U dient ingelogd te zijn om favorieten te kunnen toevoegen aan Mijn Jure
U kunt zich hier gratis registreren
Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Zittingsplaats:
Instantie:

Inhoudsindicatie:

Terugkeerrichtlijn rol bij strafoplegging; verdachte heeft onvoldoende meegewerkt aan terugkeer naar Algerije; veroordeling twaalf woninginbraken, bezit vervalst reisdocument en verblijf in Nederland, terwijl hij wist dat hij tot ongewenst vreemdeling was verklaard; gevangenisstraf 5 jaar.

Uitspraak



Rechtbank Rotterdam

Team straf 3

Parketnummer: 10/700156-14

Datum uitspraak: 20 november 2014

Tegenspraak

Verkort vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:

[verdachte],

geboren te [geboorteplaats] (Algerije) op [geboortedatum] 1974,

preventief gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting Detentiecentrum Schiphol HvB, locatie Badhoevedorp,

raadsman mr. G.A. Dorsman, advocaat te Rotterdam.

ONDERZOEK OP DE TERECHTZITTING

Gelet is op het onderzoek op de terechtzittingen van 21 augustus en 6 november 2014.

TENLASTELEGGING

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding, zoals deze op de terechtzitting van 6 november 2014 overeenkomstig de vordering van de officier van justitie is gewijzigd.

De tekst van de gewijzigde tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht. Deze bijlage maakt deel uit van dit vonnis.

EIS OFFICIER VAN JUSTITIE

De officier van justitie mr. T.H. Slieker heeft gerekwireerd tot:

- bewezenverklaring van het onder 1, 2, 5 tot en met 17 ten laste gelegde;

- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 6 jaar met aftrek van voorarrest.

ONTVANKELIJKHEID OFFICIER VAN JUSTITIE

Namens de verdachte is aangevoerd dat de officier van justitie niet-ontvankelijk is in de vervolging voor wat betreft feit 17, omdat er nog geen volledig terugkeertraject doorlopen is. De terugkeerrichtlijn verzet zich om die reden tegen het volgen van een strafvorderlijk traject.

De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat hij wel ontvankelijk is in de vervolging van verdachte in verband met overtreding door verdachte van artikel 197 Sr .

Uit de jurisprudentie van de Hoge Raad blijkt dat het niet doorlopen van de terugkeerprocedure niet kan leiden tot niet-ontvankelijkheid, maar alleen een rol kan spelen bij strafoplegging. De officier van justitie is derhalve ontvankelijk en de argumentatie van de verdediging die ziet op de terugkeerprocedure zal in het kader van de strafoplegging worden besproken.

MOTIVERING VRIJSPRAAK

De rechtbank zal verdachte vrijspreken van het onder 6. ten laste gelegde feit, nu dat niet wettig en overtuigend is bewezen. Hoewel het DNA-profiel van verdachte overeenkomt met het DNA-profiel dat is aangetroffen op de handschoen welke weer is aangetroffen op de keukenvloer in de woning, staat daar tegenover dat op die handschoen tevens een mengprofiel van minimaal één andere persoon is aangetroffen en dat het spoor is aangetroffen op een verplaatsbaar voorwerp, welk spoor daardoor niet per se delictgerelateerd is. Daardoor kan naar het oordeel van de rechtbank niet met zekerheid worden vastgesteld dat het verdachte is geweest die in de woning heeft ingebroken en daarbij de goederen heeft gestolen.

BEWEZENVERKLARING

Wettig en overtuigend is bewezen dat de verdachte het onder 1, 2, 5, 7 tot en met 17 ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:

1.

hij op of omstreeks 20 oktober 2011 te Maastricht met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in / uit een woning gelegen aan de [adres 1] heeft weggenomen een geldbedrag (te weten 40 euro) en/of twee, althans één of meer ring(en) en/of drie, althans één of meer ketting(en) en/of een armband en/of een horloge, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 1], in elk geval aan een ander of

anderen dan aan verdachte, waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft en / of de / het weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak, verbreking en / of inklimming;

2.

hij in of omstreeks de periode van 24 oktober 2011 tot en met 25 oktober 2011

te Vlaardingen met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in / uit een woning gelegen aan de [adres 2] heeft weggenomen een ring en/of twee, althans één of

meer ketting(en), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan

[slachtoffer 2], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft en / of de / het weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak, verbreking en / of inklimming;

5.

hij in of omstreeks de periode van 5 februari 2014 tot en met 7 februari 2014 te Rotterdam tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in / uit een woning gelegen aan de [adres 3] heeft weggenomen geld (te weten 670 euro, althans enig geldbedrag) en/of een INGbankpas (voorzien van IBAN [IBAN]), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 3], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en / of zijn mededader(s), waarbij verdachte en / of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft / hebben verschaft en / of de / het weg te nemen goed(eren) onder zijn / hun bereik heeft / hebben gebracht door middel van braak, verbreking en / of

inklimming;

7.

hij op of omstreeks 13 februari 2014 te Rotterdam met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in / uit een woning gelegen aan het [adres 4] heeft weggenomen twee, althans één of meer manchetkno(o)p(en), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 4], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft en / of de / het weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak, verbreking en / of inklimming;

8.

hij op of omstreeks 13 maart 2014 te Maassluis tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in / uit een woning gelegen aan de[adres 5] heeft weggenomen een ketting en/of een

(opberg)doosje (met daarin één of meer parfums en/of één of meer (overige)

cosmeticaproducten), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende

aan [slachtoffer 5], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte

en / of zijn mededader(s), waarbij verdachte en / of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft / hebben verschaft en / of de / het weg te nemen goed(eren)

onder zijn / hun bereik heeft / hebben gebracht door middel van braak,

verbreking en / of inklimming;

9.

hij op of omstreeks 6 oktober 2011 te Oss met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in / uit een woning gelegen aan de [adres 6] heeft weggenomen een iPad (met bijbehorende oplader) en/of een iPad-case en/of een sounddock (merk Bose) en/of een horloge (merk D&G) en/of laarzen (merk Ugg) en/of een zilveren bak (met daarin los geld) en/of een fotocamera (merk Canon), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 6], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft en / of de / het weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak, verbreking en / of inklimming;

10.

hij op of omstreeks 7 oktober 2011 te 's-Hertogenbosch met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in / uit een bedrijfspand gelegen aan de [adres 7] heeft weggenomen een kluis (met daarin diverse cd's met daarop software en/of backups en/of een externe harde schijf) en/of een digitale camera (merk Olympus), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 7] en/of [slachtoffer 8]

[slachtoffer 8], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft en / of de / het weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak, verbreking en / of inklimming;

11.

hij op of omstreeks 25 september 2012 te Voorschoten met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in / uit een woning gelegen aan het [adres 8] heeft weggenomen een tablet (merk Samsung, type Galaxy) en/of twee, althans één fotocamera(s) (van de merken Sony en/of Olympus) en/of een dvd-speler en/of diverse sieraden (bedels en/of een armband en/of een ring) en/of een computer (merk Acer),

in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 9], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft en / of de / het weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak, verbreking en / of inklimming;

12.

hij op of omstreeks 14 mei 2013 te Rotterdam met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in / uit een woning gelegen aan de [adres 9] heeft weggenomen een laptop (merk HP) en/of een iPod en/of een iPad en/of een digitale camera (merk Fujitsu) en/of een camcorder (merk Sony) en/of een vulpen (merk Pelikan) en/of drie, althans één flesje(s) parfum (merken Boss, Hilfiger en Ferrari ) en/of een scheerapparaat (merk Gilette) en/of diverse sieraden (een ketting en/of een hanger), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 10], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte,

waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft en / of de het weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak, verbreking en / of inklimming en/of (een) valse sleutel(s);

13.

hij op of omstreeks 15 juli 2013 te Schiedam met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in / uit een woning gelegen aan de[adres 10] heeft weggenomen een horloge (merk Seiko) en/of schoeisel (merk Shoebaloo) en/of speelgoed (een speelgoedauto met afstandsbediening) en/of geld (te weten 400 euro, althans enig geldbedrag), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 11] en/of [slachtoffer 12], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft en / of de / het weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak, verbreking en / of inklimming;

14.

hij op of omstreeks 16 juli 2013 te Eindhoven met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in / uit een woning gelegen aan de [adres 11] heeft weggenomen twee, althans één computer(s) (merken Sony en Packard Bell) en/of een fotocamera (merk Nikon) en/of een tas (merk Louis Vuitton) en/of een portemonnee (merk Louis Vuitton) en/of een oortelefoon (merk Bose) en/of een sieraad (merk Swarovski) en/of twee, althans één zonnebri1(len) (merken Gucci en Ray Ban) en/of schoenen (merk Prada), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 13], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft en / of de / het weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak, verbreking en / of inklimming;

15.

hij op of omstreeks 7 mei 2014 te Leiden met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in / uit een woning gelegen aan het [adres 12] heeft weggenomen een computer (merk HP) en/of een horloge (merk Invicta) en/of een paspoort en/of een fotocamera (merk Sony) en/of een telefoon (merk HTC), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 14], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft en / of de / het weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak, verbreking en of inklimming;

16.

hij op of omstreeks 21 mei 2014 te Rotterdam in het bezit was van een reisdocument of Nederlandse identiteitskaart als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht of een ander identiteitsbewijs dat afgegeven is door een dienst of organisatie van vitaal of nationaal belang, te weten een Belgische identiteitskaart (op naam van [naam], geboren op [geboortedaum 1] te Haouche Omara), waarvan hij wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat het reisdocument of de Nederlandse identiteitskaart vals of vervalst was, bestaande die valsheid hieruit dat alle thans in het document zichtbare persoons- en afgiftegegevens zijn aangebracht middels een techniek die afwijkt van een origineel door de autoriteiten van België afgegeven identiteitskaart van die model, met uitzondering van de gegevens zichtbaar in de Changeable Laser Image;

17.

hij op of omstreeks 21 mei 2014 te Rotterdam, in elk geval in Nederland, als vreemdeling heeft verbleven, terwijl hij wist of ernstige reden had te vermoeden dat hij op grond van artikel 67 van de Vreemdelingenwet 2000 , in elk geval op grond van enig wettelijk voorschrift, tot ongewenst vreemdeling was verklaard.

Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet (ook) daarvan worden vrijgesproken.

BEWIJSMOTIVERING

De overtuiging dat de verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan is gegrond op de inhoud van de wettige bewijsmiddelen, houdende daartoe redengevende feiten en omstandigheden. Het vonnis zal in die gevallen waarin de wet dit vereist worden aangevuld met een later bij dit vonnis te voegen bijlage met daarin de inhoud dan wel de opgave van de bewijsmiddelen.

BEWIJSOVERWEGINGEN

Met betrekking tot feit 9:

Op grond van de aangifte, het sporenonderzoek en het DNA van verdachte dat op de plaats delict is aangetroffen, acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder feit 9 ten laste gelegde heeft begaan. De rechtbank neemt hierbij in aanmerking dat het DNA van verdachte is aangetroffen op de buitenzijde op de deurstijl van de voordeur van de woning en dat de verdachte daarvoor geen verklaring heeft gegeven. De rechtbank acht, anders dan de verdediging, de resultaten van het DNA-onderzoek – naast de aangifte – voldoende wettig en overtuigend bewijs, met name nu het bloedspoor is aangetroffen op een niet verplaatsbaar object dat een directe relatie heeft met de inbraak. Immers, via verbreking van het slot van de voordeur is toegang tot de woning verschaft.

Met betrekking tot feit 10:

Op grond van de aangifte, het sporenonderzoek en het DNA van verdachte dat op de plaats delict is aangetroffen, acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder feit 10 ten laste gelegde heeft begaan. De rechtbank neemt hierbij in aanmerking dat het DNA van verdachte is aangetroffen op de rechterstijl van het kozijn van de voordeur ter hoogte van het slot van de woning en dat de verdachte geen enkele verklaring daarvoor heeft gegeven. De rechtbank acht, anders dan de verdediging, de resultaten van het DNA-onderzoek – naast de aangifte – voldoende wettig en overtuigend bewijs, met name nu het bloedspoor is aangetroffen op een niet verplaatsbaar object dat een directe relatie heeft met de inbraak. Immers, via verbreking van het slot van de voordeur is toegang tot de woning verschaft.

STRAFBAARHEID FEITEN

De bewezen feiten leveren op:

1

diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft

verschaft door middel van braak;

2

diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft

verschaft door middel van braak;

5

diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft

verschaft door middel van braak;

7

diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft

verschaft door middel van braak;

8

diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft

verschaft door middel van braak;

9

diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft

verschaft door middel van braak;

10

diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft

verschaft door middel van braak;

11

diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft

verschaft door middel van braak;

12

diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft

verschaft door middel van valse sleutels;

13

diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft

verschaft door middel van braak;

14

diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft

verschaft door middel van braak;

15

diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft

verschaft door middel van braak;

16

in het bezit zijn van een reisdocument waarvan hij weet of redelijkerwijs moet

vermoeden, dat het vals of vervalst is;

17

als vreemdeling in Nederland verblijven, terwijl hij weet of ernstige reden heeft

te vermoeden, dat hij op grond van een wettelijk voorschrift tot ongewenste

vreemdeling is verklaard.

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.

De feiten zijn dus strafbaar.

STRAFBAARHEID VERDACHTE

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit.

De verdachte is dus strafbaar.

STRAFMOTIVERING

De straf die aan de verdachte wordt opgelegd, is gegrond op de ernst de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.

De rechtbank stelt allereerst vast dat met het nemen van voormelde beschikking van 21 mei 1997 tot ongewenstverklaring van verdachte voldaan is aan de in artikel 6, eerste lid, van de terugkeerrichtlijn neergelegde verplichting om een terugkeerbesluit in de zin van artikel 3, vierde lid, van de terugkeerrichtlijn uit te vaardigen.

Het opleggen van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf aan een tot ongewenst vreemdeling verklaarde onderdaan van een derde land in de zin van artikel 3, eerste lid, van de Terugkeerrichtlijn die, zonder geldige reden om niet terug te keren, illegaal in Nederland verblijft, is strijdig met de Terugkeerrichtlijn indien de stappen van de in de Terugkeerrichtlijn vastgelegde terugkeerprocedure nog niet zijn doorlopen, nu die strafoplegging de verwezenlijking van de met deze richtlijn nagestreefde doelstelling, te weten de invoering van een doeltreffend beleid van verwijdering en terugkeer van illegaal verblijvende onderdanen van derde landen, in gevaar kan brengen.

Uit het proces-verbaal van de Vreemdelingenpolitie regio Rotterdam van 27 mei 2014 blijkt dat de gehele uitzettingsprocedure is doorlopen. Uit de bijlage van het voornoemde proces-verbaal volgt dat de verdachte meermalen in vreemdelingenbewaring is gesteld en dat verdachte meerdere malen de aanzegging heeft gekregen Nederland te verlaten. Hij is gepresenteerd bij de Algerijnse vertegenwoordiging nadat verdachte in 2007 had aangegeven de Algerijnse nationaliteit te bezitten. Ook uit de afgenomen taaltest bleek dat verdachte uit Algerije kwam. Verdachte heeft echter tot vrij recent geweigerd om zijn identiteit te verstrekken. Uitzetting is dan ook niet mogelijk gebleken nu verdachte op geen enkele wijze zijn medewerking daartoe heeft verleend. Daarnaast heeft verdachte door het opgeven van meerdere niet verifieerbare aliassen het onderzoek naar zijn identiteit gefrustreerd. Pas zeer recent heeft verdachte zijn juiste identiteitsgegevens gegeven. Tijdens de zitting heeft verdachte verder verklaard dat hij reeds sinds geruime tijd in het bezit is van een Algerijns paspoort. Hiervan heeft verdachte geen melding gemaakt bij de vreemdelingenpolitie. Evenmin is hij, terwijl dit wel mogelijk was, teruggekeerd naar Algerije.

Nu de Staat zich thans - gerelateerd aan de op verdachte rustende verplichting het land te verlaten en het gebrek aan pogingen daartoe - voldoende heeft ingespannen om de identiteit van de verdachte te (doen) achterhalen en hem te doen terugkeren naar het land van herkomst, kan de terugkeerprocedure als doorlopen worden beschouwd, waardoor het opleggen van een gevangenisstraf voor de bewezenverklaarde feiten geen strijdigheid met de Terugkeerrichtlijn met zich brengt.

De verdachte heeft als vreemdeling in Nederland verbleven, terwijl hij wist dat hij tot ongewenste vreemdeling was verklaard, zoals in bewezenverklaring nader omschreven.

Aldus heeft de verdachte het vreemdelingenbeleid van de Nederlandse overheid in aanmerkelijke mate doorkruist.

Verdachte heeft zich voorts schuldig gemaakt aan twaalf woninginbraken, waarbij diverse goederen en geld zijn weggenomen.

Uit de wijze waarop en het gemak waarmee verdachte voornoemde woninginbraken heeft gepleegd, spreekt een grote mate van brutaliteit en disrespect ten aanzien van andermans bezit. De verdachte heeft met dit gedrag de nodige materiële en financiële schade veroorzaakt, waarvan de afwikkeling voor de benadeelden vaak veel tijd en moeite vergt. Echter woninginbraken hebben, naast deze zakelijke nasleep, een nog veel ingrijpender gevolg. Het is een feit van algemene bekendheid dat woninginbraken een forse inbreuk op de privacy van de bewoners maken. Het is voor hen bijzonder onaangenaam om te leven met de wetenschap dat een vreemde in hun woning is geweest en hun persoonlijke bezittingen heeft doorzocht en weggenomen. Aan veel weggenomen goederen, in het bijzonder sieraden, bewaren mensen dierbare herinneringen, welke goederen dan ook onvervangbaar zijn. De verdachte heeft bij dit alles niet stil gestaan. Hij heeft zich uitsluitend laten leiden door eigen voordeel en geldelijk gewin. Dit rekent de rechtbank de verdachte zwaar aan. Voorts is hij in het bezit geweest van een vervalst reisdocument. Hij heeft daarmee het vertrouwen geschaad dat in het internationaal personenverkeer aan identiteitspapieren moet kunnen worden gesteld. Ten slotte is verdachte in Nederland verbleven, terwijl hij wist dat hij tot ongewenste vreemdeling was verklaard.

Op dergelijke feiten kan niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een gevangenisstraf van aanzienlijke duur.

De rechtbank neemt de navolgende omstandigheden in ogenschouw bij het bepalen van de strafmaat.

De rechtbank heeft bij de bepaling van de straf de geldende oriëntatiepunten van het Landelijk overleg van voorzitters van de strafsectoren van de gerechtshoven en de rechtbanken (LOVS) als uitgangspunt genomen.

Als strafverzwarend wordt meegewogen dat verdachte over een periode van 2,5 jaar 12 inbraken heeft gepleegd. Om die reden zal de rechtbank dan ook aannemen dat sprake is van recidive. Het LOVS geeft als oriëntatiepunt voor straftoemeting ten aanzien van een woninginbraak bij recidive een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 5 maanden.

Alles afwegend wordt na te noemen straf passend en geboden geacht.

VORDERING BENADEELDE PARTIJ / SCHADEVERGOEDINGSMAATREGEL

Als benadeelde partij heeft zich in het geding gevoegd: [slachtoffer 13], wonende te [woonplaats], ter zake van het onder 14. tenlastegelegde feit.

De benadeelde partij vordert een bedrag van € 3.493,22 aan materiële schade en een bedrag van € 1.000,00 aan immateriële schade.

Uit het voegingsformulier van de vordering van de benadeelde partij blijkt dat de weggenomen goederen een totale nieuwwaarde van € 8.898,25 hadden. Uit het door[slachtoffer 13] verstrekte bankafschrift blijkt dat[slachtoffer 13] een bedrag van € 6.496,03 uitgekeerd heeft gekregen van de verzekeringsmaatschappij.[slachtoffer 13] vordert thans het resterende bedrag van € 2.493,22. Nu[slachtoffer 13] bij de begroting van de schade blijkens de door haar meegestuurde aankoopbonnen is uitgegaan van de nieuwwaarde van de weggenomen goederen zonder rekening te houden met afschrijvingen die moeten leiden tot een lagere dagwaarde en de rechtbank het door de verzekeringsmaatschappij uitbetaalde bedrag aan schadevergoeding redelijk voorkomt, zal de rechtbank het deel van haar vordering van € 2.493,22 niet-ontvankelijk verklaren. Verder acht de rechtbank de gevorderde vergoeding voor verloren werkuren onvoldoende onderbouwd. Ook ten aanzien van dit punt wordt de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaard.

Voor wat betreft de gevorderde immateriële schadevergoeding overweegt de rechtbank als volgt. Naar het oordeel van de rechtbank heeft[slachtoffer 13] onvoldoende (onderbouwd) gesteld dat zij door de inbraak is aangetast in de persoon als bedoeld in artikel 6:106 lid 1 onder b BW, dan wel dat zij op enigerlei andere grond van artikel 6:106 lid 1 BW aanspraak maakt op immateri ële schadevergoeding. Om die reden zal de rechtbank dit deel van de vordering eveneens niet-ontvankelijk verklaren.

Nu de vordering van de benadeelde partij in zijn geheel niet-ontvankelijk zal worden verklaard, zal de benadeelde partij worden veroordeeld in de kosten door de verdachte ter verdediging van de vordering gemaakt, welke kosten tot op heden worden begroot op nihil.

TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN

Gelet is op de artikelen 57, 197, 231 en 311 van het Wetboek van Strafrecht.

BESLISSING

De rechtbank:

verklaart niet bewezen, dat de verdachte het onder 6. ten laste gelegde feit heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij;

verklaart bewezen, dat de verdachte de onder 1, 2, 5, 7 tot en met 17 ten laste gelegde feiten, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;

verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte ook daarvan vrij;

stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert de hiervoor vermelde strafbare feiten;

verklaart de verdachte strafbaar;

veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 5 jaar;

beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover deze tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht;

verklaart de benadeelde partij[slachtoffer 13] niet-ontvankelijk in de vordering;

veroordeelt de benadeelde partij[slachtoffer 13] in de kosten door de verdachte ter verdediging tegen de vordering gemaakt, en begroot deze kosten op nihil.

Dit vonnis is gewezen door:

mr. M. van Mourik, voorzitter,

en mrs. S. Tempel en M.A.J.M. Jansen, rechters,

in tegenwoordigheid van mr. N.S.M. Alberti, griffier,

en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank op 20 november 2014.

Bijlage bij vonnis van 20 november 2014

TEKST TENLASTELEGGING

Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat

1.

hij op of omstreeks 20 oktober 2011 te Maastricht met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in / uit een woning gelegen aan de [adres 1] heeft weggenomen een geldbedrag (te weten 40 euro) en/of twee, althans één of meer ring(en) en/of drie, althans één of meer ketting(en) en/of een armband en/of een horloge, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 1], in elk geval aan een ander of

anderen dan aan verdachte, waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft en / of de / het weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak, verbreking en / of inklimming;

2.

hij in of omstreeks de periode van 24 oktober 2011 tot en met 25 oktober 2011

te Vlaardingen met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in / uit een woning gelegen aan de [adres 2] heeft weggenomen een ring en/of twee, althans één of

meer ketting(en), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan

[slachtoffer 2], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft en / of de / het weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak, verbreking en / of inklimming;

5.

hij in of omstreeks de periode van 5 februari 2014 tot en met 7 februari 2014 te Rotterdam tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in / uit een woning gelegen aan de [adres 3] heeft weggenomen geld (te weten 670 euro, althans enig geldbedrag) en/of een INGbankpas (voorzien van IBAN [IBAN]), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 3], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en / of zijn mededader(s), waarbij verdachte en / of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft / hebben verschaft en / of de / het weg te nemen goed(eren) onder zijn / hun bereik heeft / hebben gebracht door middel van braak, verbreking en / of

inklimming;

6.

hij op of omstreeks 20 januari 2014 te Rotterdam met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in / uit een woning gelegen aan de [adres 13] heeft weggenomen twee, althans één of meer laptop(s) en/of een fotocamera en/of twee, althans één of meer mobiele telefoon(s) en/of een boormachine en/of een Ipad 4 en/of een doos met (kroonluchter)lampen en/of één of meer ring(en) en/of één of meer oorbellen en/of één of meer ketting(en), althans één of meer sieraden en/of een fles parfum en/of een tas

en/of een jas en/of een geldbedrag (te weten 1700 euro), in elk geval enig

goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 15], in elk geval aan een

ander of anderen dan aan verdachte, waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft en / of de / het weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak, verbreking en / of inklimming;

7.

hij op of omstreeks 13 februari 2014 te Rotterdam met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in / uit een woning gelegen aan het [adres 4] heeft weggenomen twee, althans één of meer manchetkno(o)p(en), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 4], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft en / of de / het weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak, verbreking en / of inklimming;

8.

hij op of omstreeks 13 maart 2014 te Maassluis tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in / uit een woning gelegen aan de[adres 5] heeft weggenomen een ketting en/of een

(opberg)doosje (met daarin één of meer parfums en/of één of meer (overige)

cosmeticaproducten), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende

aan [slachtoffer 5], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte

en / of zijn mededader(s), waarbij verdachte en / of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft / hebben verschaft en / of de / het weg te nemen goed(eren)

onder zijn / hun bereik heeft / hebben gebracht door middel van braak,

verbreking en / of inklimming;

9.

hij op of omstreeks 6 oktober 2011 te Oss met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in / uit een woning gelegen aan de [adres 6] heeft weggenomen een iPad (met bijbehorende oplader) en/of een iPad-case en/of een sounddock (merk Bose) en/of een horloge (merk D&G) en/of laarzen (merk Ugg) en/of een zilveren bak (met daarin los geld) en/of een fotocamera (merk Canon), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 6], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft en / of de / het weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak, verbreking en / of inklimming;

10.

hij op of omstreeks 7 oktober 2011 te 's-Hertogenbosch met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in / uit een bedrijfspand gelegen aan de [adres 7] heeft weggenomen een kluis (met daarin diverse cd's met daarop software en/of backups en/of een externe harde schijf) en/of een digitale camera (merk Olympus), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 7] en/of [slachtoffer 8]

[slachtoffer 8], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft en / of de / het weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak, verbreking en / of inklimming;

11.

hij op of omstreeks 25 september 2012 te Voorschoten met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in / uit een woning gelegen aan het [adres 8] heeft weggenomen een tablet (merk Samsung, type Galaxy) en/of twee, althans één fotocamera(s) (van de merken Sony en/of Olympus) en/of een dvd-speler en/of diverse sieraden (bedels en/of een armband en/of een ring) en/of een computer (merk Acer),

in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 9], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft en / of de / het weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak, verbreking en / of inklimming;

12.

hij op of omstreeks 14 mei 2013 te Rotterdam met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in / uit een woning gelegen aan de [adres 9] heeft weggenomen een laptop (merk HP) en/of een iPod en/of een iPad en/of een digitale camera (merk Fujitsu) en/of een camcorder (merk Sony) en/of een vulpen (merk Pelikan) en/of drie, althans één flesje(s) parfum (merken Boss, Hilfiger en Ferrari) en/of een scheerapparaat (merk Gilette) en/of diverse sieraden (een ketting en/of een hanger), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 10], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte,

waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft en / of de het weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak, verbreking en / of inklimming en/of (een) valse sleutel(s);

13.

hij op of omstreeks 15 juli 2013 te Schiedam met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in / uit een woning gelegen aan de[adres 10] heeft weggenomen een horloge (merk Seiko) en/of schoeisel (merk Shoebaloo) en/of speelgoed (een speelgoedauto met afstandsbediening) en/of geld (te weten 400 euro, althans enig geldbedrag), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 11] en/of [slachtoffer 12], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft en / of de / het weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak, verbreking en / of inklimming;

14.

hij op of omstreeks 16 juli 2013 te Eindhoven met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in / uit een woning gelegen aan de [adres 11] heeft weggenomen twee, althans één computer(s) (merken Sony en Packard Bell) en/of een fotocamera (merk Nikon) en/of een tas (merk Louis Vuitton) en/of een portemonnee (merk Louis Vuitton) en/of een oortelefoon (merk Bose) on/of een sieraad (merk Swarovski) en/of twee, althans één zonnebri1(len) (merken Gucci en Ray Ban) en/of schoenen (merk Prada), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 13], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft en / of de / het weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak, verbreking en / of inklimming;

15.

hij op of omstreeks 7 mei 2014 te Leiden met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in / uit een woning gelegen aan het [adres 12] heeft weggenomen een computer (merk HP) en/of een horloge (merk Invicta) en/of een paspoort en/of een fotocamera (merk Sony) en of een telefoon (merk HTC), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 14], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft en / of de / het weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak, verbreking en of inklimming;

16.

hij op of omstreeks 21 mei 2014 te Rotterdam in het bezit was van een reisdocument of Nederlandse identiteitskaart als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht of een ander identiteitsbewijs dat afgegeven is door een dienst of organisatie van vitaal of nationaal belang, te weten een Belgische identiteitskaart (op naam van [naam], geboren op 1 april 1976 te Haouche Omara), waarvan hij wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat het reisdocument of de Nederlandse identiteitskaart vals of vervalst was, bestaande die valsheid hieruit dat alle thans in het document zichtbare persoons- en afgiftegegevens zijn aangebracht middels een techniek die afwijkt van een origineel door de autoriteiten van België afgegeven identiteitskaart van die model, met uitzondering van de gegevens zichtbaar in de Changeable Laser Image;

17.

hij op of omstreeks 21 mei 2014 te Rotterdam, in elk geval in Nederland, als vreemdeling heeft verbleven, terwijl hij wist of ernstige reden had te vermoeden dat hij op grond van artikel 67 van de Vreemdelingenwet 2000 , in elk geval op grond van enig wettelijk voorschrift, tot ongewenst vreemdeling was verklaard.


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Gerelateerde advocaten

Gerelateerde advocatenkantoren

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature