Het betreft een ontruimingsgeschil inzake een woningbouwvereniging en een dochter die bij haar moeder inwoonde sinds maart 2015. De woningbouwvereniging heeft een ontruiming gevorderd omdat de moeder is komen te overlijden en de dochter dus zonder rechte of titel in de woning verbleef. Verzoeken van dochter die gericht waren aan de woningbouwvereniging om in de woning te mogen blijven waren afgewezen. Uiteindelijk zijn partijen een beeïndigingsovereenkomst overeengekomen waarin zij hebben ingestemd dat de dochter de tijd krijgt tot 1 augustus 2016 om een andere woning te zoeken. Dit is niet gelukt. Ontruiming wordt toegewezen, met dien verstande dat de dochter de tijd krijgt tot 1 november 2016 om een andere woning te zoeken, gelet op haar specifieke omstandigheden.