U dient ingelogd te zijn om favorieten te kunnen toevoegen aan Mijn Jure
U kunt zich hier gratis registreren
Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Zittingsplaats:
Instantie:
Vindplaatsen:

Inhoudsindicatie:

Incident tot voeging en tussenkomst (art. 217 Rv). Tijdigheid van instellen incidentele vordering in geval waarin gedaagde in hoofdzaak verstek heeft laten gaan (art. 218 Rv). Duidelijkheid wat tussenkomende partij met tussenkomst wenst te bewerkstelligen. Belang bij tussenkomst. Vertraging van de hoofdzaak. Ultimate Beneficial Owner. Tussentijds hoger beroep.

Uitspraak



vonnis

RECHTBANK ROTTERDAM

Team haven en handel

zaaknummer / rolnummer: C/10/487988 / HA ZA 15-1106

C/10/487990 / HA ZA 15-1107

C/10/487999 / HA ZA 15-1110

C/10/488001 / HA ZA 15-1112

C/10/489536 / HA ZA 15-1187

Vonnis in incident van 17 februari 2016

in de zaken van

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

BOGENDA REPAIR B.V.,

gevestigd te Zuidland,

eiseres,

verweerster in het incident,

advocaat mr. R.L. Latten,

tegen

de rechtspersoon naar het recht van de plaats van haar vestiging

AKEORE VENTURES LIMITED,

gevestigd te Mahé (Republiek der Seychellen),

gedaagde,

niet verschenen,

en

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

BOGENDA REPAIR B.V.,

gevestigd te Zuidland,

eiseres,

verweerster in het incident,

advocaat mr. R.L. Latten,

tegen

de rechtspersoon naar het recht van de plaats van haar vestiging

ATRAILIA VENTURES LIMITED,

gevestigd te Mahé (Republiek der Seychellen),

gedaagde,

niet verschenen,

en

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

BOGENDA REPAIR B.V.,

gevestigd te Zuidland,

eiseres,

verweerster in het incident,

advocaat mr. R.L. Latten,

tegen

de rechtspersoon naar het recht van de plaats van haar vestiging

DINASKQUE VENTURES LIMITED,

gevestigd te Mahé (Republiek der Seychellen),

gedaagde,

niet verschenen,

en

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

BOGENDA REPAIR B.V.,

gevestigd te Zuidland,

eiseres,

verweerster in het incident,

advocaat mr. R.L. Latten,

tegen

de rechtspersoon naar het recht van de plaats van haar vestiging

PRO-EXPORTS VENTURES LIMITED,

gevestigd te Mahé (Republiek der Seychellen),

gedaagde,

niet verschenen,

in welke zaken wenst te interveniëren

[eiser/eiser in incident] ,

wonende te [woonplaats] ,

eiser in het incident tot interventie,

advocaat mr. D.Th.J. van der Klei,

en voorts in de zaak van

[eiser/eiser in incident] ,

wonende te [woonplaats] ,

eiser in de hoofdzaak,

eiser in het incident tot voeging,

advocaat mr. D.Th.J. van der Klei,

tegen

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

BOGENDA REPAIR B.V.,

gevestigd te Zuidland,

gedaagde in de hoofdzaak,

verweerster in het incident tot voeging,

advocaat mr. R.L. Latten.

Partijen worden hierna Bogenda, Akeore c.s. (de gedaagden in de eerste vier hierboven genoemde zaken) en [eiser/eiser in incident] genoemd.

1 De procedure

1.1.

Het verloop van de procedure blijkt uit:

de afzonderlijke dagvaardingen in de zaken tussen Bogenda en Akeore c.s., met producties

de incidentele conclusies tot interventie in die procedures, met producties

de incidentele conclusies van antwoord van Bogenda, met producties

de dagvaarding in de zaak tussen [eiser/eiser in incident] en Bogenda, tevens incidentele vordering tot voeging, met producties

de incidentele conclusie van antwoord in die procedure

de brief met bijlagen van mr. Latten van 28 januari 2016

de brief met bijlagen van mr. Van der Klei van 28 januari 2016

de brief met bijlagen van mr. Van der Klei van 2 februari 2016

de pleitaantekeningen van mr. Latten van 9 februari 2016

de pleitaantekeningen van mr. Van der Klei van 9 februari 2016

het pleidooi van 9 februari 2016.

1.2.

Ten slotte is vonnis bepaald in de incidenten.

2 De beoordeling in de incidenten tot interventie

2.1.

Het gaat in de procedures tussen Bogenda en Akeore c.s. om betaling voor reparatiewerkzaamheden aan een viertal sleepboten. Bogenda stelt zich op het standpunt dat zij van Akeore c.s. als de respectievelijke eigenaren van de vier sleepboten opdracht heeft gekregen tot het verrichten van die werkzaamheden, dat zij een deel van de werkzaamheden heeft verricht en dat zij voor die werkzaamheden nog geen volledige betaling heeft ontvangen. Omdat verdere betaling uitbleef, heeft zij haar verdere werkzaamheden opgeschort en vordert zij thans veroordeling van Akeore c.s. tot betaling van de achterstallige nota’s. Bogenda heeft conservatoir beslag gelegd op de sleepboten en wenst zich op die schepen te verhalen zodra zij een veroordelend vonnis tegen Akeore c.s. heeft verkregen.

2.2.

Akeore c.s. zijn (nog) niet verschenen en hebben dus (nog) geen verweer gevoerd.

2.3.

[eiser/eiser in incident] vordert in deze incidenten zich te mogen voegen aan de zijde van Akeore c.s. en in deze procedures te mogen tussenkomen. Aan deze vordering legt [eiser/eiser in incident] het volgende ten grondslag. [eiser/eiser in incident] is de eigenlijke belanghebbende bij de vier sleepboten. Hij heeft aanvankelijk overleg gevoerd met [bestuurder] , de bestuurder van Bogenda, omtrent de aankoop van de sleepboten en de reparatie ervan door Bogenda. Via zijn Luxemburgse holding, SVM Holding S.A. (hierna: SVM), heeft [eiser/eiser in incident] de aankoopprijs voldaan evenals de betalingen van een deel van de facturen van Bogenda en een broker fee aan [bestuurder] . Het was ook [eiser/eiser in incident] die – in persoon – de opdracht voor de reparatiewerkzaamheden heeft gegeven. Op advies van [bestuurder] zijn ten behoeve van de juridische eigendom van de vier sleepboten in de Seychellen single ship vehicles opgericht. Het feitelijke werk is in dat kader verricht door [persoon 1] , een “boodschappenjongen” die in alles optrad op instructie van [eiser/eiser in incident] . Bedoeling was dat de aandelen in Akeore c.s. in handen zouden komen van SVM, maar in strijd met die bedoeling heeft [persoon 1] bij de oprichting van Akeore c.s. laten registreren dat hij de aandeelhouder was. [persoon 1] presenteert zich ten opzichte van Bogenda als de werkelijke belanghebbende bij de sleepboten, terwijl Bogenda weet dat dat niet overeenkomstig de waarheid is. Bogenda werkt aldus mee aan althans profiteert van fraude van [persoon 1] . [eiser/eiser in incident] heeft belang bij voeging en tussenkomst in de procedures tussen Bogenda en Akeore c.s., omdat hij in dat geval in de gelegenheid is rekening en verantwoording van Bogenda ten aanzien van de verrichte werkzaamheden te verlangen en te voorkomen dat de schepen executoriaal worden verkocht.

2.4.

Bogenda voert verweer en concludeert tot afwijzing van de incidentele vorderingen met veroordeling van [eiser/eiser in incident] in de proceskosten. Op de verweren van Bogenda wordt hierna ingegaan.

2.5.

Bogenda heeft in de eerste plaats betoogd dat de incidentele vorderingen reeds moeten worden afgewezen omdat [eiser/eiser in incident] in de kop van zijn conclusies niet duidelijk heeft aangegeven dat het hier zowel een vordering tot voeging als een vordering tot tussenkomst betreft. Dit verweer slaagt niet, alleen al niet omdat op geen enkele wijze is gebleken dat Bogenda door de naamgeving van de conclusie in haar belangen is geschaad.

2.6.

In de tweede plaats betoogt Bogenda dat de incidentele vorderingen niet tijdig zijn ingesteld, namelijk niet uiterlijk op de roldatum waarop de laatste conclusie in het geding is genomen (artikel 218 Rv). Bij de beoordeling van dit verweer moet worden voorop gesteld dat de incidentele vorderingen zijn ingesteld op een moment dat de zaken voor verstekvonnis stonden. De rechtbank verwerpt dit verweer en wel op grond van het volgende.

2.7.

In gevallen waarin, zoals hier, de gedaagde partij verstek laat gaan en de zaak dus op de eerstdienende dag direct voor verstekvonnis wordt gewezen, zou de consequentie van een strikte toepassing van artikel 218 Rv conform de uitleg die Bogenda daaraan geeft zijn dat een derde partij nooit zou kunnen interveniëren. Naar het oordeel van de rechtbank kan die consequentie niet worden aanvaard, omdat daarmee verwezenlijking van het doel van de regeling van artikel 217 e.v. Rv – te weten bescherming van de belangen van derden bij een procedure tussen twee (of meer) andere partijen – wordt gedwarsboomd zonder dat daarvoor een rechtens te respecteren reden bestaat. Zou in een situatie als deze de letterlijke tekst van artikel 218 Rv in die zin worden uitgelegd, dan bestaat daarmee ook het risico dat een derde het slachtoffer wordt van een ‘opzetje’ tussen de eiser en de niet verschenen gedaagde om de belangen van de derde te benadelen. Het enkele feit dat de incidentele vorderingen niet zijn ingesteld op een roldatum voor of uiterlijk op die waarop een conclusie werd genomen, maakt dus niet dat de vorderingen moeten worden afgewezen. De incidentele vorderingen zijn overigens ingesteld in de periode tussen de eerstdienende dag en de dag die voor verstekvonnis was bepaald, zodat [eiser/eiser in incident] in zoverre voldoende voortvarend heeft gehandeld.

2.8.

Ten aanzien van de verlangde tussenkomst heeft Bogenda betoogd dat de vorderingen moeten worden afgewezen omdat niet duidelijk is wat [eiser/eiser in incident] met zijn tussenkomst wenst te bewerkstelligen. Op zichzelf is juist het standpunt van Bogenda dat van een tussenkomende partij verlangd mag worden duidelijk te maken wat zij met de tussenkomst beoogt. Een oordeel over de gerechtvaardigdheid van de verlangde tussenkomst is immers alleen mogelijk indien duidelijk is wat de interveniënt wenst te bewerkstelligen. De rechtbank is echter van oordeel dat uit de incidentele conclusies van [eiser/eiser in incident] en uit de pleitnota van diens advocaat voldoende duidelijk blijkt wat hij als tussenkomende partij beoogt. Zo heeft hij gesteld dat hij “indirect” eigenaar is van de sleepboten en wenst hij met de tussenkomst de executieverkoop van de schepen te voorkomen (incidentele conclusie sub 15). Verder heeft hij betoogd dat hij en niet [persoon 1] of Akeore c.s. opdrachtgever van Bogenda is, dat sprake is van fraude en dat Bogenda aan die fraude medewerking verleent en dat hij met de tussenkomst wenst te voorkomen dat de sleepboten hem afhandig worden gemaakt (pleitnota sub 18-20). Daargelaten of deze stellingen juist zijn, zij maken voldoende duidelijk wat het doel van [eiser/eiser in incident] is met de verlangde tussenkomst. Een exacte omschrijving van de vordering in tussenkomst behoeft in het stadium van de incidentele vordering nog niet te worden gegeven; daarvoor dient de conclusie van eis die de tussenkomende partij na de afwikkeling van het incident dient te nemen.

2.9.

Bogenda heeft zich voorts verweerd met het betoog dat [eiser/eiser in incident] onvoldoende belang heeft bij de gewenste interventie. Hieromtrent overweegt de rechtbank als volgt.

2.10.

De rechtbank stelt voorop dat een partij in een aanhangig geding kan vorderen te mogen tussenkomen indien zij een eigen vordering wenst in te stellen tegen (een van) de procederende partijen en voldoende belang heeft zich met dat doel in te mengen in het aanhangige geding in verband met de nadelige gevolgen die zij van de uitspraak in de hoofdzaak kan ondervinden. Dat belang kan erin bestaan dat in verband met de gevolgen die de uitspraak in de hoofdzaak kan hebben, benadeling of verlies van een recht van de tussenkomende partij dreigt, dan wel diens positie anderszins kan worden benadeeld. Aan de toewijsbaarheid van een vordering tot tussenkomst kunnen niettemin de eisen van een goede procesorde in de weg staan.

2.11.

[eiser/eiser in incident] heeft gesteld dat hij de opdrachtgever van Bogenda ter zake de reparatie van de sleepboten is en dat hij om die reden aanspraak heeft op het door Bogenda afleggen van rekening en verantwoording van de verrichte werkzaamheden en op terugbetaling van teveel betaalde voorschotten. Voorts heeft hij gesteld dat [persoon 1] zich schuldig heeft gemaakt aan fraude met als doel om [eiser/eiser in incident] de boten afhandig te maken en dat Bogenda hiervan op de hoogte is. Of de door [eiser/eiser in incident] gestelde feiten kunnen worden vastgesteld, zal op een later moment moeten worden beoordeeld. Op basis van de gestelde feiten is echter zonder meer sprake van een mogelijke benadeling van de positie van [eiser/eiser in incident] indien hij niet in de procedure tussen Bogenda en Akeore c.s. kan tussenkomen. Die procedure zal er immers toe (kunnen) leiden dat de vorderingen van Bogenda worden toegewezen en dat Bogenda zich vervolgens zal verhalen op de door haar conservatoir beslagen sleepboten. In dat geval zou [eiser/eiser in incident] benadeeld kunnen worden, aangezien hij zich op het standpunt stelt dat hij uit hoofde van de overeenkomsten tot reparatie aanspraak heeft op het afleggen van rekening en verantwoording door Bogenda en voorts dat hij aanspraak heeft op afgifte van de schepen. Dat ook SVM op de schepen conservatoir beslag heeft gelegd in verband met een arbitrageprocedure in Zwitserland tussen SVM en [persoon 1] doet hier niet aan af. Evenmin is van belang, anders dan Bogenda ter zitting heeft betoogd, dat [eiser/eiser in incident] in de procedure met rolnummer 15-1187 (waarin hij als eiser en Bogenda als gedaagde optreedt) al onder meer afgifte van de sleepboten vordert. Beslissingen in die procedure hebben immers in beginsel geen rechtskracht in de procedures tussen Bogenda en Akeore c.s. De rechtbank is dan ook van oordeel dat [eiser/eiser in incident] voldoende belang heeft bij interventie in de vorm van tussenkomst.

2.12.

De rechtbank begrijpt het standpunt van Bogenda aldus dat door het toelaten van interventie de procedures tegen Akeore c.s. onredelijk worden vertraagd. De rechtbank verwerpt dat standpunt. Waar sprake is van voldoende belang bij interventie en de vorderingen tot interventie bovendien tijdig (in dit geval als bedoeld in 2.7) zijn ingesteld, zal de vertraging die hiermee onmiskenbaar gepaard gaat niet spoedig onredelijk zijn. In beginsel verdient immers de voorkeur dat een geschil met inachtneming van alle betrokken belangen wordt beoordeeld boven een situatie waarin de (kenbare) belangen van een specifieke partij buiten beschouwing blijven. Ten aanzien van het argument dat de vertraging in dit specifieke geval groter zal zijn omdat Akeore c.s. er kennelijk voor hebben gekozen niet in de procedures te verschijnen (en dus zonder interventie de zaken spoedig tot een einde zouden komen), heeft te gelden dat [eiser/eiser in incident] door die proceshouding niet benadeeld behoort te worden.

2.13.

Voor de goede orde overweegt de rechtbank nog het volgende. Een groot deel van het debat tussen partijen is gegaan over de vraag of [eiser/eiser in incident] dan wel [persoon 1] de ultimate beneficial owner (hierna: UBO) is van de vier sleepboten en of dat relevant is voor het antwoord op de vraag of [eiser/eiser in incident] belang heeft bij interventie. Bogenda meent van niet, omdat de eventuele kwalificatie als UBO van [eiser/eiser in incident] nog niet betekent dat hij in juridisch opzicht een aanspraak heeft ten aanzien van de sleepboten. Het komt de rechtbank voor dat dit standpunt juist is, maar dat doet niet af aan het belang dat [eiser/eiser in incident] kan hebben bij interventie. Dat belang is immers gebaseerd op zijn stelling dat hij de opdrachtgever is van Bogenda en dat hem schade wordt berokkend door het frauduleuze handelen van [persoon 1] waaraan Bogenda medewerking verleent. Het al dan niet zijn van UBO staat daar los van.

2.14.

Nu de vordering tot tussenkomst toewijsbaar is, valt niet in te zien welk belang [eiser/eiser in incident] daarnaast nog zou hebben bij een positie als gevoegde partij. De rechtbank wijst erop dat niet met (het in beginsel minder verstrekkende instrument van) voeging kan worden volstaan, omdat [eiser/eiser in incident] met zijn interventie klaarblijkelijk niet alleen verweer wil voeren tegen de vordering van Bogenda op Akeore c.s., maar ook zelf een vordering wil instellen in verband met de gestelde (medewerking aan) fraude. Dit betekent dat buiten beschouwing kan blijven het verweer van Bogenda dat [eiser/eiser in incident] zich reeds niet kan voegen omdat Akeore c.s. verstek hebben laten gaan.

2.15.

Als de in het ongelijk gestelde partij zal Bogenda worden veroordeeld in de proceskosten van in het incident.

2.16.

Bogenda heeft verzocht om in geval van toewijzing van de incidentele vordering tussentijds hoger beroep open te stellen. Dit verzoek strekt tot het maken van een uitzondering op de hoofdregel van artikel 337 Rv , en de rechter dient daartoe slechts bij uitzondering over te gaan. In dit geval ziet de rechtbank geen grond voor het maken van deze uitzondering. Het eventuele belang van partijen bij het tussentijds kunnen instellen van hoger beroep weegt niet op tegen het nadeel van vertraging van de procedure die van een dergelijk tussentijds appel het gevolg zal zijn. Een bijzonder belang bij het instellen van tussentijds hoger beroep, anders dan het voor alle partijen in alle geschillen bestaande belang bij de mogelijkheid van hertoetsing in appel, heeft Bogenda ook niet gesteld.

3 De beoordeling in het incident tot voeging

3.1.

[eiser/eiser in incident] vordert voeging van de procedure waarin hij als eiser en Bogenda als gedaagde optreedt met de vier procedures tussen Bogenda en Akeore c.s. en [eiser/eiser in incident] als tussenkomende partij. In de procedure waarin hij als eiser optreedt vordert [eiser/eiser in incident] onder andere afgifte door Bogenda van de vier sleepboten en rekening en verantwoording door Bogenda van de door haar verrichte werkzaamheden aan de sleepboten. [eiser/eiser in incident] stelt zich op het standpunt dat deze procedure aldus verknocht is aan de andere vier procedures.

3.2.

Bogenda voert verweer en concludeert tot afwijzing van de vordering met veroordeling van [eiser/eiser in incident] in de proceskosten.

3.3.

Nu het in de onderhavige procedure gaat om dezelfde sleepboten, dezelfde door Bogenda verrichte werkzaamheden en dezelfde vragen ten aanzien van de rol van [persoon 1] en de aanspraken van [eiser/eiser in incident] , staat naar het oordeel van de rechtbank buiten twijfel dat de verschillende procedures verknocht zijn. Het verweer van Bogenda is gestoeld op de gedachte dat [eiser/eiser in incident] geen belang heeft bij interventie in de andere vier procedures. Dat verweer faalt, zo volgt uit het voorgaande. De vordering is dus toewijsbaar.

3.4.

Bogenda zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de proceskosten. Nu de voeging niet of nauwelijks een rol heeft gespeeld tijdens het pleidooi, zal dit pleidooi niet worden betrokken bij de begroting van de kosten.

4 Het vervolg

4.1.

In de procedure tussen [eiser/eiser in incident] als eiser en Bogenda als gedaagde zal de zaak worden verwezen naar de rol voor conclusie van antwoord.

4.2.

In de overige procedures zal [eiser/eiser in incident] in de gelegenheid worden gesteld om een conclusie van eis in interventie te nemen, waarna Bogenda een antwoordconclusie kan nemen.

4.3.

Het ligt in de rede dat na deze proceshandelingen in alle procedures een comparitie van partijen zal worden gelast. Iedere verdere beslissing wordt op dit moment aangehouden.

5 De beslissing

De rechtbank

in de procedures C/10/487988 / HA ZA 15-1106, C/10/487990 / HA ZA 15-1107, C/10/487999 / HA ZA 15-1110 en C/10/488001 / HA ZA 15-1112

5.1.

staat [eiser/eiser in incident] toe tussen te komen;

5.2.

veroordeelt Bogenda in de kosten van de incidenten, aan de zijde van [eiser/eiser in incident] begroot op € 904,-- aan advocaatsalaris;

5.3.

verwijst de zaak naar de rol van 30 maart 2016 voor conclusie van eis aan de zijde van [eiser/eiser in incident] , waarna Bogenda een antwoordconclusie mag nemen;

in de procedure C/10/489536 / HA ZA 15-1187

5.4.

voegt de procedure met de overige vier hierboven genoemde procedures;

5.5.

veroordeelt Bogenda in de kosten van het incident, aan de zijde van [eiser/eiser in incident] begroot op € 452,--;

5.6.

verwijst de zaak naar de rol van 30 maart 2016 voor conclusie van antwoord.

Dit vonnis is gewezen door mr. Th. Veling en in het openbaar uitgesproken op 17 februari 2016.

1980/1729


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Gerelateerde advocaten

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature