E-mail deze uitspraak

Uitspraak waar naar gelinkt wordt vanuit de e-mail die gestuurd zal worden:

ECLI:NL:RBROT:2011:BP7936
LJN BP7936, Rechtbank Rotterdam, AWB 10/3158 BC-T2

Inhoudsindicatie:

Eisers komen op tegen de beslissing van DNB om uit hoofde van het depositogarantiestelsel (Bbpm) voor depositohouders van DSB een vergoeding toe te kennen van ongeveer € 50.000 aan de vrouw, terwijl de man wel het maximumbedrag van € 100.000 krijgt uitgekeerd. DNB is tot die vergoedingen gekomen omdat sprake was van twee rekeningen, één rekening op naam van de man en één rekening op naam van beide echtelieden (en/of-rekening). DNB gaat gelet op artikel 26 lid 5 Bbpm uit van een evenredige gerechtigdheid van het saldo op de en /of-rekening. Omdat het saldo op beide rekeningen ongeveer € 100.000 bedroeg krijgt de vrouw ongeveer € 50.000 uitgekeerd, terwijl de man vanwege de rekening op zijn naam en de aanspraak op de helft van de en/of-rekening het maximum krijgt uitgekeerd. De rechtbank is van oordeel dat DNB de artikelen 19 en 26 van het Bbpm op juist wijze heeft toegepast. De vrouw kan zich niet beroepen op onjuiste voorlichting door DSB, want vorderingen uit onrechtmatige daad vallen niet onder het toepassingbereik van de vangnetregeling. Het beroep van de vrouw is ongegrond. Omdat de man geen rechtstreeks belang heeft bij het besluit dat is gericht aan de vrouw had zijn bezwaar niet-ontvankelijk verklaard moeten worden.

Van


Aan


Opmerkingen (optioneel)


E-mail

Terug

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie