Uitspraak
Afdeling Privaatrecht
Locatie: Groningen
Afwijzing voorlopige machtiging
Zaak-/rekestnr.: C/18/169714 / FA RK 16-2359
Beschikking van 5 september 2016,
van de rechtbank Noord-Nederland naar aanleiding van het verzoek van de officier van justitie tot het verlenen van een voorlopige machtiging om:
[naam 1] ,
geboren op [geboortedatum] ,
wonende te [plaats] ,
thans verblijvende in verpleeghuis [adres]
hierna te noemen: betrokkene,
verder te doen verblijven in een psychiatrisch ziekenhuis / verpleeginrichting.
Procesverloop
Op 29 augustus 2016 heeft de officier van justitie het verzoek ingediend. Bij het verzoek is overgelegd een geneeskundige verklaring.
De rechtbank heeft op 5 september 2016 de volgende personen gehoord:
- betrokkene, bijgestaan door mr. J. Doornbos;
- dhr. [naam 2] verpleegkundig specialist.
Telefonisch is gehoord de heer [naam 3] , arts, verbonden aan het verpleeghuis.
Beoordeling
Ter zitting is gebleken dat de opsteller van de geneeskundige verklaring, de heer [naam 3] , niet bevoegd is tot het opstellen daarvan. Hij is naar eigen zeggen niet meer geregistreerd als specialist ouderengeneeskunde en valt derhalve niet onder het begrip psychiater van artikel 1, lid 1 sub j, zoals dit dient te worden gelezen sedert 15 februari 2014, de datum van inwerkingtreding van lid 6 van artikel 1 van de wet.
De bij het verzoekschrift behorende bijlage voldoet daarmee niet aan de daaraan te stellen eisen. Nu het hierbij gaat om een van de essentialia van de geneeskundige verklaring is er sprake van een dermate ernstige vormfout dat die moet leiden tot het niet ontvankelijk verklaren van het Openbaar Ministerie.
Beslissing
De rechtbank:
verklaart de officier van justitie niet ontvankelijk in zijn verzoek.
Deze beschikking is gegeven te Groningen door mr. R.B.M. Keurentjes, rechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting op 5 september 2016 in tegenwoordigheid van de griffier.
(fn: RH)
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.