Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Zittingsplaats:
Instantie:

Inhoudsindicatie:

Bij de bepaling van de inhoud van een erfdienstbaarheid komt het aan op de in de notariële akte opgenomen partijbedoeling die moet worden afgeleid uit de in deze akte opgenomen, naar objectieve maatstaven in het licht van de gehele inhoud van de akte uit te leggen, omschrijving van de erfdienstbaarheid.

In de notariële akte is aan de gerechtigde tot de erfdienstbaarheid het recht verleend om over de teerweg te komen en te gaan naar de openbare weg. De hiervoor gevestigde erfdienstbaarheid van weg over een teerweg die ook ten tijde van de vestigen van de erfdienstbaarheid nergens breder was dan de huidige 2.55 meter en welke weg ook niet geschikt was voor het passeren van elkaar tegemoetkomende auto's door de aanwezige begroeiing en natuurlijke verhogingen, was daartoe voldoende.

De door de eigenaar van het dienende erf opgeworpen belemmeringen langs de teerweg op plaatsen waar geen natuurlijke begroeiing of verhoging aanwezig is, teneinde parkeren in de berm door taxibusjes tegen te gaan, vormen dan ook geen inbreuk op het verleende recht van erfdienstbaarheid, omdat de breedte van de weg op geen enkele wijze wordt versmald en het recht om te komen en te gaan naar de openbare weg op geen enkele wijze wordt ingeperkt.

De bepaling van artikel 5:48 BW dat een eigenaar van een erf bevoegd is dit af te sluiten, geldt ook ingeval dat erf is belast met een erfdienstbaarheid van weg. Maakt die eigenaar van die bevoegdheid gebruik, dan dient hij ervoor te zorgen dat de eigenaar van het heersend erf onbelemmerd toegang behoudt tot het dienend erf teneinde de erfdienstbaarheid uit te oefenen.

Uitspraak



vonnis

RECHTBANK ZUTPHEN

Sector Civiel – Afdeling Handel

zaaknummer / rolnummer: 89370 / KG ZA 07-313

Vonnis in kort geding van 19 november 2007

in de zaak van

de stichting

STICHTING DOKTER A. VERSCHOOR-SCHOOL,

gevestigd te [woonplaats]

eiseres in conventie,

verweerster in reconventie,

procureur mr. G. Hilberink,

tegen

[gedaagde],

wonende te [woonplaats]

gedaagde in conventie,

eiser in reconventie,

procureur mr. C.B. Gaaf,

advocaat mr. E.H. de Milliano-Machielse te Katwijk.

Partijen zullen hierna de Verschoorschool en [gedaagde] genoemd worden.

1. De procedure

1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:

- de dagvaarding, betekend op 1 november 2007

- de mondelinge behandeling ter terechtzitting van 9 november 2007

- de pleitnota van de Verschoorschool

- de pleitnota van [gedaagde]

- de eis in reconventie.

1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.

2. De feiten

2.1. De Verschoorschool is sinds 1981 eigenares van het [adres] te Nunspeet, kadastraal bekend gemeente Nunspeet sectie C nummer [nummer].

2.2. De Verschoorschool biedt speciaal onderwijs aan kinderen uit de regio met stoornissen in het autistische spectrum.

2.3. Sinds 1978 wordt de school bezocht door leerlingen die vrijwel allemaal dagelijks met taxivervoer naar de school komen en ’s middags op deze wijze weer worden opgehaald en thuisgebracht. In 2005 bedroeg het aantal taxibusjes met leerlingen 30 à 40 en thans 60 à 70 per dag.

2.4. Een op 31 juli 1981 ten overstaan van H. Riemers, notaris te Utrecht, verleden akte houdt – voor zover hier van belang – het volgende in:

“(…)

Bij deze wordt gevestigd ten behoeve van het bij de vereniging in eig[nummer]om, thans [nummers], verblijvend gedeelte van voormeld kadastrale perceel sectie C nummer [nummer] als heersend erf en ten laste van het bij deze verkochte, bestaande uit gemeld kadastrale perceel sectie C nummer [nummer] en een gedeelte, thans [nummer], van nummer [nummer], als lijdend erf, de erfdienstbaarheid van weg om te komen en te gaan van en naar de openbare weg ([adres]) over de ter plaatse bestaande verharde teerweg, dan wel indien eigenaresse van het lijdend erf dat wenst, inplaats daarvan over een nader door eigenaresse aan te wijzen en op haar kosten aan te leggen andere verharde weg ter plaatse.

Voorts verklaarden de comparanten nog:

Bij deze wordt voorts gevestigd ten behoeve en ten laste van het bij deze vervreemde en het bij de vereniging in eigendom verblijvende gedeelte van het kadastrale perceel gemeente Nunspeet sectie C nummer [nummer], over en weer, de erfdienstbaarheid van weg om te komen en te gaan van en naar het [adres] enerzijds alsmede de [adres] anderzijds, over de ter plaatse bestaande verharde teerweg.

(…)”.

2.5. De teerweg, waarop de erfdienstbaarheid rust, is een smalle met bomen en struiken omzoomde en deels uit heuvels uitgegraven weg, die aan het begin, bezien vanuit de [adres], op slechts 80 centimeter uit de woning van [gedaagde] loopt over diens erf. Deze teerweg is circa 2.80 meter breed en loopt op sommige plekken toe tot circa 2.55 meter.

2.6. [gedaagde] is sinds 18 augustus 2004 eigenaar van de villa [woning gedaagde] aan de [adres], kadastraal bekend gemeente Nunspeet sectie C nummer [nummer]. Deze woning is een rijksmonument. Tevens is [gedaagde] eigenaar van de percelen natuurterrein kadastraal bekend gemeente Nunspeet sectie C nummers [nummer] en [nummer].

2.7. [gedaagde] heeft vanaf 2005 op een groot aantal plaatsen in de berm van de teerweg, stapels met betontegels, bielzen en gekapt hout neergelegd.

2.8. Ten tijde van de aankoop door [gedaagde] werd de teerweg afgesloten door een houten paal die over de weg werd gehangen. De plannen voor het herstel van de oorspronkelijke toegangspoort, waartoe [gedaagde] volgens zijn niet door de Verschoorschool betwiste stelling gehouden is, zijn in overleg met de gemeente Nunspeet en de provincie Gelderland, gereed en gedeeltelijk gerealiseerd, te weten de fundering met daarin latei-constructies ten behoeve van rioolputten. Na herstel van de oorspronkelijke toegangspoort zal de doorgang 2.74 meter breed zijn.

2.9. In overleg en met toestemming van de gemeente Nunspeet heeft [gedaagde] in afwachting van de realisatie van het herstel van de oude toegangspoort en ter bescherming van de al gerealiseerde fundering en ter beveiliging van zijn terrein, vóór de toegang tot de teerweg een tijdelijk hekwerk geplaatst op de [adres] met een doorgang van 3.10 meter. Ook aan de kant van de Verschoorschool heeft [gedaagde] een dergelijk hek doen plaatsen.

2.10. Vorenbedoelde hekken worden om 07.00 uur geopend en om 20.00 uur gesloten. Op verzoeken van [gedaagde] aan de Verschoorschool om aan te geven wanneer er een vergadering zal zijn dan wel wanneer de school buiten schooltijden anderszins open is, is door de Verschoorschool nimmer gereageerd.

2.11. Vanaf februari 2006 heeft de gemeente Nunspeet bemiddeld om te komen tot een oplossing van de verkeerssituatie rond de Verschoorschool. In dat kader hebben vele gesprekken plaatsgevonden tussen [gedaagde], bestuur en directie van de Verschoorschool en omwonenden. Deze besprekingen en de schriftelijke reacties op gedane voorgestellen hebben geleid tot een op 21 juni 2007 door het college van Burgemeester en wethouders van de gemeente Nunspeet aan betrokkenen gepresenteerd nader uitgewerkt plan.

Dit plan houdt – voor zover hier van belang – het volgende in:

“(…)

1. De heer [gedaagde] draagt aan de gemeente Nunspeet om niet over de voor de wegverbreding van de [adres] benodigde weggedeelten zoals die zijn aangegeven op de door de heer S.M. Kooistra aan te leveren kadasterkaart.

2. De heer [gedaagde] draagt aan de gemeente Nunspeet om niet over de voor aanleg van een schelpenpad benodigde ondergrond langs een deel van de [adres], ter hoogte van het pand [adres] ([naam]), zoals nader aangegeven op de door de heer Kooistra te leveren kadasterkaart.

3. Tot op het moment van juridische levering van de grond als bedoeld onder 1 en 2 geeft de heer [gedaagde] deze grond om niet aan de gemeente in gebruik te dienste van het realiseren van de aanleg.

4. De heer [gedaagde] betaalt een (nader door de heer [gedaagde] te omschrijven) bijdrage aan de gemeente Nunspeet ter grootte van € 30.000 als bijdrage in de kosten van wegverbreding/-verbetering en de aanleg van een “lus” direct bij het [adres] in de omgeving [adres]/[adres]. Deze bijdrage wordt uiterlijk 15 augustus 2007 in deposito gestort bij notaris Pieltjes te Nunspeet. Doorbetaling aan de gemeente vindt plaats op het moment van afronding van de werkzaamheden.

5. De gemeente voert de bij partijen bekende werkzaamheden uit, uiteraard onder voorbehoud van publiekrechtelijke dan wel private beperkingen, als gevolg van initiatieven van derden.

6. (…)”.

2.12. Bij brief van december 2006 heeft de gemeente Nunspeet – voor zover hier van belang – het volgende aan de bedrijven die het leerlingenvervoer van en naar de Verschoorschool verzorgen, bericht:

“(…)

Wij sturen u hierbij een herinnering aan de afspraak dat niet vóór 14.50 uur (en op woensdagen vanaf 12.00 uur) vanaf de [adres] de particuliere weg (langs het pand ‘[woning gedaagde]’, [adres] ) mag worden ingereden.

Vastgesteld is dat dankzij uw medewerking sinds de ingang van deze maatregel de doorstroming in het vervoer verbeterd is. Daarnaast is vastgesteld dat een aantal chauffeurs toch eerder dan de afgesproken tijd (14.50 uur) het Veluwetransferium verlaat om alvast naar de school te rijden om daar op de leerlingen te wachten. Wilt u uw chauffeurs (nogmaals) van deze maatregel op de hoogte stellen?

Wij vragen u te voorkomen dat uw chauffeurs sigarettenpeuken of aval van genuttigde versnaperingen langs de toegangsweg op het terrein achterlaten. Ook vragen wij u te voorkomen dat uw chauffeurs zich schuldig maken aan wildplassen wat meerdere malen ook door anderen dan de terreineigenaar geconstateerd is. Het particuliere terrein waarover de huidige toegangsweg loopt, is daar uiteraard niet voor bedoeld.

(…)”.

2.13. Bij brief van 13 juli 2007 heeft het college van Burgemeester en wethouders van de gemeente Nunspeet – voor zover hier van belang – het volgende aan [gedaagde] bericht:

“(…)

Naast gesprekken met de eigenaar/bewoners van [woning gedaagde], bestuur en directie van de dokter A. Verschoorschool en een aantal omwonenden is op 24 april en 7 juni 2007, gesproken met alle partijen gezamenlijk. De gesprekken en bijeenkomsten hebben geleid tot een aantal individuele reacties. Daarnaast blijkt met name uit de laatste bijeenkomst dat de door ons gekozen oplossing door een groot deel van de omgeving wordt gesteund c.q. geaccepteerd. Drie bewoners hebben laten weten moeite te hebben met de gemaakte keuzes of zijn het daar volledig mee oneens.

(…)

Alle voors en tegen zijn in eerdere besluitvorming binnen ons college al besproken.

(…)

Wij hebben daarom in onze vergadering van 10 juli 2007 besloten tot uitvoering van de in de bijeenkomsten gepresenteerde plannen over te gaan. Uiteraard respecteren wij private rechten van derden bij de uitvoering.

(…)”.

2.14. [gedaagde] heeft ter uitvoering van voormeld plan het door hem aan de gemeente Nunspeet te betalen bedrag van € 30.000,-- tijdig in deposito gestort bij notaris Pieltjes te Nunspeet.

2.15. Bij brief van 13 september 2007 heeft het bestuur van de Verschoorschool – voor zover hier van belang – het volgende aan het college van Burgemeester en wethouders van de gemeente Nunspeet bericht:

“(…)

Hierdoor berichten wij u dat wij met onmiddellijke ingang onze instemming met en daaruitvolgend ook elke eventueel noodzakelijke medewerking aan (uitvoering van) de door u voorgestelde maatregelen opschorten.

(…)”.

2.16. Door Th. Hupse is namens de gemeente Nunspeet bij e-mailbericht van 7 november 2007 – voor zover hier van belang – het volgende aan mr. De Milliano bericht:

(…)”

Medio 2007 was overeenstemming met alle betrokken partijen voor verbetering en aanpassing van de [adres] en het [adres].

(…)

Het plan is na recent overleg met de eigenaar van het Boschhuis, de stichting de Woonplaats, aangepast en zal binnenkort worden aanbesteed.

(…)

In een laatste overleg op 18 oktober 2007 hebben vertegenwoordigers van de stichting de Woonplaats verklaard volledig in te stemmen met het plan.

(…)”.

2.17. Aan de door mr. J. van Donselaar op 9 oktober 2007 namens de Verschoorschool verzonden sommatie de stapels tegels en kaphout, de hekwerken en de bordjes “verboden toegang” te verwijderen en verwijderd te houden, heeft [gedaagde] geen gevolg gegeven.[gedaagde]

3. Het geschil in conventie

3.1. De Verschoorschool vordert, dat de voorzieningenrechter bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis:

primair:

I [gedaagde] zal bevelen gaaf en onvoorwaardelijk te respecteren de op het perceel c.q. de

percelen thans in eigendom van [gedaagde] ten behoeve van het perceel thans in

eigendom van de Verschoorschool rustende erfdienstbaarheid van weg om te

komen en te gaan van en naar de openbare weg, de [adres], over de ter

plaatse bestaande teerweg,

II [gedaagde] zal bevelen om binnen twee dagen, althans binnen zodanige andere korte

termijn als de voorzieningenrechter juist zal achten, na betekening van dit vonnis te

verwijderen en verwijderd te houden:

a. de aan beide toegangszijden van de teerweg aangebrachte hekwerken en de

bordjes “verboden toeang”,

b. alle aan weerzijden van de teerweg langszij aangebrachte zaken, waaronder met

name doch niet uitsluitend de stapels tegels, bielzen en gekapt hout,

een en ander op verbeurte van een dwangsom van € 2.500,-- voor elke dag of

gedeelte van een dag dat [gedaagde] nalaat aan deze bevelen gevolg te geven,

III de Verschoorschool zal machtigen om, indien [gedaagde] na ommekomst van één week

na de dag waarop [gedaagde] aan de bevelen gevolg had moeten geven aan die bevelen

geen gevolg heeft gegeven, de bevolen handelingen zelf uit te voeren of door een

derde te doen uitvoeren, één en ander op kosten van [gedaagde], en [gedaagde] zal

veroordelen tot betaling van die kosten aan de Verschoorschool,

IV [gedaagde] zal veroordelen in de kosten van deze procedure,

subsidiair:

een zodanige voorziening zal treffen als de voorzieningenrechter in goede justitie zal menen te behoren.

3.2. [gedaagde] voert verweer. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4. Het geschil in reconventie

4.1. [gedaagde] vordert, dat de voorzieningenrechter bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis:

I de Verschoorschool als eigenaar van het heersend erf zal verbieden dat erf

anderszins te (doen) gebruiken dan als aanrijdroute naar de school, daarop te

parkeren en al hetgeen overigens in strijd is met de wijze waarop de

erfdienstbaarheid van weg dient te worden uitgeoefend,

II de Verschoorschool zal gebieden het terrein voor de school zodanig vrij te laten,

dat [gedaagde] gebruik kan maken van zijn recht om te gaan naar het [adres],

zulks op verbeurte van een onmiddellijk opeisbare boete van € 1.000,-- per dag voor iedere dag dat de Verschoorschool handelt in strijd met één van bedoelde verboden,

III de Verschoorschool zal veroordelen in de kosten van deze procedure.

4.2. De Verschoorschool voert verweer. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

5. De beoordeling in conventie

5.1. Aan haar vorderingen heeft de Verschoorschool ten grondslag gelegd, dat zij jegens de kinderen, hun ouders, de taxibedrijven en de opdrachtgevende gemeenten de verantwoordelijkheid heeft om zorg te dragen voor een goede bereikbaarheid van de school en veilig vervoer om en nabij de school zelf, welke verantwoordelijkheid zij in de huidige omstandigheden niet kan dragen. Ter ondersteuning hiervan heeft de Verschoorschool aangevoerd, dat als gevolg van de door [gedaagde] direct naast de geasfalteerde weg neergelegde stapels tegels, bielzen en gekapt hout de weg is versmald en dat door de aan beide toegangen tot de geasfalteerde weg geplaatste hekwerken niet alleen de toegang tot de geasfalteerde weg is versmald maar die weg ook kan worden afgesloten. Ook zijn bij de toegangen bordjes geplaatst met de tekst “verboden toegang”. Tevens is het door de aangebrachte belemmeringen langs de weg feitelijk niet meer mogelijk dat twee voertuigen elkaar door middel van uitwijking in de berm kunnen passeren. Daarnaast zijn deze belemmeringen onaanvaardbaar in verband met de kans op calamiteiten, omdat de deuren van de taxibusjes door die belemmeringen niet kunnen worden geopend.

Deze door [gedaagde] opgeworpen belemmeringen vormen een inbreuk op de ten behoeve van de Verschoorschool gevestigde erfdienstbaarheid van weg.

5.2. [gedaagde] heeft allereerst aangevoerd, dat de Verschoorschool niet-ontvankelijk dient te worden verklaard in haar vorderingen wegens het ontbreken van een spoedeisend belang bij die voorzieningen. Ter ondersteuning daarvan heeft hij aangevoerd, dat de door de Verschoorschool als belemmeringen aangeduide zaken al twee jaar aanwezig zijn zonder enige actie van de zijde van de Verschoorschool.

Deze stelling moet worden verworpen. Het enkele feit dat de Verschoorschool gedurende twee jaar te dezer zake geen rechtsmaatregelen tegen [gedaagde] heeft genomen, is onvoldoende om de conclusie te dragen dat zij geen spoedeisend belang heeft bij haar vorderingen. Volgens vaste jurisprudentie moet de spoedeisendheid van de gevraagde voorzieningen worden beoordeeld naar het moment van het instellen van de vordering. Dienaangaande is niet weersproken, dat de verkeersproblematiek rond de verharde teerweg waarop de erfdienstbaarheid rust al langere tijd ernstig is, zodat de Verschoorschool een spoedeisend belang heeft bij haar vorderingen. Daaraan doet het feit, dat de Verschoorschool tijd heeft laten verstrijken in verband met het doen van een poging van de gemeente Nunspeet om tot een structurele oplossing van de problematiek te komen hier niet aan af.

5.3. Met betrekking tot de door de Verschoorschool ingestelde vorderingen wordt vooropgesteld, dat het bij de bepaling van de inhoud van de erfdienstbaarheid aankomt op de in de notariële akte opgenomen partijbedoeling die moet worden afgeleid uit de in deze akte opgenomen, naar objectieve maatstaven in het licht van de gehele inhoud van de akte uit te leggen, omschrijving van de erfdienstbaarheid.

5.4. Uit de in de notariële akte opgenomen omschrijving van de erfdienstbaarheid, zoals hiervoor onder 2.4 weergegeven, kan naar objectieve maatstaven in het licht van de gehele inhoud van de akte voorshands redelijkerwijs niet anders worden afgeleid dan dat naar de bedoeling van partijen de erfdienstbaarheid slechts omvat het recht van de Verschoorschool om over de ter plaatse bestaande teerweg, thans in eigendom toebehorende aan [gedaagde], te komen en te gaan naar de openbare weg de [adres] en dat dit recht niet mede omvat de bermen langs die teerweg. Immers, in de notariële akte is aan de Verschoorschool uitsluitend het recht verleend om over de teerweg te komen en te gaan. De hiervoor gevestigde erfdienstbaarheid van weg over een teerweg die ook ten tijde van het vestigen van de erfdienstbaarheid nergens breder was dan de huidige circa 2.55 meter en welke weg ook toen niet geschikt voor het passeren van elkaar tegemoetkomende auto’s door de op vele plaatsen aanwezige begroeiing en natuurlijke verhogingen, was daarvoor voldoende. De door [gedaagde] opgeworpen belemmeringen langs de teerweg op plaatsen waar geen begroeiing of een natuurlijke verhoging aanwezig is - teneinde parkeren in de berm door wachtende taxibusjes tegen te gaan - vormen dan ook geen inbreuk op het aan de Verschoorschool toekomende recht van erfdienstbaarheid, nu daardoor de breedte van de teerweg op geen enkele wijze wordt versmald en het recht van de Verschoorschool om te komen en te gaan naar de [adres] op geen enkele wijze wordt ingeperkt. Deze stelling van de Verschoorschool moet daarom worden verworpen.

5.5. De door de Verschoorschool opgeworpen stelling dat bij calamiteiten de deuren van de taxibusjes niet kunnen worden geopend als gevolg van door [gedaagde] aangebrachte belemmeringen langs de weg, moet eveneens worden verworpen. Immers, tegenover de gemotiveerde betwisting van deze stelling door [gedaagde] heeft de Verschoorschool zulks op geen enkele wijze nader feitelijk onderbouwd en ook uit de overgelegde foto’s valt de juistheid van die stelling niet af te leiden.

5.6. Met betrekking tot de door [gedaagde] geplaatste hekken aan de beide toegangen tot de verharde teerweg en de daar geplaatste borden “verboden toegang” wordt het volgende overwogen.

In zijn beslissing van 23 juni 2006, NJ 2006/352, heeft de Hoge Raad overwogen en beslist, dat bij de beoordeling van deze klachten het volgende tot uitgangspunt moet worden genomen. Artikel 5:48 Bw bepaalt, dat de eigenaar van een erf bevoegd is dit af te sluiten. Deze bevoegdheid bestaat ook ingeval dat erf belast is met een erfdienstbaarheid van weg. Maakt hij van die bevoegdheid gebruik, dan dient hij ervoor te zorgen dat de eigenaar van het heersend erf onbelemmerd toegang behoudt tot het dienend erf teneinde de erfdienstbaarheid uit te oefenen. In de regel zal dit betekenen dat de eigenaar van het dienend erf de eigenaar van het heersend erf de mogelijkheid biedt zich op elk moment en zonder telkens afhankelijk te zijn van de directe medewerking van de eigenaar van het dienend erf, de toegang tot het erf te verschaffen ter uitoefening van de erfdienstbaarheid. In concreto betekent dit in een geval als het onderhavige, waarin het dienend erf buiten de normale schooltijden met een hek is afgesloten, dat de eigenaar van het dienend erf aan de eigenaar van het heersend erf permanent een sleutel ter beschikking stelt waarmee, tot het zojuist genoemde doel, het hek kan worden geopend.

Hieruit volgt, dat het enkele feit dat door [gedaagde] hekken zijn geplaatst bij de toegangen tot de verharde teerweg, welke hekken buiten de normale schooltijden worden gesloten, op zich geen inbreuk vormt op de erfdienstbaarheid van weg. Aangezien de Verschoorschool geen afgifte van sleutels voor de beide hekken heeft gevorderd en zij ook niet heeft gesteld, laat staan aannemelijk gemaakt, dat de sluiting van de hekken buiten de normale schooltijden haar heeft belemmerd in de uitoefening van haar recht van weg, moeten ook deze stellingen worden verworpen.

5.7. Op grond van het vorenoverwogene moeten de vorderingen van de Verschoorschool worden afgewezen.

6. De beoordeling in reconventie

6.1. Op grond van hetgeen hiervoor in conventie is overwogen en beslist, is voorshands voldoende aannemelijk dat de erfdienstbaarheid van weg ten dienste van de Verschoorschool en ten laste van [gedaagde] is beperkt tot het komen en gaan van en naar de openbare weg, de [adres], over de teerweg en niet mede omvat het gebruik van de bermen langs die teerweg.

6.2. Tussen partijen is niet weersproken, dat in het verleden chauffeurs van de taxibusjes ruim vóór het uitgaan van de school hun busjes parkeerden op de teerweg, de busjes schoonmaakten en de asbakken leeggooiden in de berm van de weg en wandelden in de tuin van [gedaagde]. Deze handelingen waren dan ook in strijd met de erfdienstbaarheid van weg, zoals hiervoor omschreven.

6.3. Bij de hiervoor onder 2.12 vermelde brief heeft de gemeente Nunspeet de deelnemende taxibedrijven nogmaals verzocht zich te houden aan de gemaakte afspraken, welke afspraken beogen te voorkomen dat zal worden gehandeld in strijd met de erfdienstbaarheid van weg. Van de Verschoorschool als gerechtigde tot de erfdienstbaarheid van weg mag verlangd worden dat zij toeziet op deugdelijke naleving van die afspraken.

6.4. Door [gedaagde] is ter ondersteuning van zijn stelling dat door de Verschoorschool ondanks voormelde brief nog steeds wordt gehandeld in strijd met de erfdienstbaarheid van weg, enkel gesteld dat het regelmatig voorkomt dat een lange rij taxibusjes staat opgesteld op de teerweg in afwachting van het laten instappen van leerlingen.

6.5 Met betrekking tot deze stelling wordt overwogen, dat het op de teerweg moeten wachten op het laten instappen van leerlingen door een stagnerende doorstroming niet kan worden aangemerkt als parkeren, zodat dit niet oplevert een handeling in strijd met de erfdienstbaarheid van weg. Aangezien [gedaagde] geen andere feiten of omstandigheden heeft gesteld, laat staan aannemelijk gemaakt, welke de conclusie kunnen dragen dat de Verschoorschool anderszins handelt in strijd met de erfdienstbaarheid van weg moet de hiervoor onder 4.1.I vermelde vordering van [gedaagde] worden afgewezen.

6.6. [gedaagde] heeft geen feiten of omstandigheden gesteld, laat staan aannemelijk gemaakt, waaruit kan worden geconcludeerd dat hij een spoedeisend belang heeft bij zijn vordering om te gaan naar het [adres], zodat ook deze vordering moet worden afgewezen.

in conventie en in reconventie

6.7. Aangezien partijen over en weer in het ongelijk zijn gesteld, zullen de proceskosten worden gecompenseerd aldus, dat iedere partij met de eigen kosten belast blijft.

7. De beslissing

De voorzieningenrechter

in conventie en in reconventie

7.1. wijst de vorderingen over en weer af,

7.2. compenseert de proceskosten aldus, dat iedere partij met de eigen kosten belast blijft.

Dit vonnis is gewezen door mr. S.A.M. Vrendenbarg-Elsbeek en in het openbaar uitgesproken op 19 november 2007.?


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature