Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Zittingsplaats:
Instantie:

Inhoudsindicatie:

woningsluiting o.g.v. art. 13b Opiumwet

Uitspraak



Rechtbank Rotterdam

Team Bestuursrecht 4

zaaknummer: ROT 17/1958

uitspraak van de voorzieningenrechter van 6 april 2017 op het verzoek om voorlopige voorziening in de zaak tussen

[verzoekster] , te Spijkenisse, verzoekster,

gemachtigde: mr. A.P. van Knippenbergh,

en

de burgemeester van de gemeente Nissewaard, verweerder,

gemachtigde: mr. M.S. Emelianov.

Als derde-partij heeft aan het geding deelgenomen:

Stichting Maas Delta groep (Maas Delta), te Spijkenisse,

gemachtigde: mr. R.W.F. Heijmeriks.

Procesverloop

Bij besluit van 14 maart 2017 (het bestreden besluit) heeft verweerder aan verzoekster een last onder bestuursdwang opgelegd op grond van artikel 13b van de Opiumwet in de vorm van sluiting van de woning aan [adres] (hierna: de woning), voor een periode van drie maanden vanaf drie dagen na de verzenddatum van het bestreden besluit.

Tegen dit besluit heeft verzoekster bezwaar gemaakt. Tevens heeft verzoekster de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 30 maart 2017.Verzoekster heeft zich laten vertegenwoordigen door haar gemachtigde. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde en door [naam 1] . Maas Delta heeft zich laten vertegenwoordigen door haar gemachtigde en door [naam 2] .

Overwegingen

1. Naar aanleiding van een melding van twee jonge mannen dat zij tijdens het handelen in verdovende middelen in de woning van verzoekster zijn mishandeld en bedreigd, hebben politiemedewerkers een onderzoek ingesteld en hebben zij op 13 november 2016 de woning betreden. Op de tweede woonlaag (vliering) troffen zij een in werking zijnde hennepkwekerij aan met 295 hennepplanten. De planten hadden een grootte van 40 centimeter. Alle goederen die met de aangetroffen hennepkwekerij te maken hebben zijn in beslag genomen en geruimd. Verzoekster is aangehouden op grond van overtreding van de Opiumwet. Bij brief van 16 januari 2017 (bestuurlijke rapportage) heeft de politie verweerder in overweging gegeven een bestuurlijke maatregel op te leggen aangaande de woning. Bij brief van 8 februari 2017 heeft verweerder verzoekster meegedeeld voornemens te zijn over te gaan tot sluiting van de woning voor een periode van drie maanden. Bij brief van 21 februari 2017 heeft verzoekster haar zienswijze tegen dit voornemen kenbaar gemaakt.

2. Aan het bestreden besluit heeft verweerder de bestuurlijke rapportage ten grondslag gelegd. Hieruit volgt dat de aangetroffen middelen voorkomen op lijst II van de Opiumwet, zodat sprake is van overtreding van de Opiumwet. In verband hiermee is verweerder bevoegd een bestuurlijke maatregel op te leggen. Ter uitvoering van die bevoegdheid heeft verweerder de Beleidsregels artikel 13b Opiumwet Nissewaard van 16 februari 2016 (beleidsregels) vastgesteld. Volgens artikel 6, tweede lid, van de beleidsregels, gaat verweerder bij de aanwezigheid in een woning van 20 of meer hennepplanten bij de eerste constatering over tot een sluiting van drie maanden. In artikel 4 van de beleidsregels is bepaald dat bij de overweging of zal worden overgegaan tot sluiting gekeken wordt naar de handelshoeveelheid, de ernst van het geval, de omstandigheden van het geval, de betrokken belangen, gezinssamenstelling en de mate van professionaliteit. Verweerder heeft deze uitgangspunten bij zijn afweging betrokken. Er is sprake van een aanzienlijke handelsvoorraad, de hennepkwekerij is sinds de zomer in de woning aanwezig geweest en de omstandigheden wijzen op een of meerdere opbrengsten, zodat sprake is van een professionele hennepkwekerij. De ernst van het geval is hiermee aangetoond.

3. Verzoekster, die de woning huurt van Maas Delta, voert aan dat het beleid van verweerder kennelijk onredelijk is, omdat het niet voorziet in de mogelijkheid om bij de aanwezigheid van meer dan 20 hennepplanten te volstaan met een waarschuwing. Verzoekster voert voorts aan dat de proportionaliteit en subsidiariteit zich tegen een sluiting verzetten. Verweerder heeft onvoldoende rekening gehouden met haar belangen en met die van haar 15- jarige zoon. Verzoekster is nog nooit veroordeeld voor een opiumdelict of met politie of justitie in aanraking gekomen vanwege een dergelijk delict, zij is minder-valide en aan een rolstoel gebonden, zij is onder behandeling vanwege psychische problemen en gebruikt medicijnen, en zij beschikt over een urgentieverklaring op basis van haar minder-valide zijn. Als het bestreden besluit in stand blijft komt zij de eerstkomende vijf jaar niet in aanmerking voor een passende huurwoning. Zij is in 2016 in contact gekomen met een jongere man, die samen met zijn broer misbruik heeft gemaakt van haar kwetsbare positie. Zij heeft zelf niets te maken gehad met de hennepkwekerij en heeft er ook geen voordeel van genoten.

4. Indien voorafgaand aan een mogelijk beroep bij de rechtbank tegen een besluit bezwaar is gemaakt, kan de voorzieningenrechter van de rechtbank die bevoegd kan worden in de hoofdzaak op grond van artikel 8:81, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) op verzoek een voorlopige voorziening treffen indien onverwijlde spoed, gelet op de betrokken belangen, dat vereist. Voor zover de daartoe uit te voeren toetsing meebrengt dat de rechtmatigheid van het bestreden besluit wordt beoordeeld, heeft het oordeel van de voorzieningenrechter een voorlopig karakter en is dat oordeel niet bindend voor de beslissing op bezwaar of in een eventuele beroepsprocedure.

5.1

Op grond van artikel 13b, eerste lid, van de Opiumwet is de burgemeester bevoegd, voor zover van belang, tot oplegging van een last onder bestuursdwang indien in woningen een middel als bedoeld in lijst I of II wordt verkocht, afgeleverd of verstrekt dan wel daartoe aanwezig is.

5.2

Uit de rechtspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (de Afdeling; onder meer de uitspraak van 5 november 2014, ECLI:NL:RVS:2014:3941) volgt dat de burgemeester, gelet op de tekst van artikel 13b, eerste lid, van de Opiumwet , bij de uitoefening van de daarin neergelegde bevoegdheid over beleidsvrijheid beschikt, waaruit voortvloeit dat de rechter de invulling van die bevoegdheid door de burgemeester met enige terughoudendheid moet toetsen. Uit deze rechtspraak volgt tevens, gelet op de geschiedenis van de totstandkoming van genoemde bepaling, dat bij een eerste overtreding een waarschuwing of soortgelijke maatregel uitgangspunt dient te zijn, waarvan in ernstige gevallen mag worden afgeweken. Hieruit volgt dat de burgemeester bij de uitoefening van zijn bevoegdheid een kenbare en zorgvuldige afweging moet maken van alle relevante feiten en omstandigheden om te beoordelen of de situatie dermate ernstig is dat sluiting moet volgen, dan wel dat met een waarschuwing of een andere, minder ingrijpende, maatregel kan worden volstaan. In dit verband dient hij bij de vraag of zich omstandigheden voordoen die nopen tot afwijking van zijn beleid, alle omstandigheden van het geval in zijn beoordeling te betrekken en te bezien of deze op zichzelf dan wel tezamen met andere omstandigheden, moeten worden aangemerkt als bijzondere omstandigheden in de zin van artikel 4:84 van de Awb die maken dat het handelen overeenkomstig de beleidsregel gevolgen heeft die onevenredig zijn in verhouding tot de met de beleidsregels te dienen doelen (uitspraak van de Afdeling van 26 oktober 2016, ECLI:NL:RVS:2016:2840).

5.3

De voorzieningenrechter acht het beleid van verweerder niet onredelijk. Volgens artikel 2, tweede lid, van de beleidsregels kan afhankelijk van de omstandigheden van het geval een bestuurlijke waarschuwing worden afgegeven. Daarnaast biedt artikel 4:84 van de Awb de mogelijkheid om van het beleid af te wijken.

5.4

Naar het oordeel van de voorzieningenrechter heeft verweerder alle relevante feiten en omstandigheden voldoende in kaart gebracht en heeft hij zich in redelijkheid op het standpunt kunnen stellen dat niet kon worden volstaan met een waarschuwing of een andere, minder ingrijpende, maatregel en dat een sluiting voor de duur van drie maanden noodzakelijk was. De voorzieningenrechter acht daarbij van belang dat aannemelijk is dat sprake was van een professionele hennepkwekerij, dat er in en vanuit de woning en met gebruikmaking van verzoeksters auto en telefoonnummer is gedeald, dat verzoekster ten tijde van de mishandeling van de twee jonge mannen, waarvan er één minderjarig was, in de woning aanwezig was en dat verzoekster heeft verklaard dat zij € 300,00 per week kreeg. Verzoekster was dus wel degelijk op de hoogte van de hennepkwekerij en heeft hiervan financieel voordeel genoten. Ook de inwonende zoon van verzoekster heeft verweerder bij zijn afweging betrokken. Wat betreft haar kwetsbare psychische en fysieke omstandigheden heeft verweerder zich op het standpunt gesteld dat verzoekster dit niet heeft onderbouwd met medische stukken. Ook bij het verzoek heeft verzoekster geen medische verklaring overgelegd. Met de overgelegde lijst van door verzoekster gebruikte medicijnen is onvoldoende aannemelijk gemaakt dat verzoekster dermate afhankelijk is van de woning dat zij niet elders kan verblijven en verweerder van sluiting had moeten afzien. Gelet op deze omstandigheden heeft verweerder het algemeen belang dat gediend is met handhaving zwaarder mogen laten wegen dan het belang van verzoekster en de woning voor de duur van drie maanden mogen sluiten.

6. Uit het voorgaande volgt dat in bezwaar het bestreden besluit naar verwachting in stand zal blijven, zodat er geen aanleiding is voor het treffen van een voorlopige voorziening.

7. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.

Deze uitspraak is gedaan door mr. M.G.L. de Vette, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. A.M.P. Meijer, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op

6 april 2017.

griffier voorzieningenrechter

Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature