E-mail deze uitspraak

Uitspraak waar naar gelinkt wordt vanuit de e-mail die gestuurd zal worden:

ECLI:NL:RBOBR:2014:8103
Rechtbank Oost-Brabant, C/01/243103 / HA ZA 12-153

Inhoudsindicatie:

Contradictoir. Letselschade. Valpartij met uitschuifladder. De producent van de uitschuifladder mocht tegenbewijs leveren tegen de aanname dat de ladder gebrekkig was, welke aanname was gebaseerd op de vaststelling dat het slachtoffer normaal gebruik heeft gemaakt van de ladder en dat deze desondanks is gebogen en schade heeft veroorzaakt. De producent voert dan aan dat het buigen van de ladder niet de oorzaak is geweest van de val, maar het gevolg. De rechtbank acht dit scenario onvoldoende onderbouwd. De rechtbank ziet niettemin ruimte voor gerede twijfel over de vermoede gebrekkigheid van de ladder, gelet op wat de onderzoekers hebben gerapporteerd over onder meer de (materiaal)sterkte van de ladder. De producent is er dus niet in geslaagd aannemelijk te maken dat de ladder niet normaal is gebruikt, maar heeft wel twijfel opgeroepen over de juistheid van het (in de vastgestelde toedracht van de valpartij besloten liggende) vermoeden van gebrekkigheid van de ladder. De rechtbank stelt vast dat hier sprake is van een ‘non liquet’ situatie. Als sprake is van voldoende tegenbewijs rust het bewijsrisico (weer) bij het slachtoffer. Die kan dit bewijs echter niet leveren omdat de ladder waarmee het ongeval is gebeurd door toedoen van de producent niet meer beschikbaar is. Dit dient voor rekening en risico van de producent te komen. Aansprakelijkheid aangenomen van de producent voor de schade als gevolg van de valpartij.

Van


Aan


Opmerkingen (optioneel)


E-mail

Terug

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie