U dient ingelogd te zijn om favorieten te kunnen toevoegen aan Mijn Jure
U kunt zich hier gratis registreren
Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Zaaknummer:
Soort procedure:

Uitspraak



RECHTBANK 'S-GRAVENHAGE

Sector Familie- en Jeugdrecht

Meervoudige Kamer

Erkenning geslachtsnaamwijziging

rekestnummer : 02-3526

zaaknummer : 181604

datum beschikking : 28 april 2003

BESCHIKKING op het op 5 juni 2002 ingekomen verzoek van:

[verzoekster],

verzoekster,

wonende te [woonplaats] (Duitsland),

procureur: mr. P.A.M. Perquin.

Als belanghebbende wordt aangemerkt:

de ambtenaar van de burgerlijk stand van de gemeente 's-Gravenhage,

de ambtenaar,

zetelend te 's-Gravenhage,

FEITEN

Verzoekster is op [geboortedatum] te [geboorteplaats] geboren uit het huwelijk van [vader] en [moeder van verzoekster], welk huwelijk op 19 september 1975 is ontbonden door inschrijving van het vonnis van echtscheiding van 10 juni 1975 van de rechtbank te 's-Gravenhage in de registers van de burgerlijke stand van de gemeente [woonplaats].

De moeder van verzoekster, [moeder van verzoekster], is vervolgens op 29 november 1976 in Duitsland gehuwd met [nieuwe partner moeder]. Bij besluit van het Amtsgericht [gemeente] te Duitsland van 15 september 2000 is verzoekster door haar stiefvader [nieuwe partner moeder] geadopteerd, waarbij haar geslachtsnaam "[geslachtsnaam]" is komen te luiden. Dit besluit is blijkens een daarop gestelde aantekening op 30 september 2000 onherroepelijk geworden.

Verzoekster, die de Nederlandse nationaliteit heeft, wenst dat de geslachtsnaam "[geslachtsnaam]" in haar Nederlandse paspoort wordt opgenomen.

PROCEDURE

Het verzoekschrift strekt ertoe dat de rechtbank een verklaring voor recht als bedoeld in artikel 1:26 BW geeft dat de door het Ambtsgericht [gemeente] (Duitsland) bij besluit van 15 september 2000 uitgesproken stiefouderadoptie van verzoekster een op haar betrekking hebbende, buiten Nederland gedane uitspraak betreft, die overeenkomstig de plaatselijke voorschriften door een bevoegde instantie is gedaan en naar zijn aard vatbaar is voor opneming in een Nederlands register van de burgerlijke stand, te weten die van de gemeente 's-Gravenhage.

Bij brief van 12 september 2002 van de zijde van verzoekster is het ingediende verzoekschrift aangevuld met een aantal bescheiden.

De ambtenaar heeft het verzoek bestreden en aangevoerd dat de Nederlandse openbare orde zich verzet tegen het toevoegen van een latere vermelding van stiefouderadoptie aan de geboorteakte van verzoekster. Immers niet is voldaan aan de Nederlandse voorwaarden voor adoptie, in het bijzonder niet aan het bepaalde in artikel 1:228, lid 1, letter a, BW, te weten dat het kind op de eerste dag van het verzoek minderjarig is, aldus de ambtenaar.

De officier van justitie heeft de rechtbank medegedeeld geen conclusie te nemen.

Op 24 maart 2003 is de zaak ter terechtzitting van deze rechtbank behandeld. Hierbij zijn verschenen de verzoekster, bijgestaan door haar procureur, en voorts de ambtenaar in de persoon van [ambtenaar]. Tijdens de zitting heeft verzoekster haar verzoekschrift aangevuld met een beroep op artikel 5a van de Wet conflictenrecht namen (hierna: WCN). Het subsidiaire verzoek strekt er toe voor recht te verklaren dat de wijziging van de geslachtsnaam van verzoekster in "[geslachtsnaam]", ten gevolge van de in Duitsland uitgesproken stiefouderadoptie van verzoekster, hier te lande wordt erkend.

Na de zitting heeft verzoekster bij faxbrief van 24 maart 2003 het primaire verzoek, te weten een latere vermelding van stiefouderadoptie toe te voegen aan de geboorteakte van verzoekster op grond van het bepaalde in artikel 1:20 b BW, schriftelijk ingetrokken.

BEOORDELING

In geschil is of toepassing van artikel 5a WCN leidt tot het door verzoekster gewenste resultaat, te weten erkenning in Nederland van de geslachtsnaam "[geslachtsnaam]". De ambtenaar heeft ter zitting aangevoerd dat het (subsidiaire) verzoek, dat ter beoordeling voor ligt, moet worden afgewezen nu de Nederlandse openbare orde zich verzet tegen de erkenning van de aan de geslachtsnaamswijziging ten grondslag liggende Duitse adoptiebeslissing en dus ook tegen erkenning van de geslachtsnaamswijziging.

Artikel 5a, lid 1, WCN bepaalt: "1. Indien de geslachtsnaam of de voornamen van een persoon ter gelegenheid van de geboorte buiten Nederland zijn vastgelegd of als gevolg van een buiten Nederland tot stand gekomen wijziging in de persoonlijke staat zijn gewijzigd, een en ander met inachtneming van ter plaatse geldende regels van internationaal privaatrecht, en zijn neergelegd in een overeenkomstig de plaatselijke voorschriften door een bevoegde instantie opgemaakte akte, worden de aldus vastgelegde of gewijzigde geslachtsnaam of voornamen in Nederland erkend. De erkenning kan niet wegens strijd met de openbare orde worden geweigerd op de enkele grond dat een ander recht is toegepast dan uit de bepalingen van deze wet zou zijn gevolgd."

Bij de Wet van 24 december 1998, Stb. 1999, 2, in werking getreden op 15 februari 1999, is artikel 5a, samen met de artikelen 5b en 5c, aan de WCN toegevoegd. Uit de wetsgeschiedenis valt af te leiden dat de wetgever teneinde verwarring omtrent de identiteit te voorkomen heeft gekozen voor een soepel erkenningsregime van door buitenlandse instanties bepaalde namen. De Memorie van Toelichting bij het wetsvoorstel dat heeft geleid tot voormelde Wet van 24 december 1998, vermeldt in dit verband: "dat het voorgestelde artikel 5a, eerste lid, aldus is geformuleerd dat het de ambtenaar van de burgerlijke stand zekerheid geeft over de vraag wanneer hij op basis van een hem overgelegd buitenlands document de desbetreffende persoon onder de daarin aangegeven naam kan registreren. Heeft zich later in het buitenland een wijziging in de persoonlijke staat van de betrokkene voorgedaan met gevolgen voor zijn naam, dan kan de uit de buitenlandse akte blijkende naam worden overgenomen, behoudens strijd met de openbare orde. Op strijd met de openbare orde kan geen beroep worden gedaan enkel omdat vreemd recht is toegepast. Niet van belang is of de aan de naamsverandering ten grondslag liggende wijziging in de persoonlijke staat als zodanig in Nederland wordt erkend."

Uit de hiervoor aangehaalde passage uit de Memorie van Toelichting volgt ondubbelzinnig dat de erkenning van de in het buitenland gewijzigde geslachtsnaam niet afhankelijk mag worden gesteld van de erkenning van de daaraan ten grondslag liggende wijziging in de persoonlijke staat. In de onderhavige situatie heeft de adoptie van verzoekster door haar stiefvader [nieuwe partner moeder], welke in Duitsland en naar Duits recht heeft plaatsgevonden, geleid tot de wijziging van de geslachtsnaam van verzoekster in "[geslachtsnaam]". Voor de vraag of de naam "[geslachtsnaam]" kan worden erkend is niet van belang dat de zogenoemde stiefouderadoptie van verzoekster in Nederland niet kan worden erkend, omdat niet is voldaan aan - kort gezegd - de eis van minderjarigheid die is neergelegd in artikel 1:228, lid 1, letter a, BW.

Verder staat vast dat de adoptie bij besluit van 15 september 2000 van het Amtsgericht [gemeente] (Duitsland) is uitgesproken, welk besluit tevens melding maakt van de wijziging van de geslachtsnaam van verzoekster in "[geslachtsnaam]". De adoptie en de daaruit voortvloeiende naamswijziging zijn derhalve neergelegd in een overeenkomstig de plaatselijke voorschriften door een bevoegde instantie opgemaakte akte.

Uit het hiervoor overwogene volgt dat aan de voorwaarden van artikel 5a, lid 1, eerste volzin, WCN is voldaan. Nu erkenning van de geslachtsnaam "[geslachtsnaam]" geen strijd oplevert met de Nederlandse openbare orde, waarbij de rechtbank mede in aanmerking neemt dat verzoekster de (stiefouderadoptie en de) geslachtsnaamswijziging zelf heeft gewild, is de rechtbank van oordeel dat de geslachtsnaam "[geslachtsnaam]" in Nederland moet worden erkend. Het verzoek is derhalve gegrond.

BESLISSING

De rechtbank:

verklaart voor recht dat de in Duitsland gewijzigde geslachtsnaam "[geslachtsnaam]" van verzoekster in Nederland wordt erkend,

gelast toevoeging van een latere vermelding aan de geboorteakte van verzoekster, nummer B 1642, van het jaar 1973, voorkomend in het register van geboorten van de gemeente 's-Gravenhage, inhoudend dat de geslachtsnaam op 30 september 2000 is gewijzigd in [geslachtsnaam].

Deze beschikking is gegeven door de mrs. I.D. Bellaart, M.J. van den Bergh en I. Obbink-Reijngoud, bijgestaan door mr. D. Spierenburg als griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 28 april 2003 in tegenwoordigheid van de griffier.


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



∧ naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature