Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Zittingsplaats:
Instantie:

Inhoudsindicatie:

Het Slingeland Ziekenhuis vordert ontruiming van het door Avenance gehuurde bezoekersrestaurant op grond van een huurbeëindigingsovereenkomst die tussen partijen is gesloten. Avenance voert als verweer dat zij de huurbeëindigingsovereenkomst buitengerechtelijk heeft ontbonden. De voorzieningenrechter wijst de ontruimingsvordering toe.

Door het Slingeland Ziekenhuis is een tenderprocedure uitgeschreven voor de exploitatie van de horeca- en retailvoorzieningen in het ziekenhuis. De tussen partijen gesloten huurbeëindigingsovereenkomst behelst geen nadere voorwaarden die partijen in samenhang met de tenderprocedure zijn overeengekomen. Dat het Slingeland Ziekenhuis jegens Avenance is tekortgeschoten in haar verplichtingen uit de huurbeëindigingsovereenkomst is onvoldoende aannemelijk geworden. Voor de door Avenance ingeroepen buitengerechtelijke ontbinding van die overeenkomst bestaat derhalve onvoldoende grond. De huurbeëindigingsovereenkomst geldt dan ook onverkort tussen partijen, zodat de door het Slingeland gevorderde ontruiming toewijsbaar is.

Uitspraak



RECHTBANK ZUTPHEN

Sector Civiel – Afdeling Handel

zaaknummer / rolnummer: 110417 / KG ZA 10-42

Vonnis in kort geding van 3 maart 2010

in de zaak van

de stichting STICHTING SLINGELAND ZIEKENHUIS,

gevestigd te Doetinchem,

eiseres,

advocaat mr. T. van Wijk te Nijmegen,

tegen

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid AVENANCE NEDERLAND B.V.,

gevestigd te Haarlem,

gedaagde,

advocaat mr. M.C.P.G. Canoy te Amsterdam.

Partijen zullen hierna het Slingeland Ziekenhuis en Avenance genoemd worden.

1. De procedure

Het verloop van de procedure blijkt uit:

- de dagvaarding,

- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling,

- de pleitnota van het Slingeland Ziekenhuis,

- de pleitnota van Avenance.

2. De feiten

2.1. In het Slingeland Ziekenhuis zijn drie cateraars actief. Avenance is de cateraar van het bezoekersrestaurant. Met betrekking tot de exploitatie van dit bezoekersrestaurant hebben het Slingeland Ziekenhuis en de rechtsvoorgangster van Avenance, LGB Horeca B.V., op 13 juli 2000 een huurovereenkomst (hierna: de overeenkomst) gesloten. De overeenkomst is ingegaan op 1 januari 2000.

2.2. De winkel in het ziekenhuis wordt geëxploiteerd door Vermaat Groep B.V. en het personeelsrestaurant (inclusie vergaderservice, automatenbeheer en catering) wordt door de afdeling Gastenservice van het Slingeland Ziekenhuis geëxploiteerd.

2.3. Bij brief van 17 juni 2004 heeft het Slingeland Ziekenhuis de overeenkomst opgezegd met ingang van 1 januari 2010.

2.4. Bij brief van 27 oktober 2008 heeft het Slingeland Ziekenhuis Avenance onder meer het volgende medegedeeld:

“(…) Het ziekenhuis is voornemens een tender uit te schrijven voor de horeca en retail voorzieningen in het ziekenhuis, met als streven om deze per 1 januari 2010 aan één aanbieder te gunnen. U bent als een van de deelnemende aanbieders geselecteerd voor deze tender. (…) Een voorwaarde om deel te kunnen nemen aan deze tender is dat u instemt met de contractopzegging per 31 december 2009 en daarmee afstand doet van enigerlei aanspraak op continuering van de huidige dienstverlening. (…)”

2.5. In reactie op voormelde brief heeft Avenance het Slingeland Ziekenhuis bij brief van 31 oktober 2008 het volgende bericht:

“(…) Vooralsnog kan Avenance niet instemmen met uw verzoek. Het verzoek is immers niet in het belang van Avenance. Evenwel is Avenance bereid in te stemmen met uw voorstel indien aan onderstaande voorwaarden wordt voldaan:

- De in uw brief aangekondigde tender daadwerkelijk doorgang vindt;

- Avenance (…) daadwerkelijk in de gelegenheid wordt gesteld aan de aangekondigde tender deel te nemen;

- De uitkomst van de aangekondigde tender daadwerkelijk een andere situatie oplevert dan “slechts” een overgang naar een andere huurder dan Avenance (…) in de ruimte welke nu gehuurd wordt door Avenance (…).

Indien u bereid bent schriftelijjk te bevestigen dat u met alle genoemde voorwaarden akkoord gaat, zal Avenance (…) schriftelijk kenbaar maken dat zij instemt met de beëindiging van de overeenkomst per 1 januari 2010. (…)”

2.6. Vervolgens heeft de advocaat van het Slingeland Ziekenhuis Avenance bij brief van 3 december 2008 onder meer het volgende medegedeeld:

“(…) Zoals u weet is het ziekenhuis voornemens de restauratieve voorzieningen op andere leest te schoeien. Zij wil door samenvoeging van de verschillende onderdelen (bezoekersrestaurant, winkel en, in een later stadium, het personeelsrestaurant, de vergaderservice, automatenbeheer en catering) komen tot een efficiëntere, klantgerichte en voor het ziekenhuis zelf ook profijtelijker opzet. Daartoe hoopt zij binnenkort over te gaan tot het uitschrijven van een tender.

(…)

Namens cliënte kan ik u bevestigen:

- dat de tender in 2009 daadwerkelijk zal worden uitgeschreven;

- dat Avenance (…) dan de gelegenheid zal krijgen aan de tender deel te nemen;

- dat de tender een daadwerkelijk andere situatie zal opleveren dan “slechts” overgang van de ruimte naar een andere huurder. Met een “daadwerkelijk andere situatie” bedoelt cliënte de hiervoor omschreven, u desgewenst nader toe te lichten nieuwe opzet van de restauratieve voorzieningen. (…)”

2.7. Bij brief van 12 december 2008 heeft de advocaat van het Slingeland Ziekenhuis Avenance het volgende bericht:

“(…) Op 11 december jl. reageerde u telefonisch naar aanleiding van mijn brief aan Avenance van 3 december jl. (…)

Door deze zeg ik (…) namens cliënte, Slingeland Ziekenhuis, de huur op van de door Avenance in het ziekenhuis gebruikte bedrijfsruimte tegen 1 januari 2010. De reden voor de opzegging is gelegen in het aan u al bekende voornemen van het ziekenhuis om de restauratieve voorzieningen op nieuwe leest te schoeien en door samenvoeging van de verschillende onderdelen tot een efficiëntere, klantgerichte en voor het ziekenhuis profijtelijker opzet te komen. Gegeven de aard van dat belang heeft het ziekenhuis de thans door u gebruikte ruimte dringend nodig. (…)”

2.8. Bij brief van 6 februari 2009 heeft de advocaat van het Slingeland Ziekenhuis Avenance verzocht op korte termijn kleur te bekennen en antwoord te geven op de vraag of zij wel of niet accepteert dat de huur per ultimo 2009 zou eindigen.

2.9. Bij e-mailbericht van 10 februari 2009 heeft Avenance het Slingeland Ziekenhuis als volgt bericht:

“(…) Voor alle duidelijk: wij hebben reeds kleur bekend en aangegeven dat we bereid zijn de huurovereenkomst te willen beëindigen, onverlet ons streven samen met de directie van het Slingeland ziekenhuis te werken aan nieuwe catering- en restaurantconcepten die ten dienste kunnen staan van bezoekers, medewerkers en patiënten. (…)

U kunt deze mail beschouwen als een akkoord op de vraag gesteld in een eerder aangehaald faxbericht met dien verstande dat indien er geen duidelijkheid is over een mogelijk nieuwe cateraar voor 1 oktober wij niet akkoord gaan met de huurbeëindiging. Dit ter bescherming van onze medewerkers, die er recht op hebben tijdig te weten waar ze aan toe zijn. Beschouwt u dus deze voorwaarde als invulling van goed werkgeverschap. We gaan er van uit dat onze medewerking in dezen onze relatie met het ziekenhuis ten goede zal komen in de aanbestedingsprocedure die ongetwijfeld zal volgen. (…)”

2.10. Bij faxbericht van 26 februari 2009 heeft de advocaat van het Slingeland Ziekenhuis Avenance medegedeeld dat zij niet akkoord kan gaan met de door Avenance gewenste fatale termijn van 1 oktober 2009, maar dat zij wel bereid is een termijn van drie maanden in te lassen tussen de gunning en de beëindiging van de activiteiten van Avenance.

2.11. Partijen hebben vervolgens een huurbeëindigingsovereenkomst gesloten (door Avenance ondertekend op 31 maart 2009), die onder meer het volgende inhoudt:

“(…) – dat Slingeland Ziekenhuis in verband met de voorgenomen aanbesteding van de op nieuwe leest te schoeien restaurant-winkel-en cateringsactiviteiten de huur heeft opgezegd tegen 31 december 2009;

- dat Avenance met beëindiging van de huur kan instemmen, mits de einddatum van de huur zo goed mogelijk aansluit bij de gunning uit hoofde van genoemde aanbesteding;

- dat partijen bij elkaar te rade zijn gegaan en hebben besloten de huur als volgt te beëindigen:

(…)

1. De tussen partijen bestaande huurovereenkomst eindigt drie maanden na dagtekening van de aangetekend te verzenden brief van Slingeland Ziekenhuis aan Avenance, waarin het ziekenhuis aan Avenance meedeelt dat en aan wie de horeca-activiteiten zijn gegund, met dien verstande, dat de overeenkomst op zijn vroegst per 31 december 2009 eindigt.

2. Na verzending van genoemde brief zullen partijen in goed onderling overleg de verdere afwikkeling van de huur, zoals tijdstip en wijze van ontruiming en oplevering van het gehuurde, met elkaar bespreken.

3. Met de ondertekening door beide partijen van deze overeenkomst komt de schriftelijke opzegging tegen 31 december 2009 te vervallen.

(…)”

2.12. Eind augustus 2009 is Avenance door het Slingeland Ziekenhuis uitgenodigd om deel te nemen aan de tenderprocedure. De Selectieleidraad behorende bij de offerteaanvraag “Tender: Horeca & Retail Slingeland Ziekenhuis” van 26 augustus 2009 van het Slingeland Ziekenhuis houdt onder meer het volgende in:

“(…) 1.4. Uitgangspunten bij deze tender

• Stringente randvoorwaarde voor het aangaan van een nieuwe overeenkomst is juridische contractontbinding van huidige cateraars per 01-01-2010;

(…)

• De huidige cateraar, de afdeling Gastenservice van het Slingeland Ziekenhuis en drie externe partijen worden verzocht een aanbieding uit te brengen;

(…)

• De uiteindelijk geselecteerde exploitant voorziet in restauratieve voorzieningen. De doelstelling hierbij is om het bezoekersrestaurant per 1 februari 2010 en het winkeltje mogelijk in een later stadium onder te brengen (middels een 2-jarig contract) bij de geselecteerde ondernemer en dat deze uiterlijk is 2012 of zoveel eerder als mogelijk ook het personeelsrestaurant (inclusief vergaderservice, automatenbeheer en catering) gaat exploiteren.

(…)

1.6. De Opdracht

(…)

1.6.2. Scope van deze aanbesteding

Het uitvoeren van cateringwerkzaamheden voor het bezoekersrestaurant en de winkel van het Slingeland Ziekenhuis te Doetinchem.

(…)

1.6.4. Termijnen

De looptijd van de opdracht is vastgesteld op voor bepaalde tijd van 24 maanden met een mogelijkheid van drie (3) contract verlengingsjaren. Beoogde startdatum van het nieuwe contract is 1 februari 2010. De mogelijkheid bestaat om het 24 maandscontract met de drie optiejaren om te zetten in een 5 jarige overeenkomst met opzegmogelijkheid van ½ jaar, indien u aantoont dat u hiervoor een beter prijs-kwaliteitvoorstel kunt aanbieden.

(…)

1.6.7. Doel

De uiteindelijk geselecteerde exploitant voorziet in alle restauratieve voorzieningen. De doelstelling hierbij is om het bezoekersrestaurant per 1 februari 2010 en het winkeltje mogelijk in een later stadium onder te brengen (middels een 2-jarig contract) bij de geselecteerde ondernemer en dat deze uiterlijk in 2012 of zoveel eerder als mogelijk ook het personeelsrestaurant (inclusief vergaderservice, automatenbeheer en catering) gaat exploiteren. Deze tijdfasering geeft ruimte (in de periode 2010-2011) die goed benut kan worden om de integratie mogelijkheden met betrekking tot de restauratieve voorzieningen, bezoekers, personeel, winkel en patiënten eten & drinken verder te onderzoeken;

Mogelijke verlenging met een 3 jarig contract 2012 (of zoveel eerder als mogelijk)-2015 (…).

(…)

2.2. Bindende voorschriften

(…)

2.2.4. Voorbehoud ten aanzien van het project

Indicaties betreffende de mogelijke contractomvang in het kader van deze tender binden de Opdrachtgever en de Ondersteunende Inkooporganisatie nimmer. Het Slingeland Ziekenhuis is niet verplicht een overeenkomst af te sluiten.

(…)

2.2.10. Niet gunnen

Opdrachtgever behoudt zich zonder meer en zonder tot enigerlei schadeplichtigheid te zijn gehouden, het recht voor:

• De procedure tussentijds om haar moverende redenen af te breken;

• De procedure voortijdig om haar moverende stop te zetten;

• Tijdsplanningen te wijzigen (met uitzondering van de wettelijk vastgestelde termijnen);

• De opdracht niet te gunnen;

• Onderdelen van de opdracht niet te gunnen.

(…)”

2.13. Bij brief van 10 september 2009 heeft de advocaat van Avenance het Slingeland Ziekenhuis onder meer het volgende medegedeeld:

“(…) Cliënte heeft een huurovereenkomst met het Slingeland Ziekenhuis betreffende de exploitatie van het bezoekersrestaurant van het ziekenhuis, welke is ingegaan per (…) 1 januari 2000 en is beëindigd tegen 31 december 2009. Strikt genomen zou de cateringovereenkomst doorlopen tot en met 1 januari 2015 omdat de huurovereenkomst niet tijdig is opgezegd. Niettemin heeft cliënte, omwille van uw wens “om een tender uit te schrijven voor de horeca en retail voorzieningen in het ziekenhuis met als streven om deze per 1 januari 2010 aan één aanbieder te gunnen”, ingestemd met een beëindiging van de overeenkomst. Gelet op de mogelijke gevolgen van de beëindiging, hebben partijen onderhandeld over de voorwaarden van de beëindiging.

Avenance heeft onder andere de voorwaarde gesteld dat Stichting Slingeland Ziekenhuis een aanbestedingsprocedure initieert waarbij Avenance een eerlijke kans krijgt. Voorts heeft Avenance de voorwaarde gesteld dat de aanbestedingsprocedure ziet op de gunning van “op nieuwe leest te schoeien restaurant-, winkel- en cateringfaciliteiten”, zodat Avenance de mogelijkheid krijgt om haar cateringactiviteiten van het bezoekersrestaurant uit te breiden naar de winkel en het personeelsrestaurant. (…)

Thans is Avenance geconfronteerd met een aanbestedingsprocedure die op essentiële onderdelen in strijd is met de gemaakte afspraken.

Allereerst omvat de aanbestedingsprocedure in weerwil van de gemaakte afspraken niet alle cateringactiviteiten van het Slingeland Ziekenhuis. Ten aanzien van de cateringactiviteiten betreffende het winkeltje en het bedrijfsrestaurant behoudt het Slingeland Ziekenhuis zich alle rechten voor. (…)

In de tweede plaats strookt de looptijd van de te gunnen opdracht niet met de afspraak dat de opdracht op dezelfde leest zou schoeien als de voormalige cateringopdracht. (…)

Tot slot zijn de voorbehouden uit artikel 2.2.4 en 2.2.10 van het Programma van Eisen voor Avenance onaanvaardbaar. Het Slingeland Ziekenhuis behoudt zich immers het recht voor om, zonder opgave van redenen, niet tot gunning over te gaan. (…)

Dat Stichting Slingeland Ziekenhuis de pas van Avenance afsnijdt naar eerlijke kans op de gunning, volgt overigens ook uit het feit dat het Slingeland Ziekenhuis haar eigen facilitaire dienst laat inschrijven op de aanbestedingsprocedure. (…)

Gelet op het voorgaande handelt het Slingeland Ziekenhuis in strijd met haar verplichtingen jegens Avenance. Hierdoor verzoek ik u mij binnen 5 dagen, derhalve uiterlijk op 15 september 2009, te bevestigen dat u de aanbestedingsprocedure zult staken en een nieuwe aanbestedingsprocedure zult initiëren, waarin volledig tegemoet wordt gekomen aan de afspraken met Avenance.

(…)”

2.14. Bij brief van 23 september 2009 heeft het Slingeland Ziekenhuis uitvoerig gereageerd op laatstgemelde brief van Avenance. In haar brief concludeert het Slingeland Ziekenhuis als volgt:

“De conclusie is dat de bezwaren van Avenance feitelijk onjuist resp. ongegrond zijn. Wij zullen dan ook géén gehoor geven aan uw verzoek om de lopende tender te staken en een nieuwe procedure te initiëren.

Onder verwijzing naar vraag en antwoord 31 in de Nota van Inlichtingen behorende bij deze tender, stellen wij Avenance in de gelegenheid om haar eventuele offerte uiterlijk op 2 oktober 2009 om 15:00 uur in te (laten) dienen (…).

Indien Avenance niet (tijdig) een offerte indient, gaan wij ervan uit dat zij geen interesse heeft in de verwerving van deze opdracht. Echter, dat laat (…) het bepaalde in de huurbeëindigingsovereenkomst onverlet. (…)

Indien Avenance zich niet in deze beslissing van Slingeland Ziekenhuis kan vinden, dan dient zij binnen 10 kalenderdagen na dagtekening van deze brief een kort geding aanhangig te hebben gemaakt bij de bevoegde rechter. (…)”

2.15. Vervolgens heeft Avenance bij brief van 29 september 2009 haar stelling dat het Slingeland Ziekenhuis haar verplichtingen jegens Avenance niet nakomt, gehandhaafd en heeft zij aangekondigd de huurbeëindigingsovereenkomst buitengerechtelijk te zullen ontbinden.

2.16. Bij brief van 6 oktober 2009 heeft het Slingeland Ziekenhuis de advocaat van Avenance medegedeeld dat Avenance haar rechten met betrekking tot de opgevoerde bezwaren had verwerkt door ervoor te kiezen geen kortgedingprocedure aanhangig te maken en dat van een (buitengerechtelijke) ontbinding van de huurbeëindigingsovereenkomst geen sprake kan zijn.

2.17. Bij brief van 9 oktober 2009 aan het Slingeland Ziekenhuis heeft Avenance haar stellingname gehandhaafd en heeft zij de huurbeëindigingsovereenkomst buitengerechtelijk ontbonden. Tevens stelt Avenance in haar brief dat zij aanspraak blijft maken op huurbescherming tot en met 1 januari 2015.

2.18. Het Slingeland Ziekenhuis heeft Avenance vervolgens bij brief van 8 december 2009 in de gelegenheid gesteld alsnog een offerte uit te brengen. Verder deelt het Slingeland Ziekenhuis in haar brief mee dat de winkel per 1 januari 2010 ter beschikking zal worden gesteld aan de winnaar van de tender.

2.19. Bij brief van 10 december 2009 heeft de advocaat van Avenance haar stelling dat de aanbesteding niet voldoet aan de voorwaarden van de huurbeëindigingsovereenkomst gehandhaafd en te kennen gegeven niet te zullen inschrijven op de tender.

2.20. Bij brief van 11 januari 2010 heeft het Slingeland Ziekenhuis Avenance onder meer medegedeeld dat op 8 januari de opdracht definitief is gegund aan Vermaat Groep B.V. en dat met deze mededeling overeenkomstig artikel 1 van de huurbe ëindigingsovereenkomst de tussen partijen bestaande huurovereenkomst drie maanden na datum van de brief eindigt, zijnde 11 april 2010.

2.21. De advocaat van Avenance heeft het Slingeland Ziekenhuis bij brief van 13 januari 2010 medegedeeld dat Avenance blijft bij haar standpunt en dat zij niet instemt met een huurbeëindiging per 11 april 2010.

3. Het geschil

3.1. Het Slingeland Ziekenhuis vordert dat de voorzieningenrechter bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis:

1. Avenance zal veroordelen het op grond van de huurovereenkomst d.d. 13 juli 2000 gehuurde (bezoekersrestaurant) in het Slingeland Ziekenhuis uiterlijk op 11 april 2010, althans een in goede justitie te bepalen datum, te ontruimen en te verlaten met degenen die en al hetgeen dat zich daarop van harentwege bevinden respectievelijk bevindt, en vervolgens ontruimd en verlaten te houden en in de oorspronkelijke staat, geheel schoon naar genoegen van het Slingeland Ziekenhuis op te leveren, zulks onder verbeurte van een onmiddellijk opeisbare dwangsom van EUR 500,00 voor iedere dag of gedeelte daarvan dat niet volledig aan de veroordeling is voldaan, desnoods zelf, op kosten van Avenance te bewerkstelligen eventueel met behulp van de sterke arm van justitie en/of politie, voor welke kosten Avenance aansprakelijk is , met gelasting van Avenance deze kosten op eerste verzoek aan het Slingeland Ziekenhuis te voldoen;

2. Avenance zal veroordelen in de kosten van dit geding.

3.2. Het Slingeland Ziekenhuis heeft aan haar vordering ten grondslag gelegd dat op grond van de huurbeëindigingsovereenkomst en de brief van 11 januari 2010 de huurovereenkomst eindigt op 11 april 2010 en Avenance verplicht is het gehuurde per die datum aan het Slingeland Ziekenhuis ter beschikking te stellen. Het Slingeland Ziekenhuis heeft betwist dat zij in de nakoming van haar verplichtingen uit de huurbeëindigingsovereenkomst is tekortgeschoten. Derhalve is volgens het Slingeland Ziekenhuis geen sprake van een rechtsgeldige buitengerechtelijke ontbinding.

Voorts heeft het Slingeland Ziekenhuis aangevoerd dat het verweer van Avenance geen stand houdt, omdat zij haar rechten heeft verwerkt om haar bezwaren in rechte aan de orde te stellen, gelet op door het Slingeland Ziekenhuis in haar brief van 23 september 2009 gestelde termijn van tien dagen.

3.3. Avenance voert verweer. Zij heeft aangevoerd dat zij onder uitdrukkelijke voorwaarden heeft ingestemd met de huurbeëindiging en dat het Slingeland Ziekenhuis zich vervolgens niet heeft gehouden aan de huurbeëindigingsovereenkomst, zodat sprake is van een rechtsgeldige buitengerechtelijke ontbinding van die overeenkomst.

Avenance heeft ten eerste aangevoerd dat het Slingeland Ziekenhuis in strijd met de gemaakte afspraken feitelijk alleen het door Avenance gehuurde bezoekersrestaurant in de aanbesteding heeft ingebracht, terwijl zij bij het sluiten van de huurbeëindigingsovereenkomst het oogmerk had om alle horeca- en retailfaciliteiten aan te besteden. Verder heeft Avenance gesteld dat zij erop mocht vertrouwen dat de opdracht zou worden gebaseerd op een zelfde termijn als de huurovereenkomst, derhalve een termijn van vijf jaar. Het Slingeland Ziekenhuis heeft slechts een periode van 24 maanden aangeboden en het lag volgens Avenance op haar weg om dit voor het sluiten van de huurbeëindigingsovereenkomst aan Avenance te melden. Volgens Avenance is de aangeboden contractsduur van 24 maanden onacceptabel.

Avenance heeft voorts aangevoerd dat het Slingeland Ziekenhuis op basis van het Programma van Eisen de mogelijkheid heeft om de aanbestedingsprocedure af te breken of de opdracht gedeeltelijk te gunnen, hetgeen erop neerkomt dat het het Slingeland Ziekenhuis geen enkele verplichting heeft om tot gunning over te gaan. Dit terwijl Avenance de bedoeling had om zekerheid te hebben dat de aanbesteding op een eerlijke manier zou plaatsvinden en dat de opdracht geheel zou worden gegund.

Verder heeft Avenance betwist dat zij haar rechten heeft verwerkt om haar bezwaren tegen de huurbeëindiging in rechte aan de orde te stellen.

Avenance concludeert dat nu het Slingeland Ziekenhuis geen gevolg heeft gegeven aan het verzoek van Avenance om de omvang en de looptijd van de aanbestede opdracht te wijzigen, zij toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van haar verplichtingen jegens Avenance. Aangezien van Avenance gezien de omstandigheden niet verwacht kon worden dat zij de huurbeëindigingsovereenkomst nog zou voortzetten, heeft zij die overeenkomst buitengerechtelijk ontbonden. Nu de huurovereenkomst niet rechtsgeldig is beëindigd, dient de vordering tot ontruiming te worden afgewezen, aldus Avenance.

Avenance heeft voorts aangevoerd dat de gevorderde uitvoerbaar bij voorraad verklaring van het vonnis dient te worden afgewezen, aangezien niet aannemelijk is dat sprake is van een kennelijk ongegrond verweer. Tevens heeft zij gesteld dat gelet op de complexiteit van de zaak en gezien de omstandigheid dat indien er al sprake is van spoedeisend belang, die door het Slingeland Ziekenhuis is uitgelokt, de onderhavige zaak zich niet leent voor een behandeling in kort geding.

4. De beoordeling

4.1. Op grond van de huurbeëindigingsovereenkomst eindigt de tussen partijen gesloten huurovereenkomst drie maanden nadat aan Avenance schriftelijk wordt medegedeeld aan wie de horeca-activiteiten zijn gegund. De huurbeëindigingsovereenkomst behelst geen nadere voorwaarden die partijen in samenhang met de tenderprocedure zijn overeengekomen. Dat het Slingeland Ziekenhuis in strijd heeft gehandeld met de in de considerans van de huurbeëindigingsovereenkomst opgenomen bepaling dat sprake is van “op nieuwe leest te schoeien restaurant-, winkel- en cateringactiviteiten” is onvoldoende aannemelijk geworden, nu onweersproken is dat het Slingeland Ziekenhuis met de tenderprocedure tot oogmerk had om alle horeca- en retailactiviteiten bij één aanbieder onder te brengen, waaruit blijkt dat sprake is van een nieuwe situatie. Dat het personeelsrestaurant mogelijk pas later onder de nieuwe overeenkomst zou komen te vallen maakt vorenstaande niet anders. Niet gebleken is dat partijen als voorwaarde voor de huurbeëindiging zijn overeengekomen dat alle horeca- en retailfaciliteiten per direct door de winnaar van de tenderprocedure dienen te kunnen worden geëxploiteerd.

4.2. Evenmin is aannemelijk geworden dat Avenance er gerechtvaardigd op mocht vertrouwen dat de nieuwe overeenkomst zou worden gesloten voor een periode van vijf jaar, nu een dergelijke voorwaarde niet in de huurbeëindigingsovereenkomst is opgenomen, het Slingeland Ziekenhuis voorts heeft betwist dat bij het sluiten van de huurbeëindigingsovereenkomst toezeggingen zijn gedaan dan wel afspraken zijn gemaakt over de looptijd van de nieuwe overeenkomst en Avenance haar stelling dienaangaande niet nader heeft onderbouwd. De stelling van Avenance dat een huurtermijn van vijf jaar gebruikelijk is leidt ook niet tot de conclusie dat het Slingeland Ziekenhuis op dit punt is tekortgeschoten in haar verplichtingen uit de huurbeëindigingsovereenkomst, aangezien het Slingeland Ziekenhuis gerechtigd is een huurtermijn van twee jaar te hanteren - waarbij overigens ook nog een mogelijkheid tot verlenging met drie jaar bestaat - en niet valt in te zien dat zij daarmee tekortschiet in haar verplichtingen uit de huurbeëindigingsovereenkomst met Avenance.

4.3. Het Slingeland Ziekenhuis heeft zich in de Selectieleidraad het recht voorbehouden om (onderdelen van) de opdracht niet te gunnen. Dat zij hiermee in strijd handelt met haar verplichtingen uit de huurbeëindigingsovereenkomst met Avenance is onvoldoende aannemelijk geworden, nu daaruit niet blijkt van een verplichting voor het Slingeland Ziekenhuis om de (gehele) opdracht te gunnen en voormeld voorbehoud niet ongebruikelijk is in dergelijke aanbestedingsprocedures.

4.4. Gezien het vorenstaande is onvoldoende aannemelijk geworden dat het Slingeland Ziekenhuis jegens Avenance is tekortgeschoten in haar verplichtingen uit de huurbeëindigingsovereenkomst. Voor de door Avenance ingeroepen buitengerechtelijke ontbinding van die overeenkomst bestaat derhalve voorshands onvoldoende grond. De huurbeëindigingsovereenkomst geldt dan ook onverkort tussen partijen. Het Slingeland Ziekenhuis heeft Avenance bij brief van 11 januari 2010 medegedeeld dat de opdracht is gegund aan Vermaat Groep B.V. Gezien het bepaalde in de huurbeëindigingsovereenkomst eindigt de huurovereenkomst tussen het Slingeland Ziekenhuis en Avenance derhalve op

11 april 2010. Nu het Slingeland Ziekenhuis de opdracht heeft gegund en zij het bezoekersrestaurant aan Vermaat Groep B.V. ter beschikking dient te stellen, is het spoedeisend belang van het Slingeland Ziekenhuis bij de gevorderde ontruiming evident. Gelet hierop en gezien de aard van de onderhavige procedure bestaat thans voldoende grond voor toewijzing van de gevorderde ontruiming en zal de veroordeling uitvoerbaar bij voorraad worden verklaard.

4.5. Nu gelet op het vorenstaande de gevorderde ontruiming wordt toegewezen, behoeven de overige stellingen van het Slingeland Ziekenhuis geen bespreking meer.

4.6. De mede gevorderde machtiging om de ontruiming zo nodig zelf te doen uitvoeren met behulp van de sterke arm van politie en justitie zal worden afgewezen, omdat zij strikt genomen overbodig is. Artikel 556 eerste lid van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) schrijft al voor dat de gedwongen ontruiming geschiedt door een deurwaarder. De deurwaarder behoeft geen rechterlijke machtiging om de hulp van de sterke arm in te roepen. Die bevoegdheid ontleent hij rechtstreeks aan artikel 557 Rv, waarin artikel 444 Rv van overeenkomstige toepassing wordt verklaard.

4.7. Aan de te verbeuren dwangsom zal een maximum worden gesteld. Dit laat uiteraard onverlet dat bij voortgaande overtreding van dit vonnis oplegging van hogere dwangsommen kan worden gevorderd dan wel hernieuwde oplegging van dezelfde dwangsommen. Het bedrag van zowel de dwangsom als het maximum staat in een redelijke verhouding tot de zwaarte van het geschonden belang en de beoogde prikkelende werking van de dwangsomoplegging.

4.8. Avenance zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van het Slingeland Ziekenhuis worden begroot op:

- dagvaarding EUR 87,93

- vast recht 263,00

- salaris advocaat 816,00

Totaal EUR 1.166,93

5. De beslissing

De voorzieningenrechter

5.1. veroordeelt Avenance om na betekening van het vonnis het op grond van de huurovereenkomst d.d. 13 juli 2000 gehuurde (bezoekersrestaurant) in het Slingeland Ziekenhuis uiterlijk op 11 april 2010 te ontruimen en te verlaten met al degenen die en al hetgeen dat zich daarop van harentwege bevinden respectievelijk bevindt, en vervolgens ontruimd en verlaten te houden en in de oorspronkelijke staat, geheel schoon naar genoegen van het Slingeland Ziekenhuis op te leveren;

5.2. bepaalt dat Avenance voor iedere dag of gedeelte daarvan dat zij in strijd handelt met het onder 5.1. bepaalde, aan het Slingeland Ziekenhuis een dwangsom verbeurt van EUR 500,00;

5.3. bepaalt het maximum van de uit hoofde van dit vonnis te verbeuren dwangsommen op een bedrag van EUR 20.000,00;

5.4. veroordeelt Avenance in de proceskosten, aan de zijde van het Slingeland Ziekenhuis tot op heden begroot op EUR 1.166,93;

5.5. verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;

5.6. wijst het meer of anders gevorderde af.

Dit vonnis is gewezen door mr. R.M.A.G. van Valderen en in het openbaar uitgesproken op 3 maart 2010.


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Gerelateerde advocaten

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature