3:45 Burgerlijk Wetboek (hierna: BW) waarvan zowel VVU als [gedaagde] wisten dat Multi Mouse B.V. c.s. daardoor zouden worden benadeeld in hun verhaalsmogelijkheden, aldus Multi Mouse B.V. c.s.

Het meest verstrekkende verweer van [gedaagde] tegen toewijzing van de vordering op deze grondslag komt er op neer dat Multi Mouse B.V. c.s., door in de onderhavige procedure het standpunt in te nemen dat [gedaagde] (en niet [echtgenoot gedaagde]) bij VVU een schuld heeft (gehad) ter hoogte van € 113.445,--, het hiervoor onder 2.13 weergegeven oordeel van de rechtbank in rechtsoverweging 5.3 van het tussenvonnis van 4 mei 2011 in de verklaringsprocedure in een vorm van “verkapt appèl” opnieuw aan de rechtbank wil voorleggen en dat de vordering reeds daarom dient te worden afgewezen.

Bij de beoordeling van dit verweer – dat met aanvulling van rechtsgronden gelezen wordt als een beroep op artikel 236 Rv - dient te worden vooropgesteld dat in het civiele recht het beginsel “Ne bis in idem” niet geldt. Elke vordering die door een eiser wordt ingesteld dient in beginsel door de civiele rechter te worden beoordeeld, ook al betreft het dezelfde procespartijen en ook al worden dezelfde vorderingen ingediend op dezelfde grondslag. Anderzijds is van belang dat krachtens artikel 236 Rv beslissingen die de rechtsbetrekking in een geschil betreffen en vervat zijn in een in kracht van gewijsde gegaan vonnis, in een ander geschil tussen dezelfde partijen bindende kracht hebben (het zogenoemde gezag van gewijsde). Multi Mouse B.V. c.s. heeft, zo blijkt uit de dagvaarding in de verklaringsprocedure, in die procedure onder meer gevorderd dat de rechtbank (kort gezegd) zal bepalen hetgeen [gedaagde] aan VVU verschuldigd is en/of uit een reeds bestaande rechtsverhouding aan VVU verschuldigd zal worden en [gedaagde] zal veroordelen tot afgifte daarvan aan Multi Mouse B.V. c.s. Zij heeft die vordering gebaseerd op de stelling dat [gedaagde] een schuld van € 113.445,-- aan VVU heeft (gehad). Bij antwoordakte na overlegging producties in de verklaringsprocedure heeft Multi Mouse B.V. c.s. de rechtbank verzocht om, indien er van uit moet worden gegaan dat VVU op 10 februari 2010 haar vordering op [gedaagde] aan deze laatste heeft kwijtgescholden/geschonken, die rechtshandeling op grond van het bepaalde in artikel 3:45 BW juncto 3:46 sub 4 BW te vernietigen.

De rechtbank constateert dat Multi Mouse B.V. c.s. zowel in de verklaringsprocedure als in de onderhavige procedure een vordering heeft ingesteld tot veroordeling tot betaling van € 113.445,- door [gedaagde], gebaseerd op de stelling dat VVU een vordering ten bedrage van dit bedrag heeft (gehad) op [gedaagde]. Ook voert zij in beide procedures aan dat de eventuele kwijtschelding daarvan door VVU een rechtshandeling in de zin van artikel 3:45 BW (Pauliana) oplevert. Ter onderbouwing van die stellingen heeft Multi Mouse B.V. c.s. in de onderhavige procedure geen feiten en omstandigheden gesteld die zij niet ook in de verklaringsprocedure heeft aangevoerd en waarover de rechtbank in de verklaringsprocedure reeds beslissingen heeft genomen, zij het Multi Mouse B.V. c.s. onwelgevallige beslissingen.

Hoewel tegen het oordeel van de rechtbank in de hiervoor onder 2.13 geciteerde rechtsoverwegingen van het tussenvonnis van 4 mei 2011 in de verklaringsprocedure nog hoger beroep (tegelijk met een eventueel hoger beroep tegen het in de verklaringsprocedure te wijzen eindvonnis) openstaat, zodat van gezag van gewijsde van dat oordeel strikt genomen dus nog geen sprake is, is het opnieuw en op inhoudelijk dezelfde gronden in de onderhavige procedure vorderen van de ook reeds in de verklaringsprocedure gevorderde veroordeling tot betaling, tegen de achtergrond van de hiervoor geschetste overlap tussen de vorderingen, stellingen en argumenten in de beide procedures, onverenigbaar met de aan de figuur van het gezag van gewijsde ten grondslag liggende beginselen, althans moet zulks in ieder geval in strijd worden geacht met een goede procesorde. Daarbij wordt mede in aanmerking genomen dat beide procedures door Multi Mouse B.V. c.s. bij dezelfde rechtbank aanhangig zijn gemaakt en dat Multi Mouse B.V. c.s. deze rechtbank in de onderhavige procedure in feite vraagt de gewraakte rechtsoverwegingen in het tussenvonnis van 4 mei 2011 te herzien.

Mocht dat oordeel (al dan niet na een eventueel door Multi Mouse B.V. c.s. in te stellen hoger beroep) onherroepelijk worden, dan zal Multi Mouse B.V. c.s. het gezag van gewijsde ten aanzien van dit oordeel tegen zich te hebben laten gelden, hetgeen zich niet verdraagt met haar poging in de onderhavige procedure een ander oordeel uit te lokken. Anderzijds geldt dat, indien de in het tussenvonnis van 4 mei 2011 vervatte oordelen in de verklaringsprocedure (al dan niet in hoger beroep) geen stand zouden houden, Multi Mouse B.V. c.s. achteraf gezien geen belang heeft (gehad) bij een beslissing op haar primaire stelling in de onderhavige procedure. De omstandigheden dat in de verklaringsprocedure (mede) de juistheid van de door [gedaagde] afgelegde verklaring derdenbeslag onderwerp is van de rechtsstrijd tussen partijen en dat in die procedure nog een derde partij (VVU) betrokken is die geen partij is in de onderhavige procedure maken dit niet anders. Voor zover de vordering van Multi Mouse B.V. c.s. is gebaseerd op haar stelling dat [gedaagde] een bedrag van € 113.445,-- verschuldigd is (geweest) aan VVU en/of dat VVU die schuld aan [gedaagde] paulianeus heeft kwijtgescholden is Multi Mouse B.V. c.s. daarin gelet op het voorgaande niet-ontvankelijk.

5.3. Subsidiair heeft Multi Mouse B.V. c.s. aan haar vordering ten grondslag gelegd dat het om niet kwijtschelden door [gedaagde] samen met haar man van aanspraken jegens VVU op weduwen- en ouderdomspensioen, als dit al zou zijn gebeurd zoals [gedaagde] in de verklaringsprocedure beweert, onrechtmatig is jegens Multi Mouse B.V. c.s. Bij de beoordeling van deze grondslag dient te worden vooropgesteld dat het aan Multi Mouse B.V. c.s. is om - deugdelijk onderbouwd - te stellen en bij voldoende gemotiveerde betwisting te bewijzen dat [gedaagde] jegens VVU aanspraken heeft gehad op weduwen- en ouderdomspensioen en dat zij daarvan afstand heeft gedaan, nu zij zich op de rechtsgevolgen van die stellingen beroept. De rechtbank is van oordeel dat Multi Mouse B.V. c.s. haar (impliciete) stelling dat [gedaagde] (en niet alleen [echtgenoot gedaagde]) jegens VVU pensioenaanspraken had onvoldoende heeft onderbouwd, nu zij niet heeft uiteengezet waaruit blijkt dat [gedaagde] dergelijke aanspraken had en evenmin wat die aanspraken concreet zouden hebben ingehouden. Dit klemt temeer nu partijen buiten gemeenschap van goederen getrouwd zijn en [gedaagde] in het kader van haar verweer onder meer heeft aangevoerd dat zij niets te maken had met het compenseren van de vordering van VVU op [echtgenoot gedaagde] met de in VVU opgebouwde pensioenvoorziening. Dat [gedaagde] in de verklaringsprocedure heeft gesteld dat zij samen met haar man afstand heeft gedaan van pensioenaanspraken, zoals Multi Mouse B.V. c.s. stelt, is de rechtbank overigens niet gebleken. Omdat Multi Mouse B.V. c.s. haar stelling dat [gedaagde] jegens VVU aanspraken heeft gehad op weduwen- en ouderdomspensioen en dat zij daarvan afstand heeft gedaan onvoldoende heeft onderbouwd, wordt aan bewijslevering op dit punt niet toegekomen.

5.4. Multi Mouse B.V. c.s. heeft verder aangevoerd dat [gedaagde] ten laste van haar als crediteur van zowel VVU als van [echtgenoot gedaagde] ongerechtvaardigd is verrijkt met een bedrag van € 113.445,-- indien het er – zoals de rechtbank in de verklaringsprocedure heeft

gedaan – voor zou moeten worden gehouden dat

- [echtgenoot gedaagde] € 113.445 heeft geleend van VVU,

- hij dat bedrag vervolgens aan [gedaagde] beschikbaar heeft gesteld om de op haar naam staande echtelijke woning te verbouwen,

- [gedaagde] vervolgens de totale verkoopopbrengst van de echtelijke woning heeft geïncasseerd en daarmee een nieuwe woning heeft gekocht, en

- [echtgenoot gedaagde] het bedrag van € 113.445,-- aan [gedaagde] heeft kwijtgescholden, hoewel de fiscus indertijd heeft geëist dat [gedaagde] teneinde aflossing van het aan het kapitaal van VVU onttrokken bedrag veilig te stellen hypothecaire zekerheid zou stellen.

Door het hiervoor beschreven “opzetje” tussen [gedaagde] en haar echtgenoot [echtgenoot gedaagde] is Multi Mouse B.V. c.s. verarmd met het bedrag van € 113.445,-- waarvoor [echtgenoot gedaagde] en VVU door de kwijtschelding geen verhaal bieden, aldus Multi Mouse B.V. c.s.. [gedaagde] heeft in het kader van haar verweer onder meer gesteld dat van het bedrag van € 113.445,-- de echtelijke woning is opgeknapt en dat er ook van is geleefd. Daarmee is geen vordering ontstaan van [echtgenoot gedaagde] op [gedaagde]. Er is dan ook geen sprake van een “opzetje” om schuldeisers te benadelen, aldus [gedaagde].

Vooropgesteld zij dat in het tussenvonnis van 4 mei 2011, anders dan Multi Mouse B.V. c.s. stelt, niet te lezen valt dat het ervoor moet worden gehouden dat [gedaagde] enig bedrag verschuldigd is (geweest) aan [echtgenoot gedaagde], noch dat [echtgenoot gedaagde] enig bedrag aan [gedaagde] heeft kwijtgescholden. De rechtbank heeft in laatstgenoemd vonnis slechts gerefereerd aan de mogelijkheid van het bestaan van een vordering van [echtgenoot gedaagde] op [gedaagde].

Weliswaar plaats Multi Mouse B.V. c.s. deze feitelijke stellingen in de sleutel van de ongerechtvaardigde verrijking, maar zij miskent daarmee dat de wetgever voor dit soort gevallen van ‘verrijking’, waarbij de verhaalsmogelijkheden van een schuldeiser door onverplichte rechtshandelingen van haar schuldenaar zijn benadeeld de bijzondere regeling van de paulina heeft getroffen. Onder omstandigheden kan een schuldeiser dergelijke rechtshandelingen op grond van artikel 3:45 BW vernietigen.

Ambtshalve de rechtsgronden aanvullend zal de rechtbank de vordering van Multi Mouse B.V. c.s. dan ook op deze grondslag beoordelen.

Krachtens artikel 3:45 BW is een door een schuldenaar verrichte onverplichte rechtshandeling vernietigbaar indien de schuldenaar bij het verrichten van de rechtshandeling wist of behoorde te weten dat benadeling van een of meer schuldeisers in hun verhaalsmogelijkheden daarvan het gevolg zou zijn. De vernietiging op grond van artikel 3:45 BW kan zowel in als buiten rechte geschieden. Multi Mouse B.V. c.s. heeft in de onderhavige procedure echter niet de vernietiging van enige door [echtgenoot gedaagde] verrichte rechtshandeling gevorderd en evenmin gesteld dat een dergelijke vernietiging (bijvoorbeeld van de gestelde schenking/kwijtschelding aan [gedaagde]) buiten rechte heeft plaatsgevonden. Daar komt bij dat, zelfs indien in de stellingen van Multi Mouse B.V. c.s. een vordering tot vernietiging van een door [echtgenoot gedaagde] verrichte schenking / kwijtschelding zou moeten worden gelezen, die vordering niet kan leiden tot toewijzing van de vordering tot betaling van enig bedrag in de onderhavige procedure. De bedoelde vernietiging zou immers tot gevolg hebben dat de (gestelde) vordering van [echtgenoot gedaagde] op [gedaagde] zou herleven, maar er zou geen rechtstreekse verplichting tot betaling van enig bedrag door [gedaagde] aan Multi Mouse B.V. c.s. uit voortvloeien, terwijl vorderingen op grond van het onder [gedaagde] gelegde derdenbeslag in deze procedure niet aan de orde zijn.

5.5. Multi Mouse B.V. c.s. heeft verder nog aangevoerd dat het hiervoor onder 5.4 beschreven “opzetje” tevens een onrechtmatige daad van [gedaagde] jegens haar oplevert. De rechtbank begrijpt de stellingen van Multi Mouse B.V. c.s. aldus dat de vermogensverschuiving die zou hebben plaatsgevonden door de investering van door [echtgenoot gedaagde] van VVU geleend geld in de aan [gedaagde] toebehorende echtelijke woning in combinatie met de gestelde kwijtschelding van een daaruit resulterende schuld van [gedaagde] door [echtgenoot gedaagde] een onrechtmatige daad van [gedaagde] jegens Multi Mouse B.V. c.s. oplevert. Multi Mouse B.V. c.s. heeft niet toegelicht waarin de onrechtmatigheid van het gedrag van [gedaagde] in het kader van deze vermogensverschuiving is gelegen. Met name heeft zij geen, althans onvoldoende feiten en omstandigheden gesteld waaruit volgt dat [gedaagde] op het moment dat de vermogensverschuiving plaatsvond (een moment dat door Multi Mouse B.V. c.s. niet in de tijd geplaatst is) wist of redelijkerwijs had moeten begrijpen dat door haar acceptatie van de gestelde schenking/kwijtschelding crediteuren van [echtgenoot gedaagde], en meer in het bijzonder Multi Mouse B.V. c.s., op onrechtmatige wijze zouden worden benadeeld.

5.6. Voor zover de stellingen en argumenten van Multi Mouse B.V. c.s. aldus moeten worden opgevat dat [gedaagde] gehouden is tot schadevergoeding omdat zij zich jegens Multi Mouse B.V. c.s. onrechtmatig heeft gedragen door mee te werken aan schending van een uit artikel 3:45 BW voortvloeiende norm kan Multi Mouse B.V. c.s. daarin niet worden gevolgd reeds omdat wetenschap van benadeling aan de zijde van [gedaagde] niet is komen vast te staan, zoals hiervoor is overwogen.

5.7. Het voorgaande leidt tot de conclusie dat een grondslag voor toewijzing van de vorderingen van Multi Mouse B.V. c.s. ontbreekt, zodat deze zullen worden afgewezen.

5.8. Multi Mouse B.V. c.s. zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van [gedaagde] worden begroot op:

- griffierecht € 71,00

- salaris advocaat € 2.842,00 (2,0 punten × tarief € 1.421,00)

Totaal € 2.913,00

6. De beslissing

De rechtbank

6.1. verklaart [gedaagde] niet-ontvankelijk in haar vordering tot voeging van de onderhavige procedure met de verklaringsprocedure bij deze rechtbank bekend onder zaak/rolnummer 115648 / HA ZA 10-1683,

6.2. wijst de vorderingen van Multi Mouse B.V. c.s. af,

6.3. veroordeelt Multi Mouse B.V. c.s. in de proceskosten, aan de zijde van [gedaagde] tot op heden begroot op € 2.913,--.

Dit vonnis is gewezen door mr. D. Vergunst, mr. M.J. Vos en mr. E. Boerwinkel en in het openbaar uitgesproken op 21 december 2011.


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Gerelateerde advocaten

Gerelateerde advocatenkantoren

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature