Twee takken van gerenommeerde scheepsbouwfamilie strijden over gebruik van familienaam als handelsnaam door de Overijsselse tak, die haar scheepsbouwmogelijkheden - in het bijzonder op het terrein van de bouw van zeeschepen - heeft uitgebreid door aankoop van drie werven. De voorzieningenrechter acht het gebruik van de familienaam in combinatie met de voornaam van de eigenaresse van de Overijsselse tak toelaatbaar, omdat daarvan geen gevaar voor verwarring is te duchten. Ten aanzien van het gebruik van de familienaam zonder voornaam wordt het gevraagde verbod toegewezen.