E-mail deze uitspraak

Uitspraak waar naar gelinkt wordt vanuit de e-mail die gestuurd zal worden:

ECLI:NL:RBROT:2011:BU5321
LJN BU5321, Rechtbank Rotterdam, AWB 10/5370 BC-T2

Inhoudsindicatie:

AFM heeft eiseres, een bemiddelaar, een bestuurlijke boete opgelegd van € 1.000,00 wegens overtreding van artikel 102, eerste en tweede lid, BGfo omdat de verhoren van één van de beleidsbepalers door de politie als verdachte van hypotheekfraude niet aan AFM is gemeld.

Eiseres betoogt dat geen sprake kan zijn van overtreding van artikel 102 BGfo omdat de verhoren in 2008 geen wijziging vormen ten opzichte van de gegevens die eerder door haar aan AFM zijn verstrekt ten behoeve van de beoordeling van de ingevolge de wet gestelde eisen met betrekking tot de betrouwbaarheid van de beleidsbepaler. Dit betoog faalt. Naar het oordeel van de rechtbank kan artikel 102 van het BGfo niet los worden gezien van de artikelen 4:10 en 4:26 Wft en artikel 12 BGfo. Gelet op de wetssystematiek was alleszins voorzienbaar voor eiseres dat zij aan AFM diende te melden dat [A] was betrokken in een strafrechtelijk onderzoek en in dat verband meerdere keren was verhoord als verdachte. De rechtbank wijst in dit verband op EHRM 28 juni 2011 (appl.nr. 577/11, gepubliceerd in NJB 2011/1768 en JV 2011/403) in de zaak het Financieele Dagblad versus Nederland. Het betoog van eiseres ter zitting dat AFM heeft nagelaten [A] een cautie te verstrekken voorafgaand aan het gesprek dat hij op 15 juli 2009 heeft gevoerd met AFM kan gelet op artikel 6:22 van de Awb zonder gevolgen blijven.

Van


Aan


Opmerkingen (optioneel)


E-mail

Terug

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie