E-mail deze uitspraak

Uitspraak waar naar gelinkt wordt vanuit de e-mail die gestuurd zal worden:

ECLI:NL:RBOBR:2014:7162
Rechtbank Oost-Brabant, 14 _ 398

Inhoudsindicatie:

Bouwleges voor het verbouwen van een woning en het realiseren van een kelder onder de bestaande aanbouw.

Verweerder merkt de kelder terecht aan als nieuwbouw en niet als interne verbouwing. Verweerder verhoogt verder ten onrechte de leges vanwege het achteraf legaliseren van de aanvraag. Weliswaar is verweerder bevoegd om leges te heffen, indien de aanvraag wordt ingediend na de aanvang of het gereedkomen van de bouwactiviteit en de aanvraag aldus dient ter legalisatie van het zonder die vergunning gerealiseerde bouwwerk, maar het relevante artikel in de Tarieventabel ziet niet op de situatie van belanghebbende. De rechtbank is van oordeel dat voldoende is komen vast te staan dat in dit specifieke geval geen sprake was van een situatie waarin eiseres willens en wetens en zonder voorafgaand overleg met de gemeente is begonnen met het realiseren van het bouwwerk. Eiseres heeft namelijk vóór de start van de bouwwerkzaamheden overleg gevoerd met verweerders gemeente over de vraag of een omgevingsvergunning noodzakelijk was en is ervan uitgegaan dat de via verweerders gemeente en de via het omgevingsloket verkregen informatie juist was. Dat achteraf is gebleken dat deze informatie niet juist was en eiseres niet zonder een omgevingsvergunning mocht gaan bouwen kan niet door middel van een extra legesheffing voor rekening van eiseres worden gebracht. De situatie van eiseres is niet te vergelijken met de situatie waarin een aanvrager zonder overleg met de gemeente gaat bouwen, dus zonder zich ervan te vergewissen of de bouwactiviteiten vergunningplichtig zijn. De rechtbank brengt het hiervoor in beroep aangegeven bedrag voor de legessanctie in mindering op het totaalbedrag aan leges. Beroep gegrond.

Van


Aan


Opmerkingen (optioneel)


E-mail

Terug

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie