Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:

Inhoudsindicatie:

Subsidie op grond van het Private Sector Investment (PSI). Verzoek om wijziging van de subsidieontvanger. Er is bestendig stringent beleid van verweerder inhoudende dat er twee uitzonderingen mogelijk zijn op het uitgangspunt om de subsidieontvanger niet te wijzigen.

Ook als is voldaan aan één van de twee uitzonderingssituaties, dient door de aanvrager te worden voldaan aan alle overige criteria van het PSI.

In het onderhavige geval wordt niet voldaan aan het bestendige stringente beleid van verweerder. Tevens wordt niet voldaan aan alle criteria van het PSI. Verweerder heeft in redelijkheid kunnen besluiten het verzoek tot wijziging van de subsidieontvanger af te wijzen.

Uitspraak



RECHTBANK OOST-NEDERLAND

Team bestuursrecht

Zittingsplaats Arnhem

registratienummer: AWB 12/5265

uitspraak ingevolge artikel 8:77 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) van 5 maart 2013.

inzake

[B.V.], eiseres,

gevestigd te Almelo, vertegenwoordigd door mr. K. Watanabe,

tegen

de minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking

(onder de minister wordt tevens verstaan: diens rechtsvoorganger, de staatssecretaris van Buitenlandse Zaken),

verweerder.

1. Aanduiding bestreden besluit

Besluit van verweerder van 7 september 2012.

2. Procesverloop

Bij besluit van 6 april 2012 heeft verweerder het verzoek van eiseres om wijziging van de subsidieontvanger van het Private Sector Investment-project “FSC certified charcoal from invader bush in Namibia” afgewezen.

Bij het in rubriek 1 aangeduide besluit heeft verweerder het door eiseres gemaakte bezwaar ongegrond verklaard en het besluit van 6 april 2012 gehandhaafd.

Tegen dit besluit is beroep ingesteld en door verweerder is een verweerschrift ingediend. Naar deze en de overige door partijen ingebrachte stukken wordt hier kortheidshalve verwezen.

Verweerder heeft de beschikking op bezwaar van 24 januari 2012, gericht aan [bedrijf], overgelegd, met de mededeling dat van die delen van deze beslissing, die in het kader van een verzoek van eiseres ingevolge de Wet openbaarheid van bestuur niet openbaar zijn gemaakt, uitsluitend de rechter kennis zal mogen nemen.

Bij beslissing van 4 januari 2013 heeft een enkelvoudige kamer van deze rechtbank met toepassing van artikel 8:29, derde lid, van de Awb beslist dat de beperkte kennisneming van de niet openbaar gemaakte delen van de beschikking op bezwaar van 24 januari 2012 gerechtvaardigd is.

Ter zitting heeft eiseres de in artikel 8:29, vijfde lid, van de Awb bedoelde toestemming verleend om mede op grondslag van de niet openbaar gemaakte delen van de beschikking op bezwaar van 24 januari 2012 uitspraak te doen.

Het beroep is behandeld ter zitting van de meervoudige kamer van de rechtbank van 18 januari 2013. Eiseres is aldaar vertegenwoordigd door F.C. Kuipers, bijgestaan door mr. D. Kist, kantoorgenoot van de gemachtigde van eiseres. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. J. Dutler en mr. G. Burki, beiden werkzaam bij Agentschap NL van het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie.

3. Overwegingen

1. Gelet op de gedingstukken en het verhandelde ter zitting gaat de rechtbank uit van de volgende feiten en omstandigheden. In 2009 heeft de onderneming [ondernemi[onderneming]] met een partner in Namibië, [partner], het plan opgevat om een project te starten in Namibië, inhoudende – kort samengevat – het maken van houtskool uit zogenaamde ‘invader bush’. De onderneming [dochter van onderneming], dochter van [onderneming], bezat 50% van de aandelen in Jumbo. [onderneming] heeft ten behoeve van dit project op 19/20 augustus 2009 een aanvraag gedaan om subsidie op grond van het Private Sector Investment (PSI). Bij besluit van 18 december 2009 is aan [onderneming] ten behoeve van het project “FSC certified charcoal from invader bush in Namibia” (hierna: het PSI-project) subsidie verleend ter hoogte van € 694.650. Aan deze subsidieverlening zijn diverse voorwaarden en verplichtingen verbonden. Bij uitspraak van 22 oktober 2010 respectievelijk 7 oktober 2010 van de rechtbank Zutphen respectievelijk de rechtbank Almelo zijn [onderneming] en [dochter van onderneming] failliet verklaard. Naar aanleiding van het faillissement van [onderneming] en in afwachting van de afwikkeling van het faillissement door de curator heeft verweerder het PSI-project opgeschort (brief d.d. 28 februari 2011). Op 4 januari 2011 heeft de curator een koopovereenkomst gesloten met – onder meer – de onderneming [andere onderneming] waarbij diverse zaken uit de failliete boedel van [onderneming] en [dochter van onderneming] zijn verkocht. [andere onderneming] heeft haar naam daarna veranderd in [Naam onderneming eiseres]. Een zusteronderneming van [onderneming eiseres], [dochter van onderneming] International B.V., heeft haar naam veranderd in Charbon Engineering B.V., zijnde eiseres. [onderneming eiseres] en eiseres zijn beide dochterondernemingen van United Commodities B.V.. Na aankoop van de activa van [onderneming] en [dochter van onderneming] zijn de marketing, sales en verpakkingsactiviteiten ondergebracht in [onderneming eiseres], de internationale activiteiten en de exploitatie van de technische kennis zijn ondergebracht bij eiseres. Bij brief van 14 november 2011 is namens eiseres aan verweerder verzocht om het PSI-project te wijzigen, in die zin dat een wijziging plaatsvindt van subsidieontvanger van [onderneming] naar eiseres. Bij dit verzoek zijn gevoegd de financiële stukken van de onderneming [volgende onderneming], die als derde partij garant zal staan. Bij email van L. Becker Hoff (van 17 november 2011), medewerker van verweerder, is eiseres geïnformeerd dat haar aanvraag onvolledig is. Daarbij is aangegeven welke gegevens zij alsnog dient te overleggen. Eiseres heeft vervolgens de ontbrekende gegevens overgelegd. Bij het primair besluit van 6 april 2012 heeft verweerder het verzoek van eiseres afgewezen, hetwelk besluit in bezwaar is gehandhaafd.

2. Verweerder heeft aan het bestreden besluit ten grondslag gelegd dat het PSI een zogenaamde tenderregeling is en dat bij deze systematiek niet past dat een subsidieaanvrager na indiening van de aanvraag de aanvraag of de subsidieverlening nog kan wijzigen. Derhalve voert verweerder het bestendige stringente beleid dat bij deze subsidieverlening significante wijzigingen, zoals in het onderhavige geval een wijziging van subsidieontvanger, in beginsel niet meer worden toegestaan na indiening van de aanvraag of na de subsidieverlening. De subsidie is (rechts)persoonsgebonden. Op het beleid om de subsidieontvanger na subsidieverlening niet te wijzigen, bestaan enkele zeer beperkte uitzonderingen, aldus verweerder, namelijk:

(1) als er sprake is van fusie, splitsing of een doorstart van de subsidieontvanger zelf;

(2) of als het project in een zeer vergevorderd stadium is, de reden voor stagnatie niet te voorzien was en de gevolgen anders te onevenredig zijn.

Ook al is voldaan aan één van de twee voornoemde uitzonderingssituaties, dient door de aanvrager eveneens te zijn voldaan aan alle criteria van het PSI. Er zal een aangepast projectplan moeten worden beoordeeld, er zullen actuele financiële gegevens van alle partijen beoordeeld moeten worden, er zal moeten worden nagegaan wat de wensen van de andere partners zijn en, nu in een dergelijk geval vaak sprake is van een forse vertraging, zal beoordeeld moeten worden of het nog wenselijk is om het project voort te zetten. Voor een derde partij is het overigens ook mogelijk om een nieuwe aanvraag in te dienen, zeker als het project in een beginstadium is gestrand, aldus verweerder. Verweerder heeft het verzoek van eiseres beoordeeld aan de hand van voornoemd beleid en is tot de conclusie gekomen dat niet is voldaan aan de gestelde criteria. Zo is er niet overduidelijk sprake van een doorstart en bevindt het PSI-project zich niet in een zeer vergevorderd stadium (het PSI-project is reeds in de eerste fase gestrand). Voorts stelt verweerder dat het verzoek van eiseres niet aan alle overige criteria van het PSI voldoet. Zo acht verweerder het voortzetten van het project niet meer opportuun vanwege de fors opgelopen vertraging. De einddatum van het project was 31 december 2011 en die datum was al bijna verstreken toen eiseres haar verzoek deed. Verder staat Namibië sinds 1 januari 2011 niet meer op de landenlijst, hetgeen betekent dat Namibië geen object meer is van het PSI-beleid. In het verweerschrift heeft verweerder zich nog op het standpunt gesteld dat het beroep van eiseres niet-ontvankelijk moet worden verklaard, omdat zij niet meer de subsidieaanvrager en beoogde subsidieontvanger is.

3. Eiseres kan zich met het bestreden besluit niet verenigen. Op hetgeen zij in dit verband aanvoert, zal de rechtbank hierna – voor zover nodig – ingaan.

4. De rechtbank kan verweerder niet volgen in zijn standpunt dat het beroep van eiseres niet-ontvankelijk moet worden verklaard. Niet in geschil is dat eiseres het verzoek van 14 november 2011 heeft gedaan. Het primair besluit van 6 april 2012 is ook gericht aan eiseres en eiseres heeft hiertegen bezwaar gemaakt. Ook het bestreden besluit is gericht aan eiseres en het is eiseres, die beroep heeft ingesteld. Uit voorgaande feiten leidt de rechtbank af dat verweerder eiseres tot in de beroepsfase heeft aangemerkt als partij bij dit geding. De stelling dat de subsidieaanvrager na het bestreden besluit is gewijzigd in [onderneming eiseres], omdat eiseres tijdens de beroepsfase is gewijzigd van een zusteronderneming van [onderneming eiseres] naar een dochteronderneming van [onderneming eiseres], kan de rechtbank niet volgen, omdat door voornoemde wijziging eiseres niet is opgehouden te bestaan. Zij staat nu slechts in een andere verhouding tot [onderneming eiseres].

5. De rechtbank stelt voorop dat eiseres zich niet heeft gekeerd tegen het door verweerder gehanteerde (zeer terughoudende) beleid met betrekking tot verzoeken om de subsidieontvanger PSI te wijzigen.

6. Naar het oordeel van de rechtbank heeft verweerder zich terecht op het standpunt gesteld dat het PSI-project zich niet in een vergevorderd stadium bevond. Onweersproken heeft verweerder in dit verband gesteld dat het faillissement van [onderneming] is ingetreden toen slechts de eerste fase van het PSI-project was afgerond. Deze fase betrof de voorbereidende werkzaamheden, waarbij het organisatorische kader van het PSI-project is opgezet. In dit verband zijn onder meer overeenkomsten gesloten met plaatselijke partners. Onbetwist is ook dat er nog niet was begonnen met de uitvoeringsfase. Dit wordt ook ondersteund door de omstandigheid dat het PSI-project al die tijd opgeschort is geweest (zie brief verweerder d.d. 28 februari 2011).

7. De rechtbank stelt vast dat op het moment dat eiseres haar verzoek om wijziging van subsidieontvanger heeft gedaan, meer dan een jaar tijd is verstreken nadat het faillissement van [onderneming] is uitgesproken. Er kan dan ook niet gezegd worden dat het verzoek voortvarend is gedaan. Daar komt bij dat onweersproken door verweerder is gesteld dat het PSI een tenderregeling is dat ziet op zogenaamde pilot-projecten, die kort van duur zijn. In dat verband heeft verweerder bij toekenning van de subsidie ook een einddatum gesteld van 31 december 2011. Het verzoek is eerst ongeveer een maand voor het verstrijken van deze termijn door eiseres ingediend. Gelet hierop kan verweerder worden gevolgd in zijn stelling dat in feite sprake was van een nieuwe aanvraag. Feit is dat deze aanvraag is gedaan na 1 januari 2011 en dat Namibië vanaf die datum niet meer is opgenomen op de landenlijst van het PSI. Verweerder heeft zich dan ook terecht op het standpunt gesteld dat Namibië vanaf die datum geen object van het beleid meer is en dat het verzoek van eiseres reeds om die reden niet voldoet aan de criteria van het PSI.

8. Nu het verzoek van eiseres niet voldoet aan het tweede criterium van het hiervoor genoemde bestendige stringente beleid van verweerder en ook niet voldoet aan alle criteria van het PSI, zal de rechtbank de discussie tussen partijen over de vraag of sprake is van een doorstart (het eerste criterium) buiten beschouwing laten.

9. De rechtbank komt tot de conclusie dat verweerder in redelijkheid heeft kunnen besluiten om het verzoek van eiseres tot wijziging van de subsidieontvanger af te wijzen. Het beroep van eiseres op het vertrouwensbeginsel op de grond dat L. Becker Hoff haar een toezegging heeft gedaan, waaraan zij het gerechtvaardigde vertrouwen heeft ontleend dat haar verzoek zou worden toegewezen, leidt niet tot een ander oordeel. Niet gebleken is dat Becker Hoff bevoegd was om over het verzoek van eiseres toezeggingen te doen. Dit blijkt ook uit zijn email van 9 februari 2012. Hierin heeft hij uitdrukkelijk aangegeven dat de – door hem kennelijk in concept opgestelde – beschikking op het verzoek “nog langs zijn manager moet en dat deze ook akkoord moet zijn”. Ook overigens is niet gebleken van gedane toezeggingen over een positief besluit van verweerder op het verzoek, waar eiseres gerechtvaardigde verwachtingen aan kon en mocht ontlenen.

10. Op grond van het bovenstaande is de rechtbank van oordeel, dat de stellingen van eiseres tegen het bestreden besluit geen doel treffen. Het beroep dient dan ook ongegrond te worden verklaard.

11. De rechtbank acht geen termen aanwezig over te gaan tot een proceskostenveroordeling als bedoeld in artikel 8:75 van de Awb .

12. Het hiervoor overwogene leidt de rechtbank tot de volgende beslissing.

4. Beslissing

De rechtbank

verklaart het beroep ongegrond.

Deze uitspraak is gedaan door mr. J.M.C. Schuurman-Kleijberg, voorzitter, en mr. F.J. de Vries en mr. T.A. Willems-Dijkstra, rechters, in tegenwoordigheid van mr. B. de Vries, griffier.

De griffier, De voorzitter,

Uitgesproken in het openbaar op 5 maart 2013.

Tegen deze uitspraak staat voor belanghebbenden, behoudens het bepaalde in artikel 6:24 juncto 6:13 van de Awb , binnen 6 weken na de dag van verzending hiervan, hoger beroep open bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, Postbus 20019, 2500 EA 's-Gravenhage.

Verzonden op: 5 maart 2013.


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Gerelateerde advocaten

Gerelateerde advocatenkantoren

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature