E-mail deze uitspraak

Uitspraak waar naar gelinkt wordt vanuit de e-mail die gestuurd zal worden:

ECLI:NL:RBOBR:2017:1879
Rechtbank Oost-Brabant, 16_2839

Inhoudsindicatie:

Aanvraag omgevingsvergunning eerste fase voor de activiteit milieu is terecht buiten behandeling gesteld op grond van artikel 7:28, tweede lid, van de Wet milieubeheer .

GS Noord-Brabant hebben een aanvraag om een omgevingsvergunning eerste fase voor de activiteit milieu buiten behandeling gesteld omdat bij de aanvraag geen mer-beoordelingsbesluit was gevoegd. Hiertegen heeft de aanvrager (eiseres) rechtstreeks beroep ingesteld. Eiseres exploiteert een mestverwerkingsbedrijf in Helmond. De aanvraag ziet op het verhogen van de productietijd waardoor het mogelijk is om de productiecapaciteit van mestkorrels te verhogen tot 84.000 ton per jaar, met een dagcapaciteit van meer dan 50 ton. Volgens eiseres valt mestbewerking niet onder de mer-beoordelingsplicht. Volgens verweerder vallen de aangevraagde activiteiten onder categorie D18.1 van de bijlage bij het Besluit mer omdat mest een afvalstof is. Bij (tussen)uitspraak van 16 november 2016 (ECLI:NL:RVS:2016:3057) in een andere zaak heeft de Afdeling geoordeeld dat de mest die in de mestverwerkingsinstallatie zal worden bewerkt en verwerkt is aan te merken als afvalstof en dat hierop categorie D18.1 van het Besluit mer van toepassing is. De rechtbank is van oordeel dat verweerder zich terecht op het standpunt gesteld dat ook hier sprake is van een afvalstof. De mest die aan eiseres wordt geleverd, kan door de pluimveehouders niet worden uitgereden op eigen landbouwgronden en evenmin voor dat doel onder economisch gunstige omstandigheden aan anderen worden geleverd. Gelet hierop moeten de leveranciers van de mest zich hiervan ontdoen. De mest kan niet direct in het productieproces van eiseres worden gebruikt maar moet eerst worden bewerkt. De door eiseres te bewerken mest valt voorts niet onder het begrip “dierlijk bijproduct” waardoor de Verordening Dierlijke bijproducten niet van toepassing is. Verweerder heeft de aanvraag omgevingsvergunning terecht op grond van artikel 7.28, tweede lid van de Wet milieubeheer buiten behandeling gelaten omdat er geen mer-beoordelingsbesluit was bijgevoegd.

Van


Aan


Opmerkingen (optioneel)


E-mail

Terug

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie