Verdachte en zijn mededader hebben het slachtoffer tegen het hoofd geschopt en geslagen, ook toen het slachtoffer weerloos op de grond lag. De rechtbank merkt dit aan als poging tot doodslag. Verdachte wordt hiervoor veroordeeld tot een gevangenisstraf van negen maanden waarvan drie maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar. De vordering van de benadeelde partij wordt geheel toegewezen tot een bedrag van € 25.632,04. Daarvan bestaat € 7.500,-- uit immateriële schadevergoeding.