U dient ingelogd te zijn om favorieten te kunnen toevoegen aan Mijn Jure
U kunt zich hier gratis registreren
Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Zittingsplaats:

Inhoudsindicatie:

Ontruiming. Gebruiksovereenkomst. Geen huurbescherming.

Uitspraak



vonnis

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team kanton en handelsrecht

Zittingsplaats Almelo

zaaknummer / rolnummer: C/08/189633 / KG ZA 16-266

Vonnis in kort geding van 19 september 2016

in de zaak van

het openbaar lichaam

DE GEMEENTE ENSCHEDE,

zetelend te Enschede,

eiseres,

advocaat mr. D.K. ten Cate te Enschede,

tegen

[gedaagde] ,

wonende te Enschede,

gedaagde,

verschenen in persoon.

Partijen zullen hierna de gemeente en [gedaagde] genoemd worden.

1 De procedure

1.1.

Het verloop van de procedure blijkt uit:

de dagvaarding inclusief producties

de mondelinge behandeling

de pleitnota van de gemeente

de pleitnota van [gedaagde] inclusief producties.

1.2.

Ten slotte is vonnis bepaald.

2 De feiten

2.1.

[gedaagde] huurde vanaf 1 januari 2009 een aan de [adres 1] te Enschede gelegen woning van de gemeente. De met betrekking tot deze woning tussen partijen gesloten huurovereenkomst is met wederzijds goedvinden met ingang van 1 mei 2013 beëindigd, omdat de gemeente de woning wilde verkopen. Daarna is [gedaagde] nog enige tijd gebruiker van de woning geweest.

2.2.

De gemeente heeft [gedaagde] vervangende woonruimte aangeboden in het pand aan de [adres 2] te Enschede. Met betrekking tot dit pand is tussen partijen op

2 juni 2015 een gebruiksovereenkomst gesloten.

2.3.

Bij brief van 15 december 2015 heeft de gemeente de gebruiksovereenkomst opgezegd tegen 1 juni 2016. Deze opzegging is bij brief van 29 februari 2016 herhaald.

2.4.

Bij e-mail van 16 maart 2016 heeft [gedaagde] bezwaar gemaakt tegen het beëindigen van de gebruiksovereenkomst.

2.5.

De gemeente heeft bij brief van 29 maart 2016 gereageerd op het standpunt van [gedaagde] .

2.6.

Nadien is er nog enkele malen contact geweest tussen partijen over de ontruiming van het pand. Aangezien de datum waartegen de gebruiksovereenkomst is opgezegd reeds is verstreken en [gedaagde] heeft geweigerd het pand vrijwillig te ontruimen, heeft de gemeente zich genoodzaakt gezien dit kort geding te entameren.

3 Het geschil

3.1.

De gemeente vordert bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:

I. [gedaagde] te bevelen de woning en de omliggende tuingrond gelegen aan de [adres 2] te [Enschede] , kadastraal bekend gemeente Lonneker sectie [xxxx] , vóór 1 oktober 2016 te ontruimen en ontruimd te houden met machtiging van de gemeente om indien [gedaagde] na verloop van drie dagen na betekening van het in dezen te wijzen vonnis hiermee in gebreke blijft, deze zelf (door een deurwaarder) uit te voeren op kosten van [gedaagde] ;

II. [gedaagde] te veroordelen om zijn medewerking te verlenen aan hetgeen gevorderd is onder I. onder last van een dwangsom van € 500,-- per dag, voor elke dag nadat de vordering voor de gemeente opeisbaar is geworden;

III. [gedaagde] te veroordelen in de buitengerechtelijke (incasso)kosten van € 1.252,--, althans een zodanig bedrag als de rechtbank toewijsbaar acht, te vermeerderen met de wettelijke rente ex artikel 6:119 BW over dit bedrag van af 29 maart 2016, althans vanaf de dag der dagvaarding, tot aan de dag der algehele voldoening;

IV. [gedaagde] te veroordelen in de kosten van dit geding.

3.2.

[gedaagde] voert verweer.

3.3.

Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4 De beoordeling

4.1.

De gemeente heeft voldoende aannemelijk gemaakt spoedeisend belang te hebben bij het gevorderde. [gedaagde] heeft daar ook geen verweer tegen gevoerd, zodat de voorzieningenrechter zal overgaan tot de materiële beoordeling.

4.2.

De gemeente stelt dat met betrekking tot het pand aan de [adres 2] te Enschede met [gedaagde] een gebruiksovereenkomst is aangegaan voor de duur van 1 jaar, ingaande op 1 juni 2015 en eindigend op 1 juni 2016. [gedaagde] handelt volgens de gemeente dan ook onrechtmatig jegens haar door het gebruik van het pand niet na laatstgenoemde datum te staken.

4.3.

[gedaagde] stelt zich op het standpunt dat hij geen anti-kraak contract heeft gesloten, maar een contract op grond waarvan hij huurbescherming geniet. Volgens [gedaagde] is hem toegezegd dat hij een jaar ongestoord aan de [adres 2] zou kunnen wonen. Het contract is in juni 2015 getekend, maar omdat een vloer en een keuken nog ontbraken, was het pand pas rond november 2015 bewoonbaar. Al op 15 december 2015 kreeg [gedaagde] te horen dat het contract per 1 juni 2016 beëindigd zou worden, zodat hij niet een jaar ongestoord woongenot heeft gehad. Daarom heeft hij tot op heden niet zijn medewerking verleend aan het ontruimen van het pand.

4.4.

De voorzieningenrechter stelt vast dat partijen met betrekking tot het pand aan de [adres 2] een gebruiksovereenkomst en geen huurovereenkomst hebben gesloten. Dit blijkt niet alleen uit de bewoordingen van de overeenkomst, met name hetgeen is neergelegd onder punt 16, maar ook uit de van 30 april 2015 daterende brief van de gemeente aan [gedaagde] . In die brief, die deel uitmaakt van de correspondentie die tussen partijen heeft plaatsgevonden voorafgaand aan het sluiten van de gebruiksovereenkomst, staat met zoveel woorden:

‘We bieden u een gebruiksovereenkomst aan voor de [adres 2] een geen tijdelijke huurovereenkomst . U betaalt immers geen huur, maar alleen de kosten van het door u verbruikte gas water en elektriciteit. (…)’.

4.5.

In de gebruiksovereenkomst, die op 2 juni 2015 door partijen is getekend, en waarin wordt verwezen naar de als bijlage bij die overeenkomst gevoegde brief van de gemeente van 30 april 2015, staat voor zover hier van belang:

‘2. a. De overeenkomst wordt aangegaan voor een periode van 1 jaar, ingaande op 1 juni 2015 en derhalve eindigende op 1 juni 2016. (…).

b. Als de eigenaar deze gebruiksovereenkomst aan het einde van dat jaar niet wenst te verlengen, dan doet hij de gebruiker hiervan uiterlijk drie (3) maanden voor afloop van de termijn een mededeling hiertoe. Als de eigenaar deze mededeling niet of niet tijdig doet, loopt de gebruiksovereenkomst voor maximaal 1 jaar door. (…).

c. Gebruiker verklaart door ondertekening van deze overeenkomst het gebruiksobject uiterlijk per einde van de gebruiksovereenkomst leeg en ontruimd op te zullen leveren aan de gemeente’

16. Partijen komen uitdrukkelijk overeen geen huurovereenkomst te willen sluiten en derhalve is op deze overeenkomst het huurrecht niet van toepassing’.

4.6.

Nu de gemeente de gebruiksovereenkomst ruimschoots op tijd, namelijk op

15 december 2015 heeft opgezegd tegen 1 juni 2016, heeft dit tot gevolg dat die overeenkomst per die datum is geëindigd en dat [gedaagde] gezien hetgeen is overeengekomen, het pand per genoemde datum leeg ontruimd aan de gemeente had dienen op te leveren. Volgens [gedaagde] blijkt de toezegging van de gemeente dat hij een jaar ongestoord het pand zou mogen bewonen uit de tussen partijen gevoerde correspondentie. Daaruit blijkt naar het oordeel van de voorzieningenrechter echter enkel dat [gedaagde] van mening is dat de gemeente die toezegging heeft gedaan, maar niet dat de gemeente (erkent dat zij) die toezegging heeft gedaan. Aan de correspondentie kan derhalve geen toezegging van de gemeente in de door [gedaagde] bedoelde zin worden ontleend. Dat [gedaagde] het pand pas later dan 1 juni 2015 in gebruik heeft genomen, betekent niet dat de gebruikstermijn van in principe een jaar ook pas op dat latere tijdstip is gaan lopen. Dat is niet in de overeenkomst opgenomen. Daarnaast blijkt uit de brief die de gemeente op 29 maart 2016 aan [gedaagde] heeft gestuurd dat schade aan het pand als gevolg van een inbraak medio juni 2015 door de gemeente is hersteld, dat de omstandigheid dat de woning geen keuken bevatte bij [gedaagde] bekend was en voor hem geen reden was om de gebruiksovereenkomst niet te ondertekenen en dat hij daarvoor financieel is gecompenseerd. Door [gedaagde] zijn deze stellingen van de gemeente onweersproken gebleven. Gelet hierop kan [gedaagde] aan de omstandigheid dat het pand wellicht eerst op een later moment bewoonbaar was dan ook geen grond worden ontleend om na 1 juni 2016 rechtsgeldig in het pand te mogen verblijven.

4.7.

Uit het vorenstaande volgt dat [gedaagde] het pand aan de [adres 2] te Enschede nu zonder recht of titel bewoont en gebruikt. Daarmee maakt [gedaagde] een inbreuk op het eigendomsrecht van de gemeente, die daarom recht en belang heeft bij een onverwijlde beëindiging van die onrechtmatigheid. De vorderingen van eisers zullen dan ook worden toegewezen, met dien verstande dat de onder I. gevorderde machtiging zal worden toegewezen na verloop van drie dagen na het verstrijken van de uiterste ontruimingsdatum, die door de voorzieningenrechter zal worden bepaald op twee weken na de betekening van dit vonnis. Het onder II. gevorderde zal worden afgewezen, aangezien het toewijzen van de onder I. gevorderde machtiging met zich brengt dat de gemeente de ontruiming zelf kan laten uitvoeren, zodat de veroordeling van [gedaagde] om op straffe van verbeurte van een dwangsom zijn medewerking aan ontruiming te verlenen overbodig is.

4.8.

De gemeente heeft gevorderd om [gedaagde] te veroordelen in de buitengerechtelijke incassokosten. Niet gesteld is dat buitengerechtelijke incassowerkzaamheden zijn verricht. De vordering is dan ook niet toewijsbaar.

4.9.

[gedaagde] zal als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van de gemeente worden begroot op:

- dagvaarding € 79,38

- griffierecht 1.929,00

- salaris advocaat 816,00

Totaal € 2.824,38

5 De beslissing

De voorzieningenrechter

5.1.

veroordeelt [gedaagde] om binnen twee weken na betekening van dit vonnis het pand en de omliggende tuingrond gelegen aan de [adres 2] te [Enschede] , kadastraal bekend gemeente Lonneker sectie [xxxx] , te ontruimen en ontruimd te houden met machtiging van de gemeente om, indien [gedaagde] na verloop van drie dagen na het verstrijken van de voornoemde ontruimingstermijn niet tot ontruiming in voor vermelde zin is overgegaan, deze zelf door het inschakelen van een deurwaarder te bewerkstellingen, op kosten van [gedaagde] ,

5.2.

veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten, aan de zijde van de gemeente tot op heden begroot op € 2.824,38,

5.3.

verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,

5.4.

wijst het meer of anders gevorderde af.

Dit vonnis is gewezen door mr. G.G. Vermeulen en in het openbaar uitgesproken op 19 september 2016.

type:

coll:


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Gerelateerde advocaten

Gerelateerde advocatenkantoren

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature