De man is niet-verwijtbaar werkloos. Hij heeft aannemelijk gemaakt dat sprake is van inkomensverlies, dat niet (althans niet geheel) voor herstel vatbaar is. Op basis van de overgelegde stukken kan niet worden ingeschat welk inkomen de man in redelijkheid kan verwerven. Daarom beoordeelt de rechtbank of de man in de huidige situatie nog in staat is de vastgestelde bijdrage te voldoen en daarbij op een inkomensniveau te blijven van ten minste 90 % van de toepasselijke bijstandsnorm. Dit blijkt niet het geval, zodat de bijdrage wordt verlaagd. Het onvoldoende feitelijk onderbouwen van de financiƫle situatie door de man heeft bovendien gevolgen voor de ingangsdatum van de wijziging van de bijdrage.