U dient ingelogd te zijn om favorieten te kunnen toevoegen aan Mijn Jure
U kunt zich hier gratis registreren
Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:

Inhoudsindicatie:

Vreemdelingenbewaring / strafrechtelijke aanhouding / inzage in identiteitsbewijs / ontruiming / politietaak

De strafrechtelijke aanhouding van eiser heeft plaatsgevonden tijdens de ontruiming van een pand te Amsterdam. De verbalisant vergezelde de deurwaarder bij de ontruiming. Verbalisant heeft eiser aangehouden ter zake van overtreding van artikel 447e Wetboek van Strafrecht.

Uit de artikelen 557 en 444, tweede lid, van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering blijkt dat de deurwaarder zich bij een ontruiming kan laten bijstaan door een ambtenaar van politie die tevens hulpofficier van justitie is, in wiens tegenwoordigheid de opening van de deuren en van het huisraad zal worden gedaan voor zover dat redelijkerwijs nodig is.

De rechtbank acht op grond van de processen-verbaal aannemelijk dat de verbalisant in zijn hoedanigheid van hulpofficier van justitie de zorg had over de goederen die tijdens de ontruiming uit de woning zouden worden verwijderd. De rechtbank is verder van oordeel dat uit de processen-verbaal in voldoende mate blijkt dat in het kader van de uitoefening van deze politietaak inzage in een identiteitsbewijs is gevorderd en dat deze vordering in de gegeven omstandigheden noodzakelijk was, nu eiser zijn naam verschillend spelde en deze niet juist kon herhalen. De rechtbank concludeert dat de inzage is gevorderd in het kader van de uitoefening van andere politietaken dan het toezicht op vreemdelingen. Van een verkapte vreemdelingrechtelijke staandehouding is dan ook geen sprake. Dat betekent dat niet is vereist dat ten aanzien van eiser een redelijk vermoeden van illegaal verblijf bestond. Beroep ongegrond.

Uitspraak



Rechtbank 's-Gravenhage

zittinghoudende te Amsterdam

enkelvoudige kamer vreemdelingenzaken

Uitspraak

op grond van artikel 8:70 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) jo artikel 94 en artikel 106 van de Vreemdelingenwet 2000 ( Vw 2000)

reg. nr.: AWB 08/37408

V-nr.: [nummer]

inzake:

[eiser], geboren op [1970], van (gestelde) Ghanese nationaliteit, verblijvende op het Detentieplatform te Zaandam, eiser,

gemachtigde: mr. D.G. Metselaar, advocaat te Amsterdam,

tegen:

de Staatssecretaris van Justitie, verweerder,

gemachtigde: mr. M.R. van Lelyveld, ambtenaar bij de Immigratie- en Naturalisatiedienst van het Ministerie van Justitie.

I. ONTSTAAN EN LOOP VAN HET GEDING

Op 16 oktober 2008 is eiser op grond van artikel 59, eerste lid, aanhef en onder a, van de Vw 2000 in bewaring gesteld.

Bij beroepschrift van 20 oktober 2008 heeft eiser beroep ingesteld tegen het besluit van verweerder tot oplegging van de vrijheidsontnemende maatregel.

Ingevolge artikel 94, eerste lid, van de Vw 2000 houdt het beroep tevens in een verzoek om toekenning van schadevergoeding.

Het beroep is behandeld ter openbare zitting van 30 oktober 2008. Eiser is aldaar in persoon verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde. Verweerder heeft zich doen vertegenwoordigen door zijn voornoemde gemachtigde. Tevens was ter zitting aanwezig L. Lumsden als tolk in de Engelse taal.

De rechtbank heeft bij beslissing van 31 oktober 2008 het onderzoek heropend teneinde verweerder in de gelegenheid te stellen nadere informatie te verstrekken. Op 4 november 2008 heeft verweerder de rechtbank aanvullende stukken doen toekomen. De gemachtigde heeft hierop bij faxbericht van 6 november 2008 gereageerd.

De rechtbank heeft met toestemming van partijen bepaald dat een nadere zitting achterwege blijft en heeft het onderzoek gesloten.

II. OVERWEGINGEN

1. Eiser heeft het volgende - zakelijk weergegeven - aangevoerd. Eiser is onrechtmatig staande gehouden en de hierop volgende aanhouding is ook onrechtmatig. Uit het proces-verbaal van bevindingen van 16 oktober 2008 wordt niet duidelijk in welk kader het verzoek aan de vreemdeling om een legitimatiebewijs te tonen is gedaan. Derhalve moet het er voor worden gehouden dat dit verzoek heeft plaatsgevonden in het kader van de uitoefening van de bevoegdheid neergelegd in artikel 50, eerste lid, van de Vw 2000 . Uit het proces-verbaal blijkt echter niet van feiten en omstandigheden die naar objectieve maatstaven gemeten een redelijk vermoeden van illegaal verblijf opleveren. De omstandigheid dat eiser werd aangetroffen in de woning is daartoe onvoldoende. Er was geen sprake van strafrechtelijke handhaving dan wel handhaving van de openbare orde of van een situatie waarbij de vordering van een identiteitsbewijs redelijkerwijs noodzakelijk was voor de uitoefening van de politietaak. De opgelegde maatregel is ook onrechtmatig nu de met de bewaring gediende belangen niet in redelijke verhouding staan tot de ernst van het gebrek en de daardoor geschonden belangen. Hiertoe is van belang dat eiser nimmer een strafbaar feit heeft gepleegd, niet ongewenst is verklaard, geen aliassen heeft gebruikt en zijn identiteit en nationaliteit al vast staan. Voorts vordert het belang van de openbare orde de maatregel niet en had verweerder kunnen volstaan met de oplegging van een meldplicht, nu eiser vrijwillig wenst terug te keren naar Ghana en in het bezit was van een geldig paspoort.

2. Verweerder heeft het volgende - zakelijk weergegeven - aangevoerd. Eisers staandehouding heeft plaatsgevonden in het kader van de uitoefening van de algemene politietaken. Eiser heeft verklaard niet in het bezit te zijn van een identiteitsbewijs en is vervolgens aangehouden op grond van artikel 447e van het Wetboek van Strafrecht (WvSr). De politieagent heeft eiser naar een identiteitsbewijs gevraagd om te vast te stellen of hij de bewoner is van het te ontruimen pand. Verweerder heeft voldoende voortvarend gehandeld. Op 23 oktober 2008 heeft een vertrekgesprek plaatsgevonden en op 28 oktober 2008 is een laissez-passeraanvraag (hierna: lp-aanvraag) naar de de lp-kamer gestuurd. Voorts heeft verweerder geen lichter middel hoeven toepassen gezien de gronden die aan de maatregel ten grondslag liggen. Bovendien verblijft eiser reeds zeventien jaar illegaal in Nederland.

De rechtbank overweegt het volgende.

3. De strafrechtelijke aanhouding van eiser heeft plaatsgevonden tijdens de ontruiming van het pand Hakfort 438 te Amsterdam op 16 oktober 2008. De rechtbank leidt uit de processen-verbaal van bevindingen van 16 oktober 2008 en 3 november 2008 omtrent de gang van zaken aldaar het volgende af. De woning stond op naam van [...]. De verbalisant vergezelde de deurwaarder Stockman bij de ontruiming. Nadat de deurwaarder had aangebeld werd de deur geopend door eiser. Verbalisant betrad samen met de deurwaarder de woning. Daar troffen zij eiser aan. Verbalisant sprak eiser aan en vroeg hem naar zijn naam. Eiser gaf op ‘[naam eiser]’ te zijn genaamd en niet de beklaagde te zijn. Verbalisant hoorde dat eiser zijn naam een aantal malen verschillend spelde en niet juist kon herhalen. Eiser deelde mee wel in de woning te verblijven en enkele goederen te hebben in de betreffende woning. Daar het verbalisant niet duidelijk was van wie de in de woning aangetroffen goederen waren en hij in zijn hoedanigheid van hulpofficier van justitie de zorg had over de goederen, die in opdracht van de deurwaarder vernietigd, dan wel opgeslagen zouden worden, vroeg hij eiser naar een legitimatiebewijs. Eiser verklaarde daar niet over te beschikken en illegaal in Nederland te verblijven. Vervolgens heeft verbalisant eiser aangehouden ter zake van overtreding van artikel 447e WvSr .

4. Het is vaste rechtspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (AbRS) dat het niet aan de rechter in vreemdelingenzaken is om te oordelen over de aanwending van andere dan bij of krachtens de Vw 2000 toegekende bevoegdheden, ook niet indien die vervolgens hebben geleid tot een staandehouding op grond van artikel 50 van de Vw 2000 . Voor de vaststelling of al dan niet sprake is van een vreemdelingrechtelijk voortraject is van belang dat in het desbetreffende proces-verbaal niet slechts melding wordt gemaakt van de grond van de aanhouding, maar tevens inzicht wordt verschaft in de omstandigheden en de redenen die aanleiding hebben gegeven tot de door de verbalisant verrichte handelingen die aan de aanhouding voorafgingen. Ingeval de vreemdeling is aangehouden op grond van ovetreding van artikel 447e WvSr geldt dat uit het ter zake opgemaakte proces-verbaal moet blijken in welk kader de vordering tot inzage in een identiteitsbewijs werd gedaan en waarom deze vordering noodzakelijk was voor een redelijke taakuitoefening.

5. Uit de artikelen 557 en 444, tweede lid, van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering blijkt dat de deurwaarder zich bij een ontruiming kan laten bijstaan door een ambtenaar van politie die tevens hulpofficier van justitie is, in wiens tegenwoordigheid de opening van de deuren en van het huisraad zal worden gedaan voor zover dat redelijkerwijs nodig is.

6. De rechtbank acht op grond van de genoemde processen-verbaal aannemelijk dat de verbalisant in zijn hoedanigheid van hulpofficier van justitie de zorg had over de goederen die tijdens de ontruiming uit de woning [adres] zouden worden verwijderd. De rechtbank is verder van oordeel dat uit de processen-verbaal in voldoende mate blijkt dat in het kader van de uitoefening van deze politietaak inzage in een identiteitsbewijs is gevorderd en dat deze vordering in de gegeven omstandigheden noodzakelijk was, nu eiser zijn naam verschillend spelde en deze niet juist kon herhalen. De rechtbank concludeert dat de inzage is gevorderd in het kader van de uitoefening van andere politietaken dan het toezicht op vreemdelingen. Van een verkapte vreemdelingrechtelijke staandehouding is dan ook geen sprake. Dat betekent dat niet is vereist dat ten aanzien van eiser een redelijk vermoeden van illegaal verblijf bestond.

7. De rechter in vreemdelingenzaken kan niet oordelen over de aanwending van andere dan bij of krachtens de Vw 2000 toegekende bevoegdheden. Het traject voorafgaande aan de vreemdelingrechtelijke ophouding van eiser kan derhalve in het onderhavige beroep niet worden getoetst.

8. De rechtbank verwerpt ook de beroepsgrond dat het belang van de openbare orde de bewaring niet vordert. Aan de maatregel zijn de volgende omstandigheden ten grondslag gelegd. Eiser beschikt niet over een identiteitspapier als bedoeld in artikel 4.21 van het Vreemdelingenbesluit 2000 (Vb 2000), noch over een vaste woon- of verblijfplaats, noch over (voldoende) middelen van bestaan en heeft zich niet gehouden aan de vertrektermijn. Dit laatste heeft verweerder ter zitting toegelicht door erop te wijzen dat eiser zeventien jaar illegaal in Nederland verblijft. De rechtbank is van oordeel dat verweerder in redelijkheid heeft kunnen menen dat aannemelijk is dat eiser zich aan de uitzetting zal onttrekken, zodat het belang van de openbare orde de bewaring vordert. Dat eiser heeft verklaard vrijwillig terug te zullen keren naar Ghana is van onvoldoende gewicht. De rechtbank is op grond van het een en ander voorts van oordeel dat verweerder in redelijkheid heeft kunnen afzien van toepassing van een lichter middel dan inbewaringstelling.

9. Na beoordeling van de door of namens eiser naar voren gebrachte beroepsgronden, concludeert de rechtbank dat de toepassing noch de tenuitvoerlegging van de vrijheidsontnemende maatregel in strijd is met de wet en dat deze bij afweging van alle daarbij betrokken belangen in redelijkheid gerechtvaardigd is te achten. Derhalve wordt het beroep ongegrond verklaard.

10. Gelet op het vorenstaande acht de rechtbank geen gronden aanwezig om toepassing te geven aan artikel 106 van de Vw 2000 of artikel 8:75 van de Awb .

III. BESLISSING

De rechtbank

- verklaart het beroep ongegrond;

- wijst het verzoek om schadevergoeding af.

Deze uitspraak is gedaan door mr. H.J. Fehmers, voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. J. van der Wielen, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 13 november 2008.


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Gerelateerde advocaten

Gerelateerde advocatenkantoren

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature