U dient ingelogd te zijn om favorieten te kunnen toevoegen aan Mijn Jure
U kunt zich hier gratis registreren
Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Vindplaats:

Inhoudsindicatie:

Verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst afgewezen vanwege de relatie tussen het arbeidsconflict en de ziekte van de werknemer.

Uitspraak



RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling Privaatrecht

Locatie Assen

zaak-/rolnummer: 365661 \ EJ VERZ 13-5019

beschikking van de kantonrechter van 26 april 2013

in de zaak van

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid [werkgeefster],

die gevestigd is in [woonplaats],

verzoekster,

gemachtigde: mr. J.H. Hemmes,

tegen

[werknemer],

die woont in [woonplaats],

verweerder,

gemachtigde: mr. E. van Dijk.

Partijen worden hierna [werkgeefster] en [werknemer] genoemd.

1. Het procesverloop

1.1. In haar op 15 februari 2013 ter griffie van de sector kanton ingekomen verzoekschrift verzoekt [werkgeefster] de kantonrechter haar met [werknemer] gesloten arbeidsovereenkomst te ontbinden.

1.2. In zijn op 21 maart 2013 ter griffie van de sector kanton ingekomen verweerschrift concludeert [werknemer] tot afwijzing van dat verzoek.

1.3. De zaak is behandeld ter terechtzitting van 17 april 2013.

1.4. Ten slotte heeft de kantonrechter bepaald dat deze beschikking vandaag wordt gegeven.

2. De feiten

2.1. De kantonrechter kan bij de beoordeling van het verzoek uitgaan van de navolgende feiten.

2.2. [werkgeefster] produceert en handelt in koffie- en theezetsystemen.

2.3. Sinds 16 september 1985 is [werknemer] op grond van een arbeidsovereenkomst in dienst van [werkgeefster], (laatstelijk) in de functie van planner. [werknemer] is verantwoordelijk voor de planning van het productieproces van koffie- en theezetsystemen.

2.4. Die planning realiseert [werknemer] met een bepaald automatiseringssysteem en met bepaalde zelfgemaakte softwareprogramma's, tot in 2009 de directie van [werkgeefster] besluit tot implementatie van een nieuw en allesomvattend kantoorautomatiseringsysteem en de directie van [werkgeefster] [werknemer] verplicht om van dat systeem bij de planning exclusief gebruik te maken.

2.5. [werknemer] ervaart dat het nieuwe kantoorautomatiseringssysteem niet toereikend is voor de planning en dat het bepaalde functies mist die hij bij de planning wel nodig heeft en waarin hij wel kon voorzien met de "oude" software, aangevuld met de door hemzelf gemaakte programma's.

2.6. [werknemer] heeft vanaf de aangekondigde invoering tot aan het moment waarop hij ziek werd, gewezen op de tekortkomingen en in zijn ogen ongewenste gevolgen van de invoering van het nieuwe kantoorautomatiseringssysteem.

2.7. [werkgeefster] ervaart de houding van [werknemer] met betrekking tot het gebruik van het nieuwe systeem als negatief en wijst [werknemer] er vanaf medio 2009 op dat hij zijn houding dient te veranderen.

2.8. In de periode van september 2009 tot september 2010 wordt [werknemer] herhaaldelijk schriftelijk gewaarschuwd dat zijn negatieve houding niet langer acceptabel is en dat [werkgeefster] zich bij het uitblijven van een verandering op "verdere stappen" zal beraden. Ook wordt [werknemer] om die reden in december 2009 voor de duur van twee maanden geschorst.

2.9. De schorsing leidt er niet toe dat [werknemer] op een wijze die beantwoordt aan wat [werkgeefster] voor ogen staat, met het nieuwe automatiseringssysteem gaat werken. Zo schrijft [werknemer] in januari 2013 een e-mailbericht aan de aandeelhouders van [werkgeefster] met daarin zijn (negatieve) visie over het nieuwe automatiseringssysteem en de mogelijke negatieve gevolgen daarvan voor [werkgeefster].

2.10. Naar aanleiding van dit e-mailbericht vindt op 14 januari 2013 een gesprek plaats tussen [werknemer], zijn direct leidinggevende en een aandeelhouder. In dit gesprek worden [werknemer] drie mogelijkheden voorgelegd:

- [werknemer] blijft in zijn huidige functie en past zijn wijze van functioneren per direct aan;

- [werknemer] aanvaardt een andere functie met een bijbehorend salaris;

- [werkgeefster] vraagt ontslag aan of [werknemer] treedt op eigen verzoek uit dienst.

2.11. [werknemer] geeft aanvankelijk aan dat hij geen andere mogelijkheid ziet dan ontslag, maar meldt zich kort daarop, op 22 januari 2013, ziek.

2.12. Op 24 januari 2013 rapporteert de bedrijfsarts dat [werknemer] is uitgevallen met beperkingen op persoonlijk en sociaal functioneren, waarvan de oorzaak deels in het werk ligt en deels privé gebonden is. Op 4 februari 2013 rapporteert de bedrijfsarts, voor zover van belang:

Het is wel tijd om samen met het werk (of via de juristen als daarvoor gekozen wordt) een oplossing te zoeken en verdere afspraken te maken.

2.13. Op 22 maart 2013 geeft het UWV een deskundigenoordeel. Dat oordeel luidt, voor zover van belang:

U vindt dat u medische gezien nog niet in staat bent om afspraken te maken/oplossingen te zoeken met uw werkgever c.q. deskundigen. De arbodienst acht het wel tijd om dit te doen omdat zij verwachten dat dit een positief effect op uw klachten zal hebben. Ons oordeel is dat u nog niet in staat wordt geacht hierover afspraken te maken c.q. oplossingen te zoeken gezien uw psychische gesteldheid. In de rapportage van onze arts d.d. 21 maart 2013 leest u meer over onze motivering en over de mogelijkheden en beperkingen.

3. Het verzoek en het verweer

3.1. [werkgeefster] verzoekt de kantonrechter de arbeidsovereenkomst te ontbinden op de grond dat de omstandigheden zich hebben gewijzigd. Daartoe voert [werkgeefster] aan, samengevat weergeven, dat zij ruim drieënhalf jaar heeft getracht [werknemer] ertoe te bewegen te aanvaarden dat binnen [werkgeefster] is gekozen voor een bepaalde wijze van werken met een daarbij behorend automatiseringssysteem en dat [werknemer] volhardt in een negatieve houding en instelling ten aanzien van dat automatiseringssysteem. [werkgeefster] stelt dat [werknemer] daardoor in strijd handelt met wat van een goed werknemer mag worden verwacht en dit een ontbinding van de arbeidsovereenkomst op korte termijn rechtvaardigt.

3.2. [werknemer] voert verweer en concludeert tot afwijzing van het verzoek althans tot toekenning van een vergoeding. [werknemer] voert daartoe aan, samengevat weergegeven, dat hij op dit moment arbeidsongeschikt is en dat hij door zijn ziekte niet in staat is om te begrijpen en te overzien welke beslissing hij in de gegeven omstandigheden het beste kan maken. [werknemer] wijst in dit verband onder meer naar het deskundigenoordeel van het UWV en de psychiatrische en medicamenteuze behandeling die hij op dit moment ondergaat bij het GGZ Drenthe. [werknemer] betwist voor het overige dat sprake is van de door [werkgeefster] gestelde wijziging van omstandigheden, althans dat die wijziging de ontbinding van zijn arbeidsovereenkomst rechtvaardigt.

4. De beoordeling

4.1. Het gaat in deze zaak, samengevat weergegeven met het oog op een doelmatige bespreking, om het volgende. Tussen partijen is in geschil of door een bepaalde houding die [werknemer] aanneemt ten aanzien van de invoering van een automatiseringssysteem, sprake is van een wijziging van omstandigheden die ontbinding van de arbeidsovereenkomst van [werknemer] rechtvaardigt. Dat geschil en andere persoonlijke omstandigheden van [werknemer] leiden tot zijn ziekmelding. [werkgeefster] ervaart dat die ziekmelding er niet aan in de weg staat dat de arbeidsovereenkomst op dit moment wordt ontbonden en zij voelt zich daarin gesterkt door de opvatting van de bedrijfsarts. [werknemer] ziet dat anders. Hij voert aan dat hij door zijn ziekte niet in staat is de gevolgen van de afwikkeling van zijn arbeidsverhouding met [werkgeefster] te overzien. [werknemer] voelt zich daarin gesteund door het deskundigenoordeel van het UWV. Tegen deze achtergrond staat in de eerste plaats te beoordelen of de ziekte van [werknemer] op zichzelf genomen moet leiden tot afwijzing van het ontbindingsverzoek.

4.2. De kantonrechter leidt uit het rapport van de bedrijfsarts, het deskundigenoordeel van het UWV en uit wat partijen zelf stellen af dat [werknemer] op dit moment ziek is, in die zin dat er sprake is van een lichamelijke en psychische toestand die eraan in de weg staat dat [werknemer] werkt. Dit op zichzelf genomen staat aan een ontbinding van de arbeidsovereenkomst niet in de weg. Dat kan anders zijn als ervan moet worden uitgegaan dat het arbeidsconflict tot de ziekte van [werknemer] heeft geleid en die ziekte [werknemer] verhindert te werken of zijn werk te hervatten.

4.3. De kantonrechter ziet de ziekmelding van [werknemer] als een welhaast niet te vermijden gevolg van het zich in tijd voortslepende conflict tussen [werkgeefster] en [werknemer] over de wijze waarop [werknemer] met het nieuwe automatiseringsysteem zou moeten werken en de wijze waarop en de mate waarin hij zich daarover in woord en daad al dan niet negatief mag uitlaten.

4.4. In een periode van ruim drie jaar is [werknemer] - al dan niet terecht - verweten dat hij zich onnodig negatief opstelt ten opzichte van het besluit van de directie van [werkgeefster] tot invoering van het nieuwe automatiseringssysteem en zijn alle in redelijkheid denkbare disciplinaire maatregelen getroffen (schriftelijke waarschuwing, dreiging met ontslag, schorsing) om het verzet van [werknemer] tegen het nieuwe systeem te breken. Daarbij valt op dat steeds wel de inhoudelijke kritiek die [werknemer] bij voortduring uitte op het nieuwe systeem door [werkgeefster] werd erkend, in die zin dat [werknemer] steeds gehoor vond in zijn door hem ook concreet gemaakte zorgen met betrekking tot de geschiktheid van het nieuwe systeem. Aldus is een situatie ontstaan waarin [werknemer] zich gesterkt voelde in zijn overtuiging dat het nieuwe systeem niet voldeed, maar hij toch bij voortduring werd "bestraft" voor het feit dat hij kritiek bleef uiten op dat nieuwe systeem.

4.5. De relatie tussen het arbeidsconflict en de ziekte van [werknemer] is daarmee gelegd. Die relatie verzet zich ertegen dat thans de arbeidsovereenkomst wordt ontbonden, zodat het daartoe strekkende verzoek moet worden afgewezen. Bijkomende feiten of omstandigheden die tot een ander oordeel nopen, zijn gesteld noch gebleken.

4.6. De kantonrechter is van oordeel dat ieder van partijen op zijn of haar eigen wijze heeft bijgedragen aan het ontstaan van deze situatie. Hij ziet daarin aanleiding de kosten van de procedure tussen partijen te compenseren, in die zin dat ieder van partijen zijn of haar eigen kosten draagt.

De beslissing

De kantonrechter

wijst het verzoek af,

compenseert de kosten van de procedure tussen partijen aldus, dat iedere partij zijn of haar eigen kosten draagt.

Deze beslissing is gegeven door de kantonrechter mr. B.R. Tromp en in het openbaar uitgesproken op 26 april 2013.


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Gerelateerde advocaten

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature