E-mail deze uitspraak

Uitspraak waar naar gelinkt wordt vanuit de e-mail die gestuurd zal worden:

ECLI:NL:RBSGR:2009:BK9829
LJN BK9829, Rechtbank 's-Gravenhage, AWB 09/22570

Inhoudsindicatie:

Vast staat dat voor toelating van vreemdelingen tot Nederland voor het verrichten van arbeid als zelfstandige sinds 1 januari 1973 steeds als voorwaarde heeft gegolden dat met de te verrichten arbeid als zelfstandige een wezenlijk Nederlands belang wordt gediend. In dat kader zijn de adviezen van de Minister van Economische Zaken feitelijk van doorslaggevend belang. In het bestreden besluit heeft verweerder, terecht, overwogen dat de Afdeling in haar uitspraak van 11 maart 2004 (LJN: AO8112) heeft geoordeeld dat er geen grond bestaat voor het oordeel dat het toelatingsbeleid voor vreemdelingen die in Nederland arbeid als zelfstandige willen verrichten in strijd is met artikel 41 van het Aanvullend Protocol . De rechtbank ziet zich gesteld voor de vraag of de brief van 19 mei 2009 van de Minister van Economische Zaken aan deze rechtbank, nevenzittingsplaats Haarlem, een ander licht op de zaak werpt en beantwoordt deze vraag bevestigend. Uit de brief van 19 mei 2009 blijkt dat de Minister van Economische Zaken, wegens gewijzigde economische omstandigheden of veranderde beleidsmatige inzichten, de invulling van het criterium wezenlijk Nederlands belang sinds 1 januari 1973 bij herhaling heeft gewijzigd. Gelet hierop heeft eiser met het overleggen van de brief van 19 mei 2009 aannemelijk gemaakt dat het voor Turkse vreemdelingen na 1 januari 1973, (mede) als gevolg van de gewijzigde invulling van het criterium wezenlijk Nederlands belang in de adviespraktijk van de Minister van Economische Zaken, moeilijker is geworden om tot Nederland te worden toegelaten voor het verrichten van arbeid als zelfstandige en dat deze gewijzigde invulling feitelijk neerkomt op een aanscherping van het toelatingsbeleid. Het bestreden besluit is onvoldoende zorgvuldig voorbereid en berust niet op een deugdelijke motivering, voor zover verweerder zich daarin op het standpunt stelt dat het op eiser toegepaste beleid niet in strijd is met artikel 41, eerste lid, van het Aanvullend Protocol . Beroep gegrond.

Van


Aan


Opmerkingen (optioneel)


E-mail

Terug

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie