U dient ingelogd te zijn om favorieten te kunnen toevoegen aan Mijn Jure
U kunt zich hier gratis registreren
Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Zittingsplaats:

Inhoudsindicatie:

ontbinding huurovereenkomst en ontruiming wegens overlast

Gepubliceerde uitspraken in deze zaak:

Uitspraak



RECHTBANK OVERIJSSEL

Team kanton en handelsrecht

Zittingsplaats Zwolle

Zaaknummer : 4090671 \ CV EXPL 15-2844

Vonnis van 6 oktober 2015

in de zaak van

de stichting

WONINGSTICHTING RENTREE,

gevestigd en kantoorhoudende te Deventer,

eisende partij, hierna te noemen Rentree,

gemachtigde: mr. R. Bressers,

tegen

[gedaagde],wonende te [woonplaats] ,

gedaagde partij, hierna te noemen [gedaagde] ,

verschenen in persoon.

1 De procedure

1.1.

Het verloop van de procedure blijkt uit:

- de dagvaarding van 24 april 2015

- het antwoord van de gedaagde partij

- het proces-verbaal van de op 8 september 2015 gehouden comparitie van partijen.

1.2.

Ten slotte is vonnis bepaald.

2 De feiten

2.1.

Met ingang van 3 april 1996 huurt [gedaagde] de woning aan [adres] van Rentree.

2.2.

Op de tussen partijen geldende huurovereenkomst zijn van kracht de “Algemene Huurvoorwaarden 1994” (hierna: de algemene voorwaarden). In de algemene voorwaarden is in artikel 9 lid 4 het volgende opgenomen:

Huurder zal het gehuurde als een goed huurder en overeenkomstig de daaraan gegeven bestemming van woonruimte gebruiken.

2.3.

Bij brief van 30 augustus 2001 schrijft Rentree aan [gedaagde] dat zij hebben vernomen dat hij soms overlast veroorzaakt door het geluid van de televisie erg hard te zetten. Rentree verzoekt [gedaagde] geen geluidsoverlast meer te veroorzaken.

2.4.

Op 17 augustus 2004 heeft Rentree schriftelijk aan [gedaagde] laten weten dat zij opnieuw klachten over hem ontvangen hebben. Het betreft het geluid van de televisie. Rentree sommeert [gedaagde] de overlast te staken en ervoor te zorgen dat het geluid van de televisie niet hard staat.

2.5.

In een brief van 27 november 2008 aan [gedaagde] schrijft Rentree dat met hem is gesproken over de geluidsoverlast die [gedaagde] ervaart van zijn buurman en de klachten die zijn buurman tegen [gedaagde] uit. Om deze overlastzaken te bespreken nodigt Rentree [gedaagde] uit voor een gesprek op 2 december 2008.

2.6.

Blijkens de brief van 10 december 2008 heeft dit gesprek inderdaad plaatsgehad. In de brief staat vermeld dat Rentree en [gedaagde] er in het gesprek samen niet uitgekomen zijn omdat [gedaagde] zich erg kwaad maakt over de situatie. Rentree stelt voor om op 18 december 2008 opnieuw met elkaar in gesprek te gaan. Omdat [gedaagde] dit gesprek heeft afgezegd, is er een nieuwe afspraak gemaakt op 6 januari 2009. [gedaagde] wordt verzocht in de tussentijd rekening te houden met zijn buren en de geluiden tot een minimum te beperken.

2.7.

Bij brief van 4 februari 2010 bericht Rentree [gedaagde] dat zij een melding heeft ontvangen over dezelfde overlast als het jaar daarvoor, te weten geluidsoverlast van video’s en het schoonmaken van het platte dak. Rentree geeft aan dat daar toen afspraken over zijn gemaakt en dat zij graag met [gedaagde] in gesprek wil op 9 februari 2010.

2.8.

Op 9 januari 2013 heeft Rentree [gedaagde] aangeschreven over een klacht met betrekking tot geluidsoverlast. Rentree kondigt een huisbezoek aan op 23 januari 2013, waarbij ook medewerkers van het Bijzonder Zorgteam aanwezig zullen zijn. Dit bezoek is afgezegd door [gedaagde] omdat hij zaken van de gemeente en/of het Bijzonder Zorgteam enerzijds en Rentree anderzijds strikt gescheiden wil houden. Rentree zal op 30 januari 2013 langskomen om de geluidsoverlast met [gedaagde] te bespreken. Volgens een interne telefoonnotitie d.d. 17 januari 2013 heeft [gedaagde] dit bezoek afgezegd. [gedaagde] vindt de klachten ongegrond en wil dat Rentree hem niet meer lastig valt met klachten over geluid. Rentree wijst [gedaagde] erop dat hij wel rekening moet houden met de buren. [gedaagde] wil dat niet omdat zij ook geluid maken.

2.9.

Uit een interne telefoonnotitie d.d. 21 januari 2013 volgt dat [gedaagde] heeft geklaagd over een hond van buurvrouw [W] die bij hem in de tuin en op zijn platte dak poept.

2.10.

In een politiemutatie d.d. 16 februari 2014 staat vermeld dat de politie naar aanleiding van een melding van geluidsoverlast ter plaatse van [adres] televisiegeluid heeft geconstateerd. Getracht is om met [gedaagde] in gesprek te gaan, maar hij was totaal niet voor rede vatbaar. Hij schreeuwde, was verbaal agressief en sloeg wartaal uit. De politie heeft [gedaagde] een formele waarschuwing gegeven en gezegd dat hij de volgende keer een gele kaart zou krijgen.

2.11.

Op 31 maart 2014 informeert Rentree [gedaagde] over een klacht met betrekking tot geluidsoverlast, reden waarom een huisbezoek wordt aangekondigd op 4 april 2014. In vervolg op deze brief bevestigt Rentree bij brief van 31 maart 2014 dat [gedaagde] niet met Rentree in gesprek wil. Rentree geeft aan dat zij bij overlast “hoor en wederhoor” toepast en het verhaal van [gedaagde] wil horen. [gedaagde] wil van deze gelegenheid echter geen gebruik maken en vindt dat Rentree bij voorbaat partij trekt voor de buurvrouw. Rentree wijst [gedaagde] erop dat hij in ieder geval geen overlast aan omwonenden mag veroorzaken en dat zoals de buren rekening moeten houden met [gedaagde] , hij dat ook met zijn buren moet doen. Rentree rekent erop geen overlastmelding meer te ontvangen.

Nadat Rentree voormelde brief door de bus heeft gedaan, belt [gedaagde] Rentree blijkens de daarvan opgestelde telefoonnotitie “over de rooie” op. [gedaagde] gaat voorbij aan de toelichting van Rentree en schreeuwt vreselijk aan de telefoon. Rentree probeert om toch tot een afspraak te komen, maar dat wil [gedaagde] niet.

2.12.

Op 23 april 2014 klaagt [gedaagde] volgens een interne telefoonnotitie dat zijn buurvrouw de erfafscheidingspaaltjes uit de grond heeft gehaald. Rentree adviseert [gedaagde] dit eerst met zijn buurvrouw te bespreken. Op 13 augustus 2014 klaagt [gedaagde] volgens een interne telefoonnotitie dat hij last heeft van sigarettenpeuken die zijn buurvrouw in zijn tuin deponeert. Rentree zegt toe een brief te zullen sturen met het verzoek deze overlast te staken. Volgens de telefoonnotitie d.d. 14 augustus 2014 heeft de buurvrouw laten weten dat zij zelf niet rookt en zij noch haar bezoek peuken in de tuin van [gedaagde] deponeert.

2.13.

Bij brief van 24 september 2014 heeft Rentree zich opnieuw tot [gedaagde] gewend. Rentree heeft de laatste periode enkele klachten ontvangen, met name over geluidsoverlast van de televisie. Tijdens een huisbezoek op 1 oktober 2014, waarvoor ook de buurtcoach is uitgenodigd, wil Rentree de klachten met [gedaagde] bespreken. Omdat [gedaagde] telefonisch laat weten daar niet toe bereid te zijn, vindt dit bezoek niet plaats.

2.14.

Blijkens een politiemutatie d.d. 12 oktober 2014 heeft op 12 oktober 2014 ter plaatse van [adres] een buurconflict plaatsgevonden. [gedaagde] zou de fiets van de dochter van zijn buurvrouw kapot hebben gegooid. Daarop aangesproken reageerde [gedaagde] verbaal agressief en beledigend, waarop hij door de politie is aangehouden.

Naar aanleiding van de klacht die Rentree hierover van de buurvrouw heeft ontvangen, is op 14 oktober 2014 telefonisch gesproken met [gedaagde] . Volgens de telefoonnotitie verliep dit gesprek moeizaam omdat [gedaagde] boos was en moeilijk te begrijpen. Het lukt Rentree niet om concrete afspraken te maken. Omdat Rentree ongerust was over de situatie, heeft zij daarvan een terugkoppeling gegeven aan de wijkagent.

Op 28 oktober 2014 vindt opnieuw telefonisch overleg plaats tussen Rentree en [gedaagde] . [gedaagde] geeft aan dat hij niet met een fiets heeft gegooid en dat hij onterecht door de politie is meegenomen. [gedaagde] zegt dat hij zich heeft aangepast: hij draait de seksfilms niet meer, alleen jazz en niet na 20.40 uur. Hij doet zijn best en houdt zich aan de gemaakte afspraken. Zijn buurvrouw moet hem niet uit de tent lokken. Rentree spreekt met [gedaagde] af dat hij belt als zijn buurvrouw hem uit de tent lokt.

2.15.

In een brief van 28 november 2014 heeft Rentree [gedaagde] laten weten op

4 december 2014 graag op huisbezoek te komen om te praten over recente meldingen van overlast veroorzaakt door muziek. Rentree gelooft dat [gedaagde] zijn best doet om zo min mogelijk met zijn buren te maken te hebben en geen overlast te veroorzaken, maar Rentree constateert dat het nog niet helemaal rustig is en dat zij dit met [gedaagde] wil bespreken om een oplossing te zoeken.

Naar aanleiding van deze brief neemt [gedaagde] , blijkens een telefoonnotitie van Rentree, boos contact op met Rentree. Hij wil geen gesprek omdat hij niet vindt dat er overlast wordt veroorzaakt. Rentree accepteert de afzegging maar spreekt met [gedaagde] af dat Rentree en [gedaagde] elkaar bellen als er wat aan de hand is.

2.16.

Op 11 februari en 26 februari 2015 ontvangt Rentree blijkens daarvan opgestelde telefoonnotities wederom meldingen van geluidsoverlast. Op 16 februari 2015 vindt telefonisch contact plaats tussen Rentree en [gedaagde] , waarbij [gedaagde] zijn ongenoegen uit over het Bijzonder Zorgteam dat hem op verzoek van Rentree een bezoek heeft gebracht. [gedaagde] geeft aan dat hij geen zorg nodig heeft. Hij verwijt Rentree en zijn buurvrouw valse beschuldigingen en vindt zelf dat hij geen overlast veroorzaakt.

2.17.

Omstreeks begin maart 2015 heeft Rentree [gedaagde] een verbod opgelegd om met haar medewerkers in contact te treden. Communicatie dient voortaan schriftelijk te verlopen.

2.18.

Op 6 maart 2015 neemt [gedaagde] telefonisch contact op met Rentree over het bezoek van een monteur waarover hij niet was geïnformeerd. [gedaagde] schreeuwt nog wat door te telefoon. Rentree wijst [gedaagde] op het contactverbod.

2.19.

Op 9 maart 2015 brengt het Bijzonder Zorgteam nogmaals een bezoek aan [gedaagde] .

3 De beoordeling

3.1.

Het gaat in deze zaak om een door Rentree tegen [gedaagde] ingestelde vordering tot ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van de woning. Grondslag van de vordering is de door [gedaagde] veroorzaakte overlast. [gedaagde] veroorzaakt al jarenlang met tussenpozen ernstige overlast aan bewoners van de woningen gelegen in de directe nabijheid van de door hem gehuurde woning. Vier omwonenden zijn vertrokken vanwege deze overlast en Rentree heeft nu te maken met aanhoudende klachten van een vijfde omwonende. De overlast bestaat voornamelijk uit geluidsoverlast. [gedaagde] speelt gedurende vele uren per dag pornofilms af en zet daarbij het geluid heel hard. Daarnaast draait hij met grote regelmaat muziek op een heel hoog geluidsniveau en maakt hij het gehuurde zowel van binnen als buiten schoon op een dusdanige wijze dat omwonenden daarvan geluidshinder ervaren. Een en ander vindt zowel overdag als ’s avonds plaats, wanneer kinderen die in de naastgelegen woningen woonachtig zijn zouden moeten slapen. [gedaagde] reageert luidruchtig en agressief op verzoeken om zijn woongedrag aan te passen en het geluidsniveau naar beneden bij te stellen. [gedaagde] bestookt Rentree eveneens met klachten, verzoeken, scheldkanonnades en agressief gedrag, in verband waarmee Rentree hem een contactverbod heeft opgelegd. Rentree heeft verschillende pogingen gedaan om bij [gedaagde] binnen te komen en de situatie op te lossen maar [gedaagde] staat daar niet voor open. Dit wordt bevestigd vanuit het Team Extreme Woonoverlast in Deventer, samengesteld uit vertegenwoordigers van de gemeente, de veiligheidsmakelaar, de politie en woningcorporaties, die in aansluiting daarop aangeeft dat haars inziens geen andere mogelijkheid bestaat dan beëindiging van de huurovereenkomst en ontruiming van de woning om de rust in [adres] terug te laten keren (productie 13).

3.2.

[gedaagde] betwist dat hij ernstige geluidsoverlast veroorzaakt. Alle pornofilms zijn in september 2014 door de kringloop opgehaald, muziek draait hij na 21.00 uur niet meer en dat hij luidruchtig schoonmaakt herkent hij niet. De klachten komen van één persoon, die zelf overlast veroorzaakt. Voor de klachten van [gedaagde] heeft Rentree echter geen gehoor. De overige klachten van omwonenden zijn klachten van oude bewoners. Dat zij zijn vertrokken vanwege [gedaagde] is onjuist. Een huurder is vanwege ouderdom overleden en een andere huurder is ontruimd wegens wanbetaling. [gedaagde] heeft nooit een gele kaart ontvangen en zijn geluidsapparatuur is nimmer in beslag genomen. Rentree stuurt ongevraagd hulpverleners op hem af, hetgeen hij als een inbreuk op zijn privacy ervaart. [gedaagde] heeft het gevoel dat er sprake is van een vooropgezet plan om hem weg te krijgen uit de woning. Rentree verkeert volgens hem wegens de noodzakelijke verhuizing naar een kleiner gebouw in een zware stresssituatie en vindt in [gedaagde] haar zondebok. De huurovereenkomst kan gewoon voortgezet worden. Als Rentree de woning niet wilde voortzetten, had zij de vooruitbetaling tot november 2015 niet moeten accepteren.

3.3.

De kantonrechter oordeelt op basis van het hiervoor weergegeven feitencomplex dat over een lange periode met tussenpozen sprake is geweest van aanhoudende ernstige geluidsoverlast. Ook nadat [gedaagde] zijn pornofilms heeft weggedaan, blijft Rentree klachten over geluidsoverlast ontvangen. [gedaagde] voert aan dat de huidige klachten uitsluitend van één persoon komen, die zelf overlast veroorzaakt waarvoor [gedaagde] bij Rentree geen gehoor vindt. Dit laatste verwijt heeft [gedaagde] niet voldoende onderbouwd en blijkt niet uit de overgelegde documenten. [gedaagde] heeft voorts geen feiten of omstandigheden gesteld, noch is daarvan gebleken, waaruit kan volgen dat de klachten van deze persoon niet op waarheid berusten of dat het dusdanige klachten zijn dat zij niet serieus kunnen worden genomen. [gedaagde] is herhaaldelijk aangesproken op zijn gedrag jegens omwonenden en is herhaaldelijk aangemaand om geen overlast meer te veroorzaken. In verband met de ontstane situatie zijn diverse instanties ingeschakeld: de politie, de gemeente, het Bijzonder Zorgteam, de buurtcoach en het Team Extreme Woonoverlast. Bij gebrek aan medewerking van [gedaagde] heeft dit niet tot een oplossing geleid. [gedaagde] gaat een gesprek uit de weg. Daarbij lijk hij zich in toenemende mate te gedragen op een manier die niet aanvaardbaar is, in verband waarmee Rentree hem uiteindelijk een contactverbod heeft opgelegd.

3.4.

Al met al moet op grond van de voorgeschiedenis, die laat zien dat al sedert 2001 geregeld door omwonenden is geklaagd over ernstige geluidsoverlast van [gedaagde] , in combinatie met het opnieuw veroorzaken van geluidsoverlast waarvoor [gedaagde] geen verantwoordelijkheid neemt en waarover hij weigert op een constructieve manier in gesprek te gaan, worden geconcludeerd dat [gedaagde] in strijd handelt met goed huurderschap. Deze tekortkoming is voldoende ernstig om te oordelen dat ontbinding van de huurovereenkomst gerechtvaardigd is. De kantonrechter zal de vordering tot ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van de woning dan ook toewijzen.

3.5.

De door Rentree gevorderde dwangsom voor het geval [gedaagde] in gebreke mocht blijven met de ontruiming van de woning en de gevorderde machtiging om de ontruiming zelf uit te voeren, zullen worden afgewezen omdat de deurwaarder de bevoegdheid heeft tot reële executie van de veroordeling tot ontruiming op grond van de artikel 555 en verder in verbinding met artikel 444 Rv .

3.6.

[gedaagde] zal als in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van Rentree worden begroot op € 512,16 (€ 96,16 aan dagvaardingskosten, € 116,00 aan griffierecht en € 300,00 aan salaris gemachtigde). De gevorderde nakosten en de gevorderde wettelijke rente over de proceskosten worden als na te melden toegewezen.

4 De beslissing

De kantonrechter

4.1.

ontbindt de huurovereenkomst tussen Rentree en [gedaagde] betreffende de woning aan [adres] [woonplaats] met ingang van heden,

4.2.

veroordeelt [gedaagde] om de woning staande en gelegen aan [adres] [woonplaats] en al hetgeen zich daarin of daarop bevinden respectievelijk bevindt, binnen veertien dagen na dagtekening van dit vonnis te ontruimen, te verlaten, ontruimd en verlaten te houden,

4.3.

veroordeelt [gedaagde] in de kosten van dit geding, aan de zijde van Rentree tot op heden begroot op € 512,16, te vermeerderen met een bedrag van € 75,00 aan nakosten en de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over deze kosten, indien en voor zover [gedaagde] deze kosten niet binnen veertien dagen na dagtekening voldoet,

4.4.

verklaart dit vonnis wat betreft de toegewezen ontruiming en de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad,

4.5.

wijst het meer of anders gevorderde af.

Dit vonnis is gewezen door mr. M. Willemse, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 6 oktober 2015.


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Gerelateerde advocaten

Gerelateerde advocatenkantoren

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature