(gelijkheidsbeginsel, redelijke termijn, matiging)
Grondslag voor ontnemingsvordering
- Als oprichter, leider of bestuurder deelnemen aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van misdrijven, gepleegd in of omstreeks de periode van 1 januari 1998 tot en met 16 juni 2001.
- Medeplegen van het als beroep of bedrijf uitoefenen van het opzettelijk inbreuk maken op eens anders auteursrecht, meermalen gepleegd in of omstreeks de periode van 1 januari 1998 tot en met 16 juni 2001.
De rechtbank
- stelt het bedrag van het door de veroordeelde wederrechtelijk verkregen voordeel vast op een bedrag van
€ 1.510.394,= (één miljoen vijfhonderdtienduizend driehonderdvierennegentig euro).
- legt aan de veroordeelde de verplichting op tot betaling aan de Staat van een bedrag van
€ 1.510.394,= (één miljoen vijfhonderdtienduizend driehonderdvierennegentig euro).
- wijst af het meer of anders gevorderde.