E-mail deze uitspraak

Uitspraak waar naar gelinkt wordt vanuit de e-mail die gestuurd zal worden:

ECLI:NL:RBSGR:2012:30635
Rechtbank 's-Gravenhage, AWB-12_164G

Inhoudsindicatie:

Het al dan niet behoren van een onroerende zaak tot een ondernemingsvermogen is afhankelijk van de wil van de belastingplichtige, zoals deze in zijn boekhouding of anderszins tot uitdrukking komt, tenzij sprake is van een onredelijke opvatting. Naar het oordeel van de rechtbank is de bovenverdieping, ondanks het ontbreken van een eigen energievoorziening, zelfstandig rendabel te maken en was het niet dienstbaar aan de onderneming. Door het aan te merken als ondernemingsvermogen en niet als privévermogen zou het de grenzen der redelijkheid overschrijden. De kelder is overwegend ten behoeve van het woongedeelte gebruikt en moet derhalve als privévermogen worden aangemerkt. Terzake van het verhuurde gedeelte is sprake van keuzevermogen. Het is zelfstandig rendabel te maken en het pand is ten behoeve van de bedrijfsuitoefening gekocht. Eiser heeft bij de aanschaf van het pand, zoals blijkt uit de aangiftes, er voor gekozen dit als ondernemingsvermogen aan te merken. Met die keuze zijn de grenzen der redelijkheid niet overschreden. De keuken dient als ondernemingsvermogen te worden aangemerkt, nu dit gedeelte wordt verhuurd dan wel wordt gebruikt in het kader van de onderneming. De stakingswinst wordt berekend over de waarde van het gedeelte van het pand dat als ondernemingsvermogen moet worden aangemerkt.

Van


Aan


Opmerkingen (optioneel)


E-mail

Terug

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie