E-mail deze uitspraak

Uitspraak waar naar gelinkt wordt vanuit de e-mail die gestuurd zal worden:

ECLI:NL:RBNNE:2015:3002
Rechtbank Noord-Nederland, 4025040 \ VV EXPL 15-37

Inhoudsindicatie:

Art. 7:610b BW; art. 7:611 BW; min-max-contract 16 tot 32 uur; doorbetaling loon bij ziekte; voorlopige voorziening

Werkneemster heeft een min-max-contract van 16 tot 32 uur. Zij werkt echter structureel meer. Over 2013 en 2014 gemiddeld 29 uur per week op basis van een vooraf vastgesteld tweewekelijks rooster. Werkneemster is per 5 januari 2015 ziek en krijgt sindsdien op basis van 16 uur per week loon doorbetaald. Zij vordert in kort geding aanpassing van haar arbeidsovereenkomst op basis van art. 610b BW tot 29 uur per week en uitbetaling op basis daarvan. De vordering tot aanpassing wordt afgewezen nu een dergelijke voorziening een declaratoir karakter zou hebben. Op grond van de omstandigheden van het geval heeft werkneemster naar het voorlopig oordeel van de kantonrechter recht op doorbetaling bij ziekte op basis van 29 uur per week, omdat zij dat – gelet op de referteperiode - zou hebben gewerkt als zij niet ziek was geworden. Vanaf het moment dat zij arbeidsgeschikt is, wijst de kantonrechter toe uitbetaling op basis van 24 uur per week omdat een verhoging tot 29 uur per week te veel afbreuk zou doen aan het flexibele karakter van het min-max-contract. De kantonrechter sluit zich aan bij de uitspraak van het Gerechtshof Den Haag ( ECLI:NL:GHDHA:2013:3943).

Van


Aan


Opmerkingen (optioneel)


E-mail

Terug

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie