E-mail deze uitspraak

Uitspraak waar naar gelinkt wordt vanuit de e-mail die gestuurd zal worden:

ECLI:NL:RBSGR:2009:BK1110
LJN BK1110, Rechtbank 's-Gravenhage, 09/17446

Inhoudsindicatie:

Verblijf bij partner / zorgvuldige voorbereiding / duurzame relatie / objectief verifieerbaar bewijsmateriaal / getuigenverklaringen

Eiseres heeft een aanvraag gedaan voor verblijf als gezinslid van een pardonner. Eiseres heeft gemotiveerd betwist dat zij niet heeft aangetoond met objectief verifieerbare bewijsstukken dat zij op of voor 13 december 2006 een duurzame relatie had met de heer (..). Eiseres heeft daartoe gewezen op de hangende de procedure in veelvoud overgelegde verklaringen van buurtbewoners en kennissen. Daarbij komt, aldus eiseres, dat het voor haar niet mogelijk is geweest om andersoortige bewijsstukken over te leggen, zoals volgens verweerder is vereist. De rechtbank heeft geoordeeld dat niet valt in te zien waarom verklaringen van buurtbewoners en kennissen bij voorbaat niet objectief en verifieerbaar zijn. De getuigenverklaringen zijn immers niet afkomstig van naaste familie of anderen die een direct belang bij voortzetting van het verblijf van eiseres in Nederland hebben. Het feit dat iemand een kennis is of in de buurt woont van eiseres, maakt ook niet dat daarmee sprake is van een dusdanige relatie dat een verklaring door een dergelijke persoon reeds op voorhand niet objectief kan zijn. Dat het beoordelen van vorenbedoeld bewijs door middel van getuigen, zoals verweerder ter zitting naar voren heeft gebracht, zou betekenen dat verweerder die getuigen zou moeten horen en dat dit een groot (tijds)beslag zal leggen op verweerder, doet aan het vorenstaande niet af. Voor zover verweerder stelt dat eiseres op andere wijze dan zij heeft gedaan wel objectief en verifieerbaar zou hebben kunnen aantonen dat er sprake is geweest van een relatie (bijvoorbeeld door het overleggen van een huurcontract of een bankrekening), miskent verweerder daarmee dat het aan eiseres is om te bepalen op welke wijze zij het bestaan van die relatie wil aantonen en dat het vervolgens aan verweerder is om de waarde van dat bewijsaanbod/bewijs te waarderen. Door - kennelijk principieel - te weigeren om bewijs door middel van getuigen te aanvaarden, heeft verweerder niet voldaan aan de uit artikel 3:2 van de Awb voortvloeiende verplichting de nodige kennis omtrent de relevante feiten en de af te wegen belangen te vergaren. Daarmee is het bestreden besluit tevens onvoldoende daadkrachtig gemotiveerd. Beroep gegrond.

Van


Aan


Opmerkingen (optioneel)


E-mail

Terug

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie