Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:

Inhoudsindicatie:

Afwijzing verzoek om handhavend optreden tegen golfkartonfabriek op voormalig veilingcomplex De Lier. Bedrijf verdraagt zich niet met voorschriften bestemmingsplan. Binnenplanse vrijstelling is onzeker; bedrijf zal speciale maatregelen moeten nemen ter voorkoming van (geluid)overlast. voorlopige voorziening getroffen dat verweerder binnen 10 weken beslist op bezwaar tegen afwijzing van verzoek om handhaving.

Uitspraak



RECHTBANK 'S-GRAVENHAGE

Sector bestuursrecht, voorzieningenrechter

Reg.nr.: AWB 08/5145 GEMWT

UITSPRAAK als bedoeld in artikel 8:84 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb)

op het verzoek om een voorlopige voorziening van

[A.] en [A.-B.], verzoekers, wonende te [woonplaats],

ten aanzien van het besluit van 13 mei 2008, verzonden op 30 mei 2008, van het college van burgemeester en wethouders van Westland, verweerder, waarbij onder meer is geweigerd om handhavingsmaatregelen te nemen tegen het bedrijf [C.] Verpakkingen B.V. (derde partij), gevestigd aan [adres] te De Lier.

Ontstaan en loop van het geding

Bij brief van 1 mei 2007 hebben verzoekers gevraagd om stillegging van de fabriek van [C.] Verpakkingen B.V., (derde partij) gevestigd op het Greenery-complex in De Lier.

Bij besluit van 20 juni 2007 heeft verweerder verzoekers meegedeeld dat, gelet op de spoedig te realiseren geluidwerende maatregelen, derde partij een termijn zou worden gegund tot 15 augustus 2007 om aan de geluidvoorschriften te voldoen.

Verzoekers hebben dit aangemerkt als een weigering om handhavend op te treden en hebben bij brief van 22 juni 2007 daartegen een bezwaarschrift ingediend.

Bij besluit van 7 augustus 2007 heeft verweerder derde partij verplicht geluidwerende maatregelen te nemen dan wel de stoomketel en de golfkartonmachine uit te schakelen. Voor het geval niet aan deze verplichting zou worden voldaan is bestuursdwang aangezegd.

Tegen dit besluit hebben verzoekers bij brief van 27 augustus 2007 (nadien van gronden voorzien) bezwaar aangetekend.

Bij het nu bestreden besluit van 13 mei 2008 heeft verweerder, conform het advies van de Commissie voor de bezwaar- en beroepschriften van 11 januari 2008, het bezwaar van verzoekers van 22 juni 2007 gegrond verklaard en het bezwaar van verzoekers van 27 augustus 2007 onder aanvulling van de motivering van het besluit van 7 augustus 2007 ongegrond verklaard.

Tegen dit besluit hebben verzoekers bij brief van 10 juli 2008, ingekomen bij de rechtbank op 11 juli 2008, beroep ingesteld. Bij brief van dezelfde datum hebben verzoekers de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.

Verweerder heeft de op de zaak betrekking hebbende stukken overgelegd.

Het verzoek om voorlopige voorziening is op 7 augustus 2007 ter zitting behandeld.

Verzoekers zijn in persoon verschenen, bijgestaan door mr. V.J. Leijh, advocaat te Amsterdam. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door [...], allen werkzaam bij de gemeente Westland. Namens derde partij is verschenen [C.], bijgestaan door [...]

Motivering

De voorzieningenrechter kan, indien tegen een besluit voorafgaand aan een mogelijk beroep bij de rechtbank bezwaar is gemaakt, op verzoek een voorlopige voorziening treffen indien onverwijlde spoed, gelet op de betrokken belangen, dat vereist. Het oordeel van de voorzieningenrechter is niet bindend voor een beslissing in beroep.

Op het zogeheten Greenery-complex, het voormalige veilingterrein, in De Lier is sinds enige tijd [C.] Verpakkingen B.V. gevestigd in een bestaand bedrijfspand. Het bedrijf is gespecialiseerd in de vervaardiging van agrarisch verpakkingsmateriaal, meer in het bijzonder golfkarton. Hiertoe wordt gebruik gemaakt van een golfkartonmachine. Het bedrijf beschikt nog niet over de vereiste milieuvergunning. Een ontwerp-besluit houdende vergunningverlening ingevolge de Wet milieubeheer wordt naar verwachting in september ter inzage gelegd. Thans geldt nog een zogenaamde parapluvergunning voor het gehele Greenery-complex. Hierin zijn geen geluidsnormen opgenomen voor de woningen aan de [adres], waaronder de woning van verzoekers.

Verzoekers stellen dat zij onaanvaardbare geluidoverlast ondervinden van het productieproces van [C.] Verpakkingen B.V. Daarnaast is er sprake van geurhinder. Bovendien stellen verzoekers dat er een aanzienlijk brandgevaar is, omdat het bedrijf nog niet aan de brandveiligheidseisen voldoet. Het verzoek om voorlopige voorziening strekt tot het (doen) stilleggen van de bedrijfsactiviteiten, althans een andere voorziening die aan hun bezwaren tegemoetkomt. In het verzoek is uitsluitend een relatie gelegd met het gebruik van het bedrijfsperceel in strijd met de voorschriften van het geldende bestemmingsplan.

Verweerder heeft, samengevat, aangegeven dat momenteel weliswaar sprake is van gebruik van het perceel in strijd met de bestemmingsplanvoorschriften, maar dat dit gebruik op korte termijn kan worden gelegaliseerd. Ter plaatste is sprake van een Agrarisch Logistiek Centrum (ALC). Op het in geding zijnde perceel was oorspronkelijk een papierwarenindustrie gevestigd, een bedrijf van categorie 3 als bedoeld in de Staat van Inrichtingen behorend bij het bestemmingsplan “Landelijk Gebied, 1e herziening”. Door het plaatsen van een golfkartonmachine is thans sprake van bedrijfscategorie 4 (golfkarton- en kartonnage-industrie). Daarvoor kan op korte termijn een binnenplanse vrijstelling worden verleend, aldus verweerder.

De voorzieningenrechter stelt voorop dat in de onderhavige procedure alleen een voorlopig oordeel kan worden gegeven ten aanzien van de vraag of verweerder terecht heeft besloten om niet handhavend op te treden tegen de vestiging en het in werking zijn van [C.] Verpakkingen B.V. in strijd met de voorschriften van het bestemmingsplan. In dit verband is van belang dat in het aangevochten besluit van 13 mei 2008 voor de eerste maal expliciet een beslissing is genomen over handhavend optreden tegen het bedrijf in verband met de voorschriften van het bestemmingsplan. Er is geen besluit in primo van dezelfde strekking. In verband hiermee zal het beroepschrift, gelet op artikel 6:15, tweede lid, van de Awb , worden doorgezonden naar verweerder ter behandeling als bezwaarschrift. Het verzoek om voorlopige voorziening wordt in verband daarmee gekoppeld aan de bezwarenprocedure.

Voor zover het bestreden besluit ziet op (de naleving van) de Wet milieubeheer is de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (ABRvS) de bevoegde instantie. Bezwaren die betrekking hebben op overtreding van de Wet milieubeheer of aanverwante regelingen dienen thans buiten beschouwing te blijven.

Niet in geschil is dat de vestiging van [C.] Verpakkingen B.V. zich niet verdraagt met de voorschriften van het vigerende bestemmingsplan. Op het betrokken perceel rust de bestemming ALC (Agrarisch Logistiek Centrum (ALC). Anders dan verzoekers hebben gesteld moet voorshands worden geoordeeld dat de fabricage van golfkarton op zich binnen de functie van een ALC past. Echter, op de onderhavige locatie zijn uitsluitend bedrijven van (hoogstens) categorie III van de bij het plan behorende Staat van Inrichtingen toegestaan. Door de plaatsing van een golfkartonmachine is thans sprake van bedrijfsactiviteiten van categorie IV. Verder staat vast dat in het bedrijfsgebouw sprake is van inpandige verbouwingen waarvoor (nog) geen bouwvergunning is verleend.

Gelet op het algemeen belang dat gediend is met handhaving, zal in geval van overtreding van een wettelijk voorschrift het bestuursorgaan dat bevoegd is om met bestuursdwang of een last onder dwangsom op te treden, in de regel van deze bevoegdheid gebruik moeten maken. Slechts onder bijzondere omstandigheden mag het bestuursorgaan weigeren dit te doen. Dit kan zich voordoen indien concreet zicht op legalisering bestaat. Voorts kan handhavend optreden zodanig onevenredig zijn in verhouding tot de daarmee te dienen belangen dat van optreden in die concrete situatie behoort te worden afgezien.

De voorzieningenrechter is er voorshands niet van overtuigd dat een binnenplanse vrijstelling als bedoeld in artikel 16, vijfde lid, van de planvoorschriften in een eventuele procedure zonder meer stand kan houden. Weliswaar is het volgens de bestemmingsplanbepalingen mogelijk om vrijstelling te verlenen voor bedrijven van de naasthogere categorie, mits deze naar aard en invloed op de omgeving geacht kunnen worden te behoren tot de ingevolge lid 1 toegelaten categorieën van de Staat van Inrichtingen, maar blijkens de plantoelichting geldt voor toelating van categorie IV-bedrijven als richtsnoer dat deze op minimaal 200 meter afstand van woningen dienen te zijn gesitueerd. Niet weersproken is dat de woning van verzoekers zich op een afstand van ongeveer 100 meter van het bedrijf bevindt. Bij de beoordeling van de vraag of de bedrijfsactiviteiten op deze locatie niettemin aanvaardbaar kunnen worden geacht zal met name van belang zijn of [C.] Verpakkingen B.V. in staat is om door middel van specifieke maatregelen tegemoet te komen aan de door verzoekers gestelde overlast. Bij de huidige stand van zaken kan daarover nog geen (voorlopig) oordeel worden gegeven.

Gelet op het vorenstaande is de voorzieningenrechter van oordeel dat er thans nog onvoldoende concreet uitzicht bestaat op legalisering van de bedrijfsactiviteiten van [C.] Verpakkingen B.V. Dit betekent dat verweerder onvoldoende heeft gemotiveerd waarom afwijzend is beslist op het verzoek tot het treffen van handhavingsmaatregelen.

Het behoeft geen betoog dat onmiddellijke opschorting of zelfs beëindiging van de bedrijfsactiviteiten een verregaande maatregel zou zijn. Voor een dergelijk ingrijpende voorlopige voorziening is naar het oordeel van de voorzieningenrechter thans nog onvoldoende aanleiding, te minder nu [C.] Verpakkingen B.V. wel diverse maatregelen heeft genomen, die er op zijn gericht om de door verzoekers ondervonden geluidoverlast, vooral veroorzaakt door de golfkartonmachine, te beperken. Verder bestaat de indruk dat verweerder de situatie niet op haar beloop laat, doch concrete stappen onderneemt om de bedrijfsactiviteiten op korte termijn te legaliseren.

Afweging van de in geding zijnde belangen leidt tot het oordeel dat er aanleiding bestaat om een voorlopige voorziening te treffen, inhoudende dat verweerder wordt opgedragen om binnen 10 weken na de datum van deze uitspraak een beslissing te nemen over de bezwaren tegen het besluit van 13 mei 2008, voor zover daarbij is geweigerd om handhavend op te treden tegen de overtreding van de bestemmingsplanbepalingen. Deze periode van 10 weken kan (mede) worden benut om te beoordelen of [C.] Verpakkingen B.V. zodanige overlastbeperkende maatregelen kan nemen, dan wel reeds heeft genomen, dat een vrijstelling van de bepalingen van het bestemmingsplan verantwoord is. Indien de beslissing op bezwaar niet tijdig wordt genomen, dan wel indien zich anderszins feiten of omstandigheden voordoen die maken dat onverwijld optreden naar de mening van verzoekers niet kan uitblijven, kunnen verzoekers zich andermaal tot de voorzieningenrechter wenden.

Verweerder wordt in de door verzoeker gemaakte proceskosten veroordeeld, waarbij met toepassing van het Besluit proceskosten bestuursrecht het gewicht van de zaak is bepaald op 1 (gemiddeld) en voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand (het indienen van een verzoekschrift en het verschijnen ter zitting) 2 punten worden toegekend.

Beslissing

De voorzieningenrechter van de rechtbank ’s-Gravenhage,

RECHT DOENDE:

treft de voorlopige voorziening dat verweerder binnen tien weken na de datum van deze uitspraak een beslissing neemt op het bezwaar tegen het besluit van 13 mei 2008, voor zover daarbij is geweigerd om handhavend op te treden tegen overtreding van de voorschriften van het bestemmingsplan door [C.] Verpakkingen B.V.;

bepaalt dat de gemeente Westland aan verzoekers het door hen betaalde griffierecht, te weten € 145,--, vergoedt;

veroordeelt verweerder in de door verzoekers gemaakte proceskosten ten bedrage van € 644,--, welk bedrag de gemeente Westland aan verzoekers moet vergoeden.

Aldus gegeven door mr. C.J. Waterbolk, voorzieningenrechter, en in het openbaar uitgesproken op 14 augustus 2008, in tegenwoordigheid van de griffier mr. H.E. Torsing.


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Gerelateerde advocaten

Gerelateerde advocatenkantoren

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature