U dient ingelogd te zijn om favorieten te kunnen toevoegen aan Mijn Jure
U kunt zich hier gratis registreren
Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:

Inhoudsindicatie:

op grond van rapport schriftdeskundige en proceshouding partij, valse handtekening

Uitspraak



RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling privaatrecht

Locatie Groningen

Zaak\rolnummer: 2440705 \ CV EXPL 13-13481

Vonnis van de kantonrechter van 4 september 2014

inzake

[eiser],

wonende te [plaats],

eiser, hierna [eiser] te noemen,

gemachtigde: mr. G.Th. Nijhof, werkzaam bij SRK Rechtsbijstand te Zoetermeer (Postbus 3020, 2700 LA),

tegen

[gedaagde],

wonende te [adres],

gedaagde, hierna [gedaagde] te noemen,

gemachtigde: Inter-Europe-Nederland te Ter Apel (Postbus 98, 9560 AB).

PROCESGANG

1. Op de bij dagvaarding met producties vermelde gronden heeft [eiser] gevorderd om [gedaagde] te veroordelen tot betaling van € 18.368,00, met rente en kosten.

[gedaagde] heeft bij antwoord, onder overlegging een van productie, de vordering betwist.

Na het tussenvonnis van 13 februari 2014 is een comparitie van partijen na antwoord gehouden. Daarvan is proces-verbaal opgemaakt. Vervolgens heeft [gedaagde] een akte uitlating, [eiser] een akte uitlating bewijslevering en [gedaagde] opnieuw een akte genomen. Ten slotte is vonnis bepaald op de stukken, van welke de inhoud als hier ingelast geldt.

OVERWEGINGEN

De feiten

2. De kantonrechter gaat uit van de navolgende feiten.

2.1.

In augustus 2009 heeft [gedaagde] voor [eiser] een Audi A3 verkocht en daarvoor € 3.000,00 ontvangen. Partijen hebben afgesproken dat [gedaagde] hiervan € 2.900,00 diende af te dragen aan [eiser].

2.2.

In augustus 2010 hebben partijen een overeenkomst gesloten met betrekking tot een Audi A4.

2.3.

Op 5 augustus 2011 heeft [eiser] [gedaagde] gesommeerd om binnen veertien dagen € 2.900,00 aan hem te betalen.

2.4.

Eveneens op 5 augustus 2011 heeft [eiser] [gedaagde] geschreven met het verzoek die maand € 14.500,00 aan hem te betalen uit hoofde van een koopovereenkomst betreffende de Audi A4. In een door [eiser] overgelegd koopcontract staat (voorzover van belang):

De overeengekomen koopprijs voor het voertuig bedraagt: 14.500 euro. Veertienduizendvijfhonderd euro. (…) De koopprijs dient volledig voldaan te zijn uiterlijk op 31 augustus 2011.

Het koopcontract is op 8 augustus2010 ondertekend door zowel de verkoper ([eiser]) als de koper.

2.5.

Op sommaties van de gemachtigde van [eiser] heeft [gedaagde] niet gereageerd waarop tot het aanhangig maken van de onderhavige procedure is overgegaan.

De standpunten van partijen

3. [eiser] heeft zich gebaseerd op de vaststaande feiten. Hij heeft aangevoerd dat [gedaagde] aan hem niet de opbrengst van de Audi A3, € 3.000,00 minus € 100,00 maakt € 2.900,00 contant heeft voldaan.

[eiser] heeft op 8 augustus 2010 de Audi A4 verkocht aan [gedaagde] voor € 14.500,00. Dit bedrag moest uiterlijk 31 augustus 2011 door [gedaagde] zijn voldaan. [gedaagde] heeft de handtekening gezet onder het koopcontract.

4. Het verweer van [gedaagde] is dat beide vorderingen zijn verjaard omdat sprake is van consumentenkoop.

[gedaagde] heeft terzake de overeenkomst betreffende de Audi A3 een bedrag van € 2.900,00 contant voldaan aan [eiser].

[gedaagde] heeft de Audi A4 niet van [eiser] gekocht. Deze auto is wel door [eiser] aan [gedaagde] afgegeven, maar in het kader van een reparatieovereenkomst. De auto is uitgebrand terwijl deze bij de woning van [gedaagde] in [adres] stond. De handtekening onder het door [eiser] overgelegd koopcontract is beslist niet die van [gedaagde].

De beoordeling van het geschil

5. In het proces-verbaal van de comparitie van partijen van 22 april 2014 heeft de kantonrechter zijn beslissingen opgenomen, partijen ieder een bewijsopdracht te geven. [gedaagde] is opgedragen te bewijzen dat hij € 2.900,00 aan [eiser] heeft betaald. [eiser] is opgedragen te bewijzen dat hij een koopovereenkomst heeft gesloten met [gedaagde] voor de Audi A4.

6. Bij akte heeft [gedaagde] afgezien van bewijslevering. Dit betekent dat niet komt vast te staan dat hij € 2.900,00 aan [eiser] heeft betaald. De vordering van [eiser] op dit onderdeel zal worden toegewezen.

7. Bij akte heeft [eiser] bezwaar gemaakt tegen de hem gegeven bewijsopdracht omdat [gedaagde] de handtekening onder de onderhandse akte, het koopcontract, niet stellig zou hebben ontkend, waardoor die akte dwingende bewijskracht toekomt. De kantonrechter verwerpt dat bezwaar. In de conclusie van antwoord staat: Dit is echter beslist niet de handtekening van gedaagde. Tijdens de zitting heeft [gedaagde] aangevoerd dat de betreffende handtekening niet van hem is. De kantonrechter is van oordeel dat wanneer [eiser] de koopovereenkomst niet op een andere wijze, met uitsluiting van het koopcontract, kan bewijzen, hij de echtheid van de handtekening zal moeten aantonen.

8. Uit het vervolg van voormelde akte van [eiser] maakt de kantonrechter op dat deze zich voor alles wil beroepen op het koopcontract. Hij moet daarom aantonen dat de handtekening bij Verkoper is geplaatst door [gedaagde]. De kantonrechter zal een schriftdeskundige vragen een en ander te onderzoeken en daarover te rapporteren. Het voorschot in de kosten van de schriftdeskundige moet worden betaald door [eiser].

9. Alle verdere beslissingen worden aangehouden tot na ontvangst van het deskundigen bericht.

BESLISSING

De kantonrechter:

gelast een deskundigenonderzoek voor de beantwoording van de vraag of de handtekening onder het koopcontract (prod. 2 bij de dagvaarding) is die van [gedaagde], of is geplaatst door [gedaagde];

benoemt als deskundige:

mevrouw[deskundige], forensisch schriftexpert

correspondentieadres: [adres]

tel: [nummer]

het voorschot

1. stelt de hoogte van het voorschot op de kosten van de deskundige vast op het door de deskundige begrote bedrag van € 1.500,00;

2. bepaalt dat voorschot ter zake de kosten van de deskundige door [eiser] betaald zal worden;

3. bepaalt dat [eiser] er zorg voor dient te dragen dat het voorschot binnen vier weken nadat [eiser] een daartoe strekkend verzoek van de griffie heeft ontvangen, is bijgeschreven op IBAN bankrekeningnummer NL94RBOS0569990610 ten name van ARR NRD-NL (GRO) onder vermelding van "voorschot deskundigenrapport, zaak/-rolnummer 2440705 CV EXPL 13-13481";

4. draagt de griffier op om de deskundige onmiddellijk in kennis te stellen van de betaling van het voorschot;

het onderzoek

5. bepaalt dat [eiser] het volledige procesdossier binnen vier weken na heden aan de deskundige doet toekomen;

6. bepaalt dat de deskundige het onderzoek zelfstandig zal instellen op de door de deskundige in overleg met partijen te bepalen tijd en plaats;

het schriftelijk rapport

7. draagt de deskundige op om uiterlijk 3 maanden na het schriftelijk bericht van de griffier omtrent de betaling van het voorschot een schriftelijk en ondertekend bericht in drievoud ter griffie van de rechtbank in te leveren, onder bijvoeging van een gespecificeerde declaratie;

8. wijst de deskundige er op dat:

 de deskundige de gedragscode voor gerechtelijke deskundigen in civielrechtelijke en bestuursrechtelijke zaken èn de leidraad deskundigen in civiele zaken (beide te vinden op rechtspraak.nl/Procedures/Landelijke-regelingen/Sector-civiel-recht) in acht dient te nemen,

 de deskundige na aanvaarding van de benoeming verplicht is de opdracht onpartijdig en naar beste kunnen te volbrengen,

 de deskundige het onderzoek pas na het bericht van de griffier omtrent betaling van het voorschot dient aan te vangen,

 de deskundige het onderzoek onmiddellijk dient te staken en contact dient op te nemen met de griffier, indien tijdens de uitvoering van de werkzaamheden het voorschot niet toereikend blijkt te zijn,

 uit het schriftelijk bericht moet blijken op welke stukken het oordeel van de deskundige is gebaseerd,

 de deskundige bij het onderzoek partijen in de gelegenheid moet stellen opmerkingen te maken en verzoeken te doen, dat uit het schriftelijk bericht moet blijken dat aan dit voorschrift is voldaan en dat ook van de inhoud van de opmerkingen en verzoeken in het schriftelijk bericht melding moet worden gemaakt,

 de deskundige een concept van het rapport aan partijen moet toezenden, opdat partijen de gelegenheid krijgen binnen vier weken daarover opmerkingen te maken, en dat de deskundige in het definitieve rapport de door partijen gemaakte opmerkingen en de reactie van de deskundige daarop moet vermelden

 het rapport met redenen moet zijn omkleed en duidelijke conclusies moet bevatten;

9. bepaalt dat partijen binnen vier weken dienen te reageren op het conceptrapport van de deskundigen nadat dit aan partijen is toegezonden;

10. bepaalt na ontvangst van de deskundigenrapportage (de procedure naar de rol zal worden verwezen voor uitlating ex artikel 2.11 rolreglement ) of (eerst [gedaagde] in de gelegenheid wordt gesteld een akte na deskundigenbericht te nemen);

11. houdt iedere verdere beslissing aan.

Dit vonnis is gewezen door mr. R.Tj. Terpstra, kantonrechter, en op 4 september 2014 uitgesproken ter openbare terechtzitting in aanwezigheid van de griffier.

typ: RTjT

coll:


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature