Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:

Inhoudsindicatie:

Negatieve uitlatingen in persmedium over cursusaanbod van Essence betreffen het actuele publieke debat en zijn niet onrechtmatig, want niet nodeloos grievend of misplaatst suggestief.

Inhoud dagvaarding is publiek nieuwsfeit en komt niet in aanmerking voor verspreidingsverbod op grond van de auteurswet.

Uitspraak



vonnis

RECHTBANK 'S-HERTOGENBOSCH

Sector civiel recht

zaaknummer / rolnummer: 181003 / KG ZA 08-612

Vonnis in kort geding van 10 november 2008

in de zaak van

1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

ESSENCE TRAININGEN AMSTERDAM B.V.,

gevestigd te Amsterdam,

2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

ESSENCE TRAININGEN NIJMEGEN B.V.,

gevestigd te Amsterdam,

3. [eiser sub 3],

wonende te [woonplaats],

eisers,

advocaat mr. H.F.C. Kuijpers te Leiden,

tegen

1. de stichting

STICHTING DE STELLING,

gevestigd te 's-Hertogenbosch,

2. [gedaagde sub 2],

wonende te [woonplaats],

3. [gedaagde sub 3],

wonende te [woonplaats],

advocaat mr. M.J. Jeths te Utrecht,

en

4. [gedaagde sub 4],

wonende te [woonplaats],

advocaat mr. M. Vissers te Utrecht.

Partijen zullen hierna Essence c.s. en De Stelling c.s. genoemd worden. Waar nodig zullen gedaagden afzonderlijk Stichting De Stelling, [gedaagde sub 2], [gedaagde sub 3] en [gedaagde sub 4] genoemd worden. Eisers sub 1 en 2 zullen afzonderlijk Essence Trainingen en eiser sub 3 zal afzonderlijk [eiser sub 3] worden genoemd.

1. De procedure

1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:

- de dagvaarding

- de wijziging van eis

- de mondelinge behandeling

- de pleitnota van Essence c.s.

- de pleitnota’s van Stichting De Stelling c.s.

1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.

2. De feiten

2.1. Stichting De Stelling is domeinnaamhoudster van www.stelling.nl en exploiteert door middel van die domeinnaam een gelijknamige website. Tevens geeft zij het blad “Kleintje Muurkrant” uit. [gedaagde sub 2] is bestuurslid van Stichting De Stelling. [gedaagde sub 3] is inmiddels afgetreden als bestuurslid van Stichting De Stelling. [gedaagde sub 4] is redacteur geweest van de website www.witheet.com.

2.2. Essence Trainingen houden zich bezig met het geven van trainingen op het gebied van de ontwikkeling van persoonlijke capaciteiten door middel van diverse communicatietechnieken. [eiser sub 3] is werkzaam bij Essence Trainingen.

2.3. Stichting De Stelling hebben op www.stelling.nl en in uitgaven van Kleintje Muurkrant een aantal artikelen geplaatst, met de titels “Samen op weg naar verlichting”, “Een source traininkje”, “In een lang weekend naar de verlichting”, “Tools for life” en “In a long weekend to enlightment”, waarin de auteurs zich zeer kritisch uitlaten over Essence Trainingen. Op de site www.witheet.com is een artikel geplaatst met de titel “Samen op weg naar verlichting”.

2.4. Bij exploten van 29 juli 2008 en 30 juli 2008 heeft de advocaat van Essence c.s. [gedaagde sub 4], respectievelijk Stichting De Stelling, [gedaagde sub 2] en [gedaagde sub 3] gesommeerd om (onder meer) voormelde artikelen van de websites te verwijderen. De Stelling c.s. hebben hieraan tot op heden geen gevolg gegeven.

3. Het geschil

3.1. De vorderingen van Essence strekken tot - zeer verkort en samengevat weergegeven - ten aanzien van

Stichting De Stelling, [gedaagde sub 2] en [gedaagde sub 3]

1. een gebod tot bekendmaking van de identiteit en contactgegevens van de (anonieme) auteurs van een vijftal in de wijziging van eis nader genoemde artikelen,

2. een gebod tot verwijdering, alsmede een verbod tot verdere verspreiding van de nader in de wijziging van eis genoemde hyperlinks en berichten met een vergelijkbare inhoud op de website www.stelling.nl en in uitgaven van Kleintje Muurkrant en tevens een gebod tot indiening van verzoeken bij de domeinnaamhouders van 22 zoekmachines tot verwijdering van alle zoekresultaten, waarin melding wordt gemaakt van de titel en of (delen van) de inhoud van voormelde artikelen en hyperlinks,

3. een verbod tot het verwijderen en verwijderd houden van de inhoud van de dagvaarding op www.stelling.nl en in uitgaven van Kleintje Muurkrant, alsmede een verbod tot openbaarmaking op internet, of anderszins van de inhoud van de op deze procedure betrekking hebbende correspondentie en processtukken, met uitzondering van het vonnis,

4. een gebod tot rectificatie op www.stelling.nl en in Kleintje Muurkrant,

5. een gebod tot voldoening aan de artikelen 8 en 35 van de Wet bescherming persoonsgegevens betreffende de bij Essence werkzame [eiser sub 3],

alles primair op straffe van gijzeling (ten aanzien van Stichting De Stelling en [gedaagde sub 2]), subsidiair op straffe van verbeurte van een dwangsom en met veroordeling van Stichting De Stelling, [gedaagde sub 2] en [gedaagde sub 3] in de kosten van deze procedure,

[gedaagde sub 4]

1 een gebod tot bekendmaking van de identiteit en contactgegevens van “[naam]”, auteur van het artikel “Samen op weg naar verlichting”,

2. een gebod tot verwijdering, alsmede een verbod tot verdere verspreiding van de hyperlink http://witheet.com/spiritueel/samen-op-weg-naar-verlichting en berichten met een vergelijkbare inhoud en tevens een gebod tot indiening van verzoeken bij de domeinnaamhouders van 18 zoekmachines tot verwijdering van alle zoekresultaten, waarin melding wordt gemaakt van de titel en of (delen van) de inhoud van artikelen op voormelde hyperlink,

3. een gebod tot rectificatie, primair op www.witheet.com, subsidiair in dagblad De Telegraaf,

4. een gebod tot voldoening aan de artikelen 8 en 35, leden 1,2 en 4 van de Wet bescherming persoonsgegevens betreffende de bij Essence werkzame [eiser sub 3],

alles op straffe van verbeurte van een dwangsom en veroordeling van [gedaagde sub 4] in de van deze procedure.

3.2. Essence c.s. leggen daaraan ten grondslag dat De Stelling c.s. onrechtmatig jegens hen handelen door het in de openbaarheid brengen van lasterlijke en reputatieschadelijke artikelen ten aanzien van Essence c.s., veelal afkomstig van een anonieme bron, door publicatie op de website www.stelling.nl en in uitgaven van Kleintje Muurkrant, alsmede verdere verspreiding op het internet. Dit geldt temeer daar deze openbaarmaking zonder toepassing van het beginsel van hoor en wederhoor heeft plaatsgevonden. Door deze publicaties wordt de reputatie van Essence c.s. ernstig aangetast en beschadigd, zodat zij een spoedeisend belang hebben bij hun vordering tot verwijdering en rectificatie van de onrechtmatige uitlatingen. Voorts hebben zij belang bij het verkrijgen van de identiteit en adresgegevens van de anonieme bronnen, teneinde rechtsmaatregelen tegen deze anonieme bronnen te kunnen nemen.

Daarnaast hebben Essence c.s., zonder zijn toestemming, persoonsgegevens van [eiser sub 3], als bedoeld in de Wet bescherming persoonsgegevens, op internet gepubliceerd, zodat hij belang heeft bij zijn vorderingen gebaseerd op de artikelen 8 en 35, leden 1, 2 en 4 van de Wet bescherming persoonsgegevens .

3.3. De Stelling c.s. voeren verweer. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4. De beoordeling

4.1. De voorzieningenrechter ziet geen reden om de nietigheid van de dagvaarding uit te spreken. De dagvaarding is weliswaar zeer summier ten aanzien van de gronden waarop de vorderingen rusten, maar niet zonder meer kan worden gezegd dat het voor partijen niet kenbaar is waar de eisende partij haar vorderingen op baseert. Voor zover Stelling c.s. tekortschieten in de vereiste duidelijkheid aangaande de grondslag, zullen de daarop betrekking hebbende gevraagde voorzieningen worden geweigerd.

De vorderingen ten aanzien van Stichting De Stelling, [gedaagde sub 2] en [gedaagde sub 3].

4.2. Niet in geschil is dat Stichting De Stelling met de plaatsing van de artikelen op de website www.stelling.nl en in uitgaven van Kleintje Muurkrant in de openbaarheid hebben willen treden. Dit volgt ook uit de doelstelling van Stichting De Stelling om “via het openbaar maken van feiten, het geven van achtergrondinformatie en het plaatsen van discussiestukken, het verzet tegen misstanden in de maatschappij aan te wakkeren en een platformfunctie te vervullen voor actiegroepen in Den Bosch.”. De gewraakte artikelen dienen de rhalve als een perspublicatie te worden beschouwd. Bij de beoordeling of sprake is van een onrechtmatige publicatie wegens aantasting van de eer en goede naam dient enerzijds het belang om niet te worden blootgesteld aan lichtvaardige verdachtmakingen te worden afgewogen tegen anderzijds het belang dat misstanden die de samenleving raken niet mogen blijven voortbestaan door gebrek aan bekendheid bij het publiek.

4.3. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter zijn de vijf artikelen waarnaar Essence c.s., ter onderbouwing van hun stelling dat onrechtmatig jegens hen wordt gehandeld, verwijzen, niet nodeloos grievend of beledigend jegens Essence c.s.. Hoogstens is de inhoud van de artikelen onaangenaam voor de zakelijke reputatie van Essence c.s., maar dit is op zichzelf onvoldoende reden om te spreken van onrechtmatige uitlatingen. Daarbij speelt tevens een rol dat de uitlatingen zijn gedaan in het kader van een openbaar publiek debat over de waarde en gevaren van een bepaalde aangeboden dienst (in dit geval de bewustzijnstrainingen van Essence). Zeker in het kader van een openbaar politiek debat over maatschappelijke ontwikkelingen komt aan de vrijheid van meningsuiting een groot gewicht toe. Hoewel de bewoordingen waarin de uitlatingen zijn gedaan soms zeer kritisch en negatief van toon zijn, kan, gelet op de context waarin zij zijn gedaan en het belang van een open debat, niet worden gezegd dat zij onnodig grievend zijn. Daarbij is van belang dat, zoals De Stelling c.s. onweersproken stellen met betrekking tot Essence trainingen allerhande webfora en artikelen op internet te vinden zijn, waarop allerlei meningen zijn te vinden ten aanzien van Essence trainingen, zowel positieve als negatieve. Het is dus zeer goed mogelijk om een genuanceerd beeld te krijgen van Essence trainingen, wanneer via internet naar Essence wordt gezocht.

Of de beweringen in voormelde artikelen ook juist zijn kan binnen de beperkte kaders van dit kort geding niet worden vastgesteld en is daarbij ook niet zozeer van belang. Het gaat immers om het uitdragen en onderbouwen van een waardeoordeel in het kader van een publiek debat en dus om een mening. Het recht op vrijheid van meningsuiting beschermt in beginsel, zeker in een actueel publiek debat als het onderhavige, ook meningen waaraan anderen aanstoot kunnen nemen. Er is in casu geen sprake van bijvoorbeeld het malicieus op negatief suggestieve wijze presenteren van (zeer) gedateerde en multi-interpretabele gegevens, maar van een actuele visie op de recente activiteiten van Essence c.s.

4.4. Nu geen sprake is van onrechtmatige uitlatingen zullen de vorderingen onder 2 en 4 worden afgewezen. Daarmee komt tevens de grondslag aan de vorderingen genoemd onder 1 te ontvallen, zodat deze ook zullen worden afgewezen. Niet valt in te zien welk belang Essence c.s. gezien het voorgaande nog hebben bij hun vordering tot bekendmaking van de identiteit en contactgegevens van de (anonieme) auteurs van de onder 2.3. genoemde artikelen.

4.5. Ten aanzien van de vordering onder punt 3 overweegt de voorzieningenrechter dat de enkele stelling van Essence c.s. dat mr. H.F.C. Kuijpers maker is van de dagvaarding, nog niet betekent dat sprake is van een auteursrechtelijk beschermd werk in de zin van de Auteurswet. De Stelling c.s. hebben zulks gemotiveerd betwist (zie pleitnota mr. M.J. Jeths, pagina 6), zodat zonder enige nadere concrete onderbouwing van de zijde van Essence c.s., welke ontbreekt, niet kan worden gezegd dat sprake is van een werk dat auteursrechtelijke bescherming geniet. De dagvaarding is bovendien een nieuwsfeit waarvan de kennisneming door het publiek bijdraagt tot beter begrip van het ter openbare terechtzitting verhandelde en uiteindelijk van dit vonnis. Nu de dagvaarding reeds ter inzage heeft gelegen bij de centrale informatiebalie van de rechtbank, waar een ieder kennis heeft kunnen nemen van de inhoud daarvan en De Stelling c.s. ook overigens niet hebben onderbouwd welk (spoedeisend) belang zij hebben bij hun vordering tot het verwijderen en verwijderd houden van de inhoud van de dagvaarding en overige processtukken op www.stelling.nl en in uitgaven van Kleintje Muurkrant zullen deze vorderingen worden afgewezen.

4.6. Het gevorderde onder 5 zal eveneens worden afgewezen. Niet is gebleken immers van vermelding van persoonsgegevens van [eiser sub 3] door De Stelling c.s., anders dan dat hij werkzaam is bij Essence trainingen, hetgeen juist is. Nu Essence c.s. geen feiten en omstandigheden hebben aangevoerd op grond waarvan zij een (spoedeisend) belang hebben bij het treffen van een voorziening in dit kort geding, gebaseerd op de artikelen 8 en 35 van de Wet bescherming persoonsgegevens , zal deze vordering van Essence c.s. worden afgewezen.

De vorderingen ten aanzien van [gedaagde sub 4].

4.7. Niet in geschil is tussen partijen dat [gedaagde sub 4] niet de domeinnaamhouder is van de site www.witheet.com. Dat is een rechtspersoon met de naam “Tier 1 Communications Ltd.”. [gedaagde sub 4] is volgens eigen zeggen wel redacteur geweest van de site www.witheet.com, maar heeft sinds 2007 niets meer met deze site te maken. Dit heeft [gedaagde sub 4] ook per e-mail van 25 juli 2008 aan mr. H.F.C. Kuijpers laten weten, hetgeen door Essence c.s. niet is betwist. Gelet hierop valt, zonder enige nadere toelichting van de zijde van Essence c.s., die ontbreekt, niet in te zien hoe [gedaagde sub 4] bevoegd kan zijn tot de (rechts)handelingen die Essence c.s. thans van hem verlangen als genoemd onder 2 tot en met 4, dan wel dat hij beschikt over de gegevens die worden gevorderd als weergegeven onder 1. Deze vorderingen zullen dan ook worden afgewezen.

4.8. Essence c.s. zullen als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld.

5. De beslissing

De voorzieningenrechter

5.1. wijst de vorderingen af,

5.2. veroordeelt Essence c.s. in de proceskosten, aan de zijde van Stichting De Stelling, [gedaagde sub 2] en [gedaagde sub 3] tot op heden begroot op € 1.070,00, waarvan € 816,00 salaris advocaat en € 254,00 verschotten en aan de zijde van [gedaagde sub 4] begroot op € 1.070,00, waarvan € 816,00 salaris advocaat en € 254,00 verschotten,

5.3. verklaart dit vonnis wat betreft de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.

Dit vonnis is gewezen door mr. J.H.W. Rullmann en in het openbaar uitgesproken op 10 november 2008.


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Gerelateerde advocaten

Gerelateerde advocatenkantoren

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature