Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Zittingsplaats:
Vindplaats:

Inhoudsindicatie:

Verbod tot het doen van beschuldigende en onjuiste berichtgeving over eiseres. Afweging van vrijheid van meningsuiting tegenover recht op goede naam

Uitspraak



vonnis

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Afdeling privaatrecht

Zittingsplaats Haarlem

zaaknummer / rolnummer: C/15/242023 / KG ZA 16-282

Vonnis in kort geding van 19 juli 2016

in de zaak van

de vennootschap naar het recht van de staat Texas, Verenigde Staten,

NACE INTERNATIONAL,

gevestigd te Houston, Texas, Verenigde Staten,

eiseres,

advocaten mr. G.C. Endedijk en mr. M.R.S. Bacon,

tegen

1 [gedaagde1],

wonende te [woonplaats],

2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

IRONHAVEN B.V.,

gevestigd te Hoofddorp,

gedaagden.

Partijen zullen hierna NACE en (gedaagden tezamen) [gedaagden] worden genoemd, gedaagden afzonderlijk [gedaagde1] en Ironhaven.

1 De procedure

1.1.

Het verloop van de procedure blijkt uit:

de dagvaarding met producties 1 tot en met 16

de brief van 22 juni van NACE met producties 17 tot en met 23

het verweerschrift van [gedaagden] (met opschrift 'Repliek') met 8 producties

de mondelinge behandeling

de pleitnota van NACE

de pro forma aanhouding tot 5 juli 2016

de brief van NACE van 4 juli 2016 met het verzoek vonnis te wijzen.

1.2.

Ter zitting waren aanwezig:

mrs. Endedijk en Bacon voornoemd

[gedaagde1] voor zichzelf en als statutair bestuurder van Ironhaven

[A.], echtgenote van [gedaagde1].

1.3.

Ten slotte is vonnis bepaald.

2 De feiten

2.1.

NACE is een mondiale non-profitorganisatie die zich de preventie en bestrijding van corrosie ten doel heeft gesteld. Om dit doel te bereiken biedt NACE onder meer trainingen en onderwijs aan en ontwikkelt zij (concept)normen die zij ter implementatie aan de markt aanbiedt. NACE heeft meer dan 36.0000 leden in circa 130 landen.

2.2.

[gedaagde1] is enig aandeelhouder en bestuurder van Ironhaven, welke vennootschap tot 1 juni 2016 Corrodium B.V. heette.

2.3.

[gedaagde1] is sinds mei 2003 lid van NACE en sinds 2006 bestuurslid van de NACE Sectie Benelux VZW.

2.4.

In 2011 vond in het openbaar binnenzwembad De Reeshof in Tilburg een ongeluk plaats waarbij een tweetal luidsprekers van het plafond op een moeder en haar dochtertje van vijf maanden oud is gevallen. Het dochtertje is aan haar verwondingen overleden. In binnenzwembaden in het buitenland hebben zich in het verleden meerdere vergelijkbare ongelukken met dodelijke afloop voorgedaan, hierna tezamen aangeduid als: de ongevallen.

2.5.

[gedaagde1] heeft binnen NACE gepleit voor de ontwikkeling van een norm op het gebied van bevestigingssystemen in binnenzwembaden. Dit heeft geresulteerd in de oprichting van 'Task Group 498' (hierna: TG 498). [gedaagde1] is benoemd tot voorzitter (Chair) van deze werkgroep. TG 498 bestond verder uit [B.] (Vice-Chair) en de leden [C.] (hierna: [C.]), [D.], [E.], [F.] en [G.].

2.6.

NACE heeft [gedaagde1] bij brief van 8 november 2015 met onmiddellijke ingang uit zijn functie als voorzitter van TG 498 ontheven.

2.7.

In de periode van 8 november 2015 tot 1 mei 2016 heeft [gedaagde1] veelvuldig email -berichten gestuurd aan verschillende leden van NACE (opgenomen onder productie E4), waaronder

a. email-bericht van [gedaagde1] aan [H.] van 29 november 2015 12:38:

"Recently I was impeached as Chair NACE TG 498 on base of complete false accusations. (…) This has been done so on behalf of the Germain Stainless Steel Industry. They swept 55 fatalities and hundreds of injured under the carpet and made a extremely misleading standard EN-13451-1 annex G to cover themselves up. This lead to an accident in NL on Nov 1st 2011 (never investigated, only gossip and libel). Anyway, for my own safety, I spread this letter to really everybody. NACE members, scientists, technicians, politicans and the media."

email-bericht van [gedaagde1] aan [I.], met kopie aan [J.], [B.], [F.], [G.] en [E.] van 3 december 2015 4:31:52 PM:

"Dear members TG 498,

I was removed but the reason is unknown because of confidentially? (…) This is also very harmful for me and for Corrodium BV. And for the criminal court going on with the baby because the judges see me as the only expert on this field, worldwide. (…) You are disturbing a criminal process by removing me as chair and making me suspicious with this 'confidentiality' and other secrecy nonsensen. Is NACE working for the European Stainless Steel Industry? (…)

A thing that is not confidential is that NEN-EN-13451-1 annex G has been explained as the occasion for the branch related accident in Tilburg in 2011. This very misleading EN Standard, written by the German stainless steel industry, was made after 2 very serious accidents in Russia (42 killed hundreds of injured). In this way they swept these accidents under the carpet (…) Is that why I am being 'removed' as chair?"

email-bericht van [gedaagde1] aan [K.], met kopie aan [L.] van 20 januari 2016 8:21 AM:

"I am sorry to say but if I am not back as a chair during NACE 2016 in Vancouver, I will publish an international article in february about the scandalous way [C.] and NACE International sabotaged TG 498. This has nothing to do with safety or a good standard. You are only doing this for the prestige of stainless steel and to get away with EN 13451-1 annex G that is seen by the lawyers as the cause of the dead baby. Further the judges see me as the only independent expert in the world, and this was done to harm me at the court.(…)

From now on, I want to get paid all costs and expenses that have been made. (…) I already asked Sam McFarland for a funding by Shell. Or is that a 'safety culture' at Shell as well? Sweeping a dead baby and 54 other fatalities under the carpet. Why is Sam McFarland as (former) NACE Europe Chair things he doesn't do at Shell. Is he allowing cracking stainless steels in pressure vessels. No."

email-bericht van [gedaagde1] aan [J.], met kopie aan onder meer [K.], [L.], [B.], [E.], [I.], [F.], [G.] en [H.] van 25 januari 2016 17:16:

"You can forget that you got rid of me with regard to TG 498. Please read my posts on my personnel linkedin page. Especially the last post 'SS Assassin' (SS means Stainless Steel). (…) And this spring we will have the criminal court case about the baby and her mother (who was left alone by everybody). Of course again we will mention all names, and the media will be there, for sure. (…) So I expect to be back as Chair NACE TG 498."

email-bericht van [gedaagde1] aan [J.], met kopie aan onder meer [I.], [B.], [K.], [L.] en B. Chalker van 4 februari 2016 7:08:41 AM:

"Did you already find a new Chair? Or did you just blow up a very good safety standard to allow the German stainless steel lobby to get away with 55 fatalities and fly on up to the next crashes caused by materials failures. Up to the next 55 fatalities, hundreds of injured, all blaimed on innocent people by this malicious German stainless steel lobby."

email-bericht van [gedaagde1] aan [J.], met kopie aan onder meer [K.], [I.], [E.] en Herman Middeljans van 18 februari 2016 4:03:33 PM:

"If I am not back in Vancouver during the NACE Conference as a Chair of NACE TG 498, I will go to the FBI. (…) If I don't do this, she will be swept under the carpet forever. (…) No investigation was done, nobody cars (also NACE International) (…)" In de email is een afdruk van de overlijdensadvertentie van het in november 2011 in Tilburg omgekomen meisje opgenomen.

email van [gedaagde1] aan [M.], met kopie aan/doorgestuurd naar meer dan 40 personen, waaronder [C.], [K.], [B.] en [E.].

"See my last linkedin post: "VSG of mayor Bolsius is a criminal organisation". Of course, this also counts for Euro Inox/the German stainless steel lobby. Your contact at NACE tries to sweep the 55th fatality (the baby from Tilburg) under the carpet with crimes. (…) So you better make sure that your contact at NACE sees that I am back as Chair NACE TG 498 in Vancouver."

email van [gedaagde1] aan [J.], met kopie aan onder meer [K.], [B.], [E.], [F.] en [G.] van 11 april 2016 3:26 AM:

"This unlawful removal of me has been brought in a criminal trial about a fatal accident on Nov. 1st 2011. NACE International is accused of manipulating this trial, of accussing innocent of culpable homicide. (…) So don't be suprised if you are ordered to the court."

2.8.

Bij brief van 19 februari 2016 heeft NACE [gedaagde1] gesommeerd te stoppen met de onrechtmatige, ongewenste en onjuiste berichtgeving over NACE.

2.9.

Op 23 februari 2016 heeft [gedaagde1] onder de titel "SS Assasin" en "How to sweep fatalities under the carpet" een bericht op LinkedIn geplaatst, waarin onder meer staat:

"You can witness that from 6-10 March in Vancouver during the NACE Conference. The Chair NACE Europe, professor [C.], has illegally removed from the agenda all relevant items about a materials related fatal accident in the Netherlands on Nov 1st 2011. (…) Once the conference is over, nobody will talk about it anymore, they will have been forgotten like 54 other stainless steel related fatalities he and his German friends have swept under the carpet."

2.10.

Bij email van 26 april 2016 heeft [gedaagde1] aan de advocaat van NACE, met kopie aan 15 andere voornamelijk bij NACE betrokken personen, onder meer het volgende bericht:

"As you know, I don't accept this removal of me as a Chair TH 498. (…) However, herewith I resign as Chair TG 498 retroactively by June 1st 2015. (…)

Of course, the NACE Staff thanks me and Corrodium BV for all the good work and for the EURO 100.000,- that we donated for the development of the standard."

2.11.

Bij email van 27 april 2016 heeft [gedaagde1] aan 12 personen onder meer het volgende bericht

"Subject: Onrechtmatige daden NACE TG 498 (…)

NACE heeft toegegeven dat die zogenaamde removal van mij volstrekt onrechtmatig is. (…) Daarom heb ik per 1 juni 2015 ontslag genomen als voorzitter. (…) NACE heeft mij ook nog bedankt voor de wetenschappelijke inspanningen van het hoogste niveau en de

EURO 100.000,- die Corrdium BV gedoneerd heeft voor de ontwikkeling van de norm."

2.12.

Op 5 mei 2016 heeft [gedaagde1] onder de titel "Eerste rechtszaak Reeshof ongeval: 19 mei te Haarlem" een bericht op LinkedIn geplaatst, waarin onder meer staat:

"Op 3 november 2015 stuurt een zekere [N.] van NEN een mail vol met onwaarheden en lasterlijke insinuaties naar NACE in Houston TX. Op 8 november ontvang ik zomaar ineens een mail 'message of Chair TCC' dat NACE TG 498 opgeblazen is. Zonder enige uitleg, laat staan met een rechtmatige reden. (…)

Als NACE International, NEN, [C.] en [N.] deze zaak winnen, dan zal zij en haar gewonde moeder voorgoed onder het tapijt worden geschoven bij 54 andere doden en honderden gewonden."

2.13.

Bij email van 29 mei 2016 heeft [gedaagde1] onder meer het volgende aan de advocaat van NACE bericht:

"8 november 2015 ben ik zonder opgaaf van reden afgezet als voorzitter. De reden zou geheim zijn. Dit is onrechtmatig (…)

Uw dagvaarding staat vol laster en leugens (…)

De vergadering in maart 2015 in Dallas is gesaboteerd door professor [C.]. 20 minuten voor het einde kwam hij binnen met termen als 'this is crap' en 'I vote against everything'. Maar hij heeft zichzelf benoemd, dus heeft geen stemrecht volgens het NACE handboek voor officieren. Ook gaf professor [C.] toe dat hij op de hoogte is van 42 onder het tapijt geschoven RVS-doden in Rusland. (…)

In ieder geval, ik ga geen cent uitgeven aan deze schandalige rechtszaak. Laat de rechter maar een spreekverbod opleggen en dan hebben we het bewijs hoe met een schijnheilig requisitoir en een spreekverbod de 55e dode de doofpot ingaat."

2.14.

[gedaagde1] heeft zijn lidmaatschap van NACE bij voornoemde email van 29 mei 2016 opgezegd, waardoor het lidmaatschap per die datum is beëindigd.

2.15.

Bij email van 30 mei 2016 heeft [gedaagde1] de onder 2.13 geciteerde email doorgestuurd aan 19 personen, leden van NACE en derden, en daarbij onder meer vermeld:

"Mensen, hierbij mijn reactie op een meest achterbakse dagvaarding van NACE. Ze willen mijn identiteit stelen op een civielrechtelijke manier (…)

Nou, dat is ze niet gelukt, want mochten ze een spreekverbod opleggen, dan publiceer ik dat onmiddellijk samen met onderstaande reactie op die meer dan schofterige dagvaarding."

3 Het geschil

3.1.

NACE vordert - na vermindering van eis ter zitting - bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad

primair:

[gedaagden] te veroordelen de door hem tegen NACE en haar leden, in het bijzonder [C.], gevoerde lastercampagne te staken en gestaakt te houden;

[gedaagden] met onmiddellijke ingang te verbieden leden van NACE op enigerlei wijze - schriftelijk, per e-mail, via social media, telefonisch of anderszins - te benaderen met negatieve en/of onwaarachtige berichtgeving over leden van NACE of NACE zelf, in het bijzonder berichtgeving over of in verband meta. de afzetting van [gedaagde1] als voorzitter van TG 498, waaronder begrepen de mededeling dat hij zelf als voorzitter is afgetreden;b. [ingetrokken]c. het aanschrijven van LinkedIn door NACE in verband met berichten en publicaties van [gedaagde1] via/op LinkedIn;d. de rol van (leden van) NACE gedurende de periode dat TG 498 actief was;

e. de investeringen die Ironhaven in de ontwikkeling van die conceptnorm (beweerdelijk) heeft gedaan, waaronder de suggestie dat deze aan NACE zouden zijn gedoneerd, enf. de betrokkenheid van (leden van) NACE of de verantwoordelijkheid van (leden van) NACE voor de Ongevallen;

3. [gedaagden] met onmiddellijke ingang te verbieden in het openbaar of jegens derden op enigerlei wijze - schriftelijk, per e-mail, via social media, telefonisch of anderszins - op een negatieve wijze over NACE en haar leden uit te laten, in het bijzonder over of in verband meta. de afzetting van [gedaagde1] als voorzitter van TG 498, waaronder begrepen de mededeling dat hij zelf als voorzitter is afgetreden;b. [ingetrokken]c. het aanschrijven van LinkedIn door NACE in verband met berichten en publicaties van [gedaagde1] via/op LinkedIn;d. de rol van (leden van) NACE gedurende de periode dat TG 498 actief was;

e. de investeringen die Ironhaven in de ontwikkeling van die conceptnorm (beweerdelijk) heeft gedaan, waaronder de suggestie dat deze aan NACE zouden zijn gedoneerd, enf. de betrokkenheid van (leden van) NACE of de verantwoordelijkheid van (leden van) NACE voor de Ongevallen;

4. [gedaagden] met onmiddellijke ingang te verbieden zich in alle correspondentie met derden op enigerlei wijze voor te doen of uit te geven als vertegenwoordiger van NACE, in het bijzonder als voorzitter van TG 498;

5. [gedaagden] te veroordelen zich te onthouden van het publiceren of commercieel verhandelen van een (concept)norm, voor zover daarbij op enigerlei wijze de suggestie wordt gedaan dat deze onder verantwoordelijkheid, althans met toestemming of medewerking van NACE tot stand is gekomen;

6. [gedaagden] te veroordelen tot betaling van een dwangsom van € 1.000,00 per keer dat hij zich niet aan de onder 1 en 5 gevorderde veroordelingen houden dan wel voor iedere keer dat hij de onder 2 tot en met 4 gevorderde verboden overtreden, met een maximum van € 100.000,00;

subsidiair

7. een zodanige voorziening te treffen als in goede justitie voorkomt;

primair en subsidiair

8. [gedaagden] hoofdelijk te veroordelen in de kosten van de procedure en de nakosten.

3.2.

NACE legt aan haar vorderingen in de eerste plaats ten grondslag dat [gedaagde1] jegens haar en haar leden onrechtmatig handelt door haar leden voortdurend en tegen hun zin te bestoken met ongewenste berichten waarin allerlei ongefundeerde en onterechte beschuldigingen aan het adres van (leden van) NACE worden geuit. NACE vermoedt dat de reden voor de tegen haar door [gedaagde1] gevoerde lastercampagne voornamelijk of zelfs uitsluitend van financiële aard is en stelt een dergelijke poging tot chantage niet te hoeven tolereren. NACE stelt er voorts belang bij te hebben dat [gedaagde1] zijn negatieve berichtgeving over NACE jegens derden staakt, omdat dit schade kan toebrengen aan haar reputatie. In de aanloop naar deze procedure zijn diverse personen en instellingen, waaronder NEN, volgens NACE stelselmatig bestookt met emails, berichten via LinkedIn en sms-berichten. Het gedrag van [gedaagde1] is disproportioneel en onrechtmatig, aldus NACE.

Mede ter bescherming van deze reputatie wil NACE niet dat [gedaagde1] haar als voorzitter van TG 498 of op enige andere wijze nog vertegenwoordigt. NACE wenst verder niet dat haar naam op enigerlei wijze wordt verbonden aan de door [gedaagde1] inmiddels gepubliceerde norm.

De vorderingen zijn ook ingesteld tegen Ironhaven, nu [gedaagde1] zijn berichten mede namens Ironhaven ondertekent, Ironhaven de beweerdelijke investeringen in de ontwikkeling van de conceptnorm heeft gedaan en [gedaagde1] bij gebreke van een veroordeling ten laste van Ironhaven eenvoudig zou kunnen bewerkstelligen dat de lastercampagne uitsluitend op naam van Ironhaven wordt voortgezet, aldus nog steeds NACE.

3.3.

[gedaagden] voert verweer. Hij stelt zich op het standpunt dat zijn ontheffing uit het voorzitterschap van TG 498 onrechtmatig was en dat de aangevoerde reden, te weten klachten over zijn functioneren als voorzitter, niet de echte reden was. [gedaagde1] wenst eerherstel en beperking van de schadelijke gevolgen die de ontheffing voor hem hebben.

[gedaagde1] stelt zich reeds jarenlang op het standpunt dat het gebruik van roestvrijstaal als bevestigingsmateriaal in binnenzwembaden gevaarlijk is. Hij is van mening dat [C.], als exponent van de Duitse staalindustrie, het stemproces over de concept-norm ter zake van bevestigingssystemen in binnenzwembaden tijdens de NACE-conventie in maart 2015 heeft gesaboteerd en dat NACE door [gedaagde1] af te zetten als voorzitter van TG 498 heeft bijgedragen aan het 'onder het tapijt schuiven' van de ongevallen.

3.4.

Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4 De beoordeling

4.1.

In het onderhavige geschil staan twee, ieder voor zich hoogwaardige, rechten tegenover elkaar, te weten enerzijds het recht van NACE op bescherming van de goede naam van haar organisatie tegen lichtvaardig gepubliceerde beschuldigingen en anderzijds de vrijheid van meningsuiting van [gedaagden] Welk van deze rechten in een gegeven geval de doorslag behoort te geven, hangt af van de in onderling verband te beschouwen omstandigheden, waaronder de aard van de gepubliceerde beschuldigingen, de ernst van de te verwachten gevolgen voor degene op wie die beschuldigingen betrekking hebben, de ernst van de misstand welke de publicatie aan de kaak beoogt te stellen, de mate waarin ten tijde van de publicatie de beschuldigingen steun vonden in het toen beschikbare feitenmateriaal en de inkleding van de beschuldigingen (Hoge Raad 24 juni 1983, ECLI:NL:HR:1983:AD2221). Bij de afweging komt in beginsel geen voorrang toe aan één van voornoemde rechten. Het voorgaande leidt ertoe dat de toetsing in één keer dient te geschieden waarbij het oordeel dat een van beide rechten, gelet op alle ter zake dienende omstandigheden, zwaarder weegt dan het andere recht, meebrengt dat daarmee de inbreuk op het andere recht voldoet aan de noodzakelijkheidstoets van het tweede lid van artikel 10 EVRM, dan wel het tweede lid van artikel 8 EVRM (Hoge Raad 18 december 2015, ECLI:NL:HR:2015:3627).

4.2.

De uitlatingen van [gedaagden] hebben met name betrekking op een viertal onderwerpen, te weten

het ontheffen van [gedaagde1] uit zijn functie als voorzitter van TG 498

de vraag of NACE de ontwikkeling van een nieuwe norm heeft tegengehouden onder invloed van de lobby van de Duitse roestvrijstaal-industrie

de verantwoordelijkheid van NACE voor de ongevallen

de (verdere) ontwikkeling van de veiligheidsnorm door [gedaagde1] en de investeringen van Ironhaven daarin

Deze onderwerpen zullen hierna achtereenvolgens met inachtneming van het hiervoor onder 4.1 genoemde toetsingskader worden beoordeeld.

(1) het ontheffen van [gedaagde1] uit zijn functie als voorzitter van TG 498

4.3.

Vast staat dat [gedaagde1] op 8 november 2015 door NACE is ontheven uit het voorzitterschap van TG 498 en dat [gedaagde1] die ontheffing als onrechtvaardig en onrechtmatig ervaart. Vast staat ook dat [gedaagde1] tot op heden geen vordering in rechte tegen NACE heeft ingesteld om de ontheffing op rechtmatigheid te laten toetsen en daarbij indien gewenst eerherstel en/of schadevergoeding te vorderen. Integendeel, blijkens de onder 2.10 geciteerde email heeft [gedaagde1] zich kennelijk inmiddels alsnog (min of meer) bij de ontheffing neergelegd.

4.4.

De gedingstukken en het verhandelde ter zitting bieden de voorzieningenrechter geen aanknopingspunten om aan te nemen dat de door NACE aan de ontheffing ten grondslag gelegde reden - te weten: de wijze waarop [gedaagde1] invulling gaf aan zijn voorzitterschap en de klachten daarover van leden van TG 498 en NEN - niet de daadwerkelijke reden is geweest waarom NACE [gedaagde1] niet langer als voorzitter van TG 498 wilde handhaven. Dat [gedaagde1] niet bereid was te luisteren naar de opvattingen en ideeën van leden van TG 498 voor zover die niet in overeenstemming waren met die van hem, zoals NACE stelt, acht de voorzieningenrechter niet onvoorstelbaar of onaannemelijk, gezien de vasthoudendheid en de vastberadenheid waarmee [gedaagde1] zich al jarenlang met hart en ziel inzet voor de ontwikkeling van de door hem gewenste veiligheidsnorm, welke vasthoudendheid en vastberadenheid ook spreekt uit de onder de feiten weergegeven uitingen van [gedaagde1] en uit zijn optreden ter zitting.

Dat [gedaagde1] in werkelijkheid uit het voorzitterschap is gezet onder invloed van de Duitse staalindustrie (die het niet in haar belang acht wanneer algemeen wordt aanvaard dat gebruik van roestvrijstaal in binnenzwembaden gevaarlijk is), zoals [gedaagde1] betoogt, is door hem niet met concrete feiten of omstandigheden onderbouwd en berust daarmee kennelijk louter op zijn eigen interpretatie van de gang van zaken en/of op speculatie van zijn kant. De door [gedaagde1] telkens weer in ongenuanceerde bewoordingen geuite suggestie dat NACE haar keuzes en handelingen laat bepalen door de wensen van de Duitse staalindustrie en dat zij daarom 'TG 498 hebben opgeblazen' is ernstig van aard en zonder meer schadelijk voor de goede naam van NACE. Het belang van NACE om verstoken te blijven van deze ongefundeerde aantijgingen aan haar adres en aan dat van haar leden dient dan ook zwaarder te wegen dan de vrijheid van meningsuiting van [gedaagde1].

4.5.

[gedaagde1] wenst dat zijn ontheffing uit het voorzitterschap alsnog geacht wordt te hebben plaatsgehad op zijn eigen verzoek en dat zowel NACE als hijzelf zich aldus over het einde van zijn voorzitterschap van TG 498 zullen uiten. [gedaagden] wijst er in dit verband op dat hij voor het verrichten van zijn werkzaamheden met enige regelmaat zaken doet met personen en ondernemingen die lid zijn van NACE en dat hij door de ontheffing op zijn beurt reputatieschade heeft opgelopen. NACE heeft ter zitting expliciet bevestigd dat de reden voor de ontheffing niet gelegen was in (een gebrek aan) de deskundigheid van [gedaagde1] op zijn vakgebied, maar uitsluitend in de wijze waarop hij zijn voorzitterschap vorm gaf.

De voorzieningenrechter geeft partijen onder deze omstandigheden dringend in overweging om over wijze van berichtgeving over de ontheffing van [gedaagde1] in overleg te treden, waarbij - gelet ook op de belangen van [gedaagden] - goed voorstelbaar is dat afgesproken wordt dat naar de buitenwereld (binnen en buiten NACE) zal worden gecommuniceerd dat de ontheffing heeft plaatsgehad op neutrale gronden.

Zolang een dergelijke afspraak niet is gemaakt, staat het [gedaagde1] echter niet vrij om - in strijd met de waarheid - aan NACE-leden, derden of in het openbaar te berichten dat zijn voorzitterschap van TG 498 op eigen verzoek of in goed overleg is beëindigd.

(2) de vraag of NACE de ontwikkeling van een nieuwe norm heeft tegengehouden onder invloed van de lobby van de Duitse roestvrijstaal-industrie

4.6.

[gedaagde1] is ervan overtuigd dat NACE onder invloed van de Duitse roestvrijstaal-industrie de binnen TG 498 in ontwikkeling zijnde veiligheidsnorm heeft tegengehouden. Hij uit die overtuiging op stellige wijze en in ongenuaceerde bewoordingen, waarbij hij veelvuldig beschuldigingen als feit presenteert. Zo spreekt [gedaagde1] in zijn berichten onder meer van 'sabotage door [C.] en NACE', 'het opblazen van TG 498' en het enkel handelen 'for the prestige of stainless steel'. Van enige feitelijke grondslag voor deze beschuldigingen is echter niet gebleken. De enkele omstandigheid dat [C.] op de NACE-conventie in maart 2015 tegen vaststelling van de door [gedaagde1] geschreven veiligheidsnorm heeft gestemd is daarvoor onvoldoende. De stelling van [gedaagde1] dat [C.] zichzelf als lid van TG 498 heeft benoemd en aan hem om die reden in 2015 helemaal geen stemrecht toekwam, maakt dit - wat daar verder ook van zij - niet anders. In de door [gedaagde1] overgelegde notulen van de vergadering van TG 498 van 9 maart 2014 staat [C.] reeds als lid van de werkgroep vermeld en [gedaagde1] heeft ter zitting verklaard dat [C.] een paar maanden na Orlando (vergadering TG 498 in maart 2013) 'ineens op de lijst' stond. Als de toetreding van [C.] tot de werkgroep niet op regelmatige wijze heeft plaatsgehad, had [gedaagde1] als voorzitter van de werkgroep daartegen op dat moment of binnen afzienbare tijd daarna bij het daartoe geëigende orgaan binnen NACE moeten protesteren. Gesteld noch gebleken is echter dat hij dat heeft gedaan.

De voorzieningenrechter acht deze ernstige, maar ongefundeerde, beschuldigingen aan het adres van NACE en haar lid [C.] (voorzitter van NACE Europe en lid van de Raad van Bestuur van NACE) zeer schadelijk voor de reputatie van NACE. De voorzieningenrechter is alle omstandigheden afwegende dan ook van oordeel dat het recht van NACE op bescherming van de goede naam van haar organisatie in dit geval moet prevaleren boven het recht van [gedaagde1] op diens vrijheid van meningsuiting.

(3) de verantwoordelijkheid van NACE voor de ongevallen

4.7.

In zijn uitingen stelt [gedaagde1] veelvuldig dat NACE, [C.] en 'his German friends' de doden en gewonden die gevallen zijn bij eerdere zwembadongelukken 'onder het tapijt vegen' 'to cover themselves up'. Daarmee wekt [gedaagde1] op zijn minst de suggestie dat NACE en/of [C.] op enige wijze verantwoordelijk zijn voor of betrokken zijn bij de oorzaak van deze ongevallen.

4.8.

In zijn handelwijze en uitingen geeft [gedaagde1] blijk van een zeer sterke betrokkenheid bij de slachtoffers van de ongevallen en maakt hij zich hard om dergelijke ongevallen in de toekomst te voorkomen. Dat is op zichzelf te prijzen.

Het staat [gedaagde1] dan ook zonder meer vrij om de (wenselijkheid van) toepassing van roestvrijstaal in binnenzwembaden ter discussie te stellen en daarover in correspondentie met NACE-leden of derden of in de openbaarheid een redelijk debat te voeren. Door de veelheid aan berichten en de ongenuanceerde woordkeuze daarin is in het onderhavige geval echter geen sprake meer van objectieve berichtgeving of persoonlijke mening, maar veeleer van een persoonlijke missie van [gedaagde1] tegen (onder meer) NACE. Daarbij is [gedaagde1] de grenzen van het redelijke debat uit het oog verloren en tast hij de privacy van de betrokken NACE-leden en anderen aan door hen een niet aflatende stroom van berichten ongevraagd toe te (blijven) zenden.

4.9.

Voor de suggestie dat NACE en/of [C.] op enige wijze verantwoordelijkheid dragen voor of betrokken zijn bij de oorzaak van deze ongevallen, is in het voorhanden zijnde feitenmateriaal geen enkel aanknopingspunt te vinden. Gesteld noch gebleken is dat NACE betrokken is geweest bij de onderzoeken die zijn verricht naar de toedracht en oorzaak van de diverse ongevallen en de daaruit getrokken conclusies, noch zijn anderszins feiten of omstandigheden gesteld of gebleken die de gewekte suggestie kunnen ondersteunen. Deze door [gedaagde1] gewekte suggestie acht de voorzieningenrechter zeer ernstig van aard en aannemelijk is dat deze uitermate schadelijk is voor de goede naam van NACE en [C.]. Het belang van NACE om verschoond te blijven van deze ongefundeerde beschuldigingen aan haar adres en aan dat van haar bestuurslid [C.] dient naar het oordeel van de voorzieningenrechter in casu ook op dit punt zwaarder te wegen dan de vrijheid van meningsuiting van [gedaagde1].

(4) de (verdere) ontwikkeling van de veiligheidsnorm door [gedaagde1] en de investeringen van Ironhaven daarin

4.10.

Ter zitting is gebleken dat [gedaagden] inmiddels een veiligheidsnorm heeft uitgebracht onder de naam 'MIS 1202-2016', die (zo heeft [gedaagde1] ter zitting verklaard) qua inhoud gelijk is aan de eerder door [gedaagde1] voor TG 498 geschreven concept-norm. NACE heeft ter zitting voorgelezen uit de zeer recent op de website van Ironhaven gepubliceerde inleiding bij deze norm. De tekst van de norm zelf is (nog) niet op internet beschikbaar. Uit het voorgelezen gedeelte is de voorzieningenrechter gebleken dat in de inleiding bij de norm de suggestie wordt gewekt dat NACE aan de totstandkoming van deze norm heeft meegewerkt en dat NACE de inhoud van de norm kent en ondersteunt. NACE betwist de inhoud van de door [gedaagden] uitgebrachte norm te kennen en wenst op geen enkele manier met de inhoud van die norm of de totstandkoming daarvan te worden geassocieerd, nu het gaat om een norm die niet overeenkomstig haar procedures tot stand is gekomen. [gedaagde1] brengt daartegen in dat hij in genoemde inleiding (en ook anderszins) wil kunnen melden dat hij in 2014, dus toen hij voorzitter was van TG 498, de concept-norm in de stand waarin die norm zich op dat moment bevond aan de NACE Steering Committee Stainless Steel heeft gepresenteerd en dat de reactie van de Committee daarop positief was. Voor het overige is hij bereid om de inleiding aan te passen, zodanig dat de naam van NACE daarin (verder) niet voor komt.

4.11.

Vast staat dat het in TG 498 niet tot vaststelling van een norm is gekomen. De norm die door [gedaagde1] verder is ontwikkeld en inmiddels kennelijk is uitgebracht, is (uitsluitend) onder zijn verantwoordelijkheid tot stand gebracht. De vermelding in de bij deze norm behorende inleiding dat NACE aan de totstandkoming van deze norm heeft meegewerkt en dat NACE de inhoud van de norm kent en ondersteunt, is dan ook feitelijk niet juist. NACE vordert om die reden terecht dat [gedaagde1] wordt verboden de suggestie te wekken dat dit anders is. Met [gedaagde1] acht de voorzieningenrechter het wel toegestaan dat hij in zijn uitlatingen beschrijvingen geeft van feitelijke en objectieve aard, waaronder bijvoorbeeld een beschrijving van zijn werkzaamheden, presentaties en dergelijke in de tijd dat hij aan NACE was verbonden.

4.12.

Wat betreft de investeringen die Ironhaven in de ontwikkeling van de norm heeft gedaan, naar zeggen van [gedaagden] gaat het om een bedrag van € 100.000, geldt dat gesteld noch gebleken is dat deze op enigerlei wijze ten goede zijn gekomen aan NACE. De norm wordt nu gepubliceerd en/of commercieel verhandeld door [gedaagden] en de daarin gedane investeringen worden dan ook door [gedaagden] gedragen. Het is [gedaagden] om die reden niet toegestaan om in uitlatingen de suggestie te wekken dat de door Ironhaven geïnvesteerde gelden aan NACE zijn gedoneerd, nu dit feitelijk niet zo is. NACE accepteert, naar zij onweersproken heeft gesteld, geen donaties van leden, juist om elke schijn van partijdigheid of afhankelijkheid te vermijden. NACE heeft dan ook een gerechtvaardigd belang bij haar vordering [gedaagde1] te verbieden andersluidende uitlatingen te doen.

toewijsbaarheid van de vorderingen

4.13.

De handelwijze van [gedaagde1] rechtvaardigt een algemeen geformuleerd verbod. De voorzieningenrechter zal de vorderingen onder 1 tot en met 5 daarom toewijzen als hierna vermeld. Teneinde eventuele executiegeschillen te voorkomen, zal de voorzieningenrechter de omschrijving van de te verbieden uitingen waar nodig verduidelijken. De vorderingen onder 2c en 3c worden afgewezen, nu niet is gebleken en ook niet nader is gesteld door NACE dat [gedaagde1] op dit punt (ontoelaatbare) uitlatingen heeft gedaan. De vorderingen zullen tegen [gedaagde1] en Ironhaven worden toegewezen, nu [gedaagde1] zijn gewraakte uitlatingen tot op heden zowel op eigen naam als namens Ironhaven heeft gedaan.

4.14.

Ter zitting heeft [gedaagde1] verklaard dat hij begrijpt dat zijn uitlatingen door NACE en de betreffende leden van NACE als overlast worden ervaren en dat hij bereid is daarmee te stoppen. Dit is geen reden om anders over de vorderingen te oordelen dan hiervoor is weergegeven, omdat de voorzieningenrechter er - gezien de vasthoudende opstelling van [gedaagde1], alsmede zijn in aanloop naar de zitting verzonden email (2.15) - niet van overtuigd is dat [gedaagde1] deze toezegging onverkort zal nakomen. De gevorderde dwangsom zal, als prikkel tot nakoming, dan ook worden toegewezen.

4.15.

[gedaagde1] zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van NACE worden begroot op:

- dagvaarding € 101,25

- griffierecht 619,00

- salaris advocaat 816,00

Totaal € 1.536,25

Voorts zijn de gevorderde nakosten toewijsbaar.

5 De beslissing

De voorzieningenrechter

5.1.

verbiedt [gedaagden] jegens NACE-leden, derden en/of in het openbaar uitingen te doen waarin zonder verwijzing naar een vaststelling in rechte of een tussen partijen gemaakte afspraak wordt medegedeeld of gesuggereerd dat:

a. zijn ontheffing uit het voorzitterschap van TG 498 onrechtmatig is

b. zijn voorzitterschap van TG 498 op eigen verzoek of in goed overleg is beëindigd

c. hij gerechtigd is NACE, al dan niet als voorzitter van TG 498, te vertegenwoordigen

d. NACE en/of [C.], al dan niet onder invloed van de (lobby van de) Duitse roestvrijstaal-industrie, de binnen TG 498 in ontwikkeling zijnde veiligheidsnorm hebben tegengehouden

e. NACE en/of [C.] op enige wijze verantwoordelijkheid dragen voor of betrokken zijn bij de oorzaak van de ongevallen

f. de door [gedaagde1] uitgebrachte norm MIS 1202-2016 onder verantwoordelijkheid, althans met toestemming of medewerking van NACE tot stand is gekomen en/of dat NACE de inhoud van de norm ondersteunt

g. de door Ironhaven in de ontwikkeling van genoemde veiligheidsnorm gedane investeringen aan NACE zijn gedoneerd,

5.2.

veroordeelt [gedaagden] om aan NACE een dwangsom te betalen van € 1.000,- voor iedere dag dat hij niet aan (enig onderdeel van) de in 5.1 uitgesproken hoofdveroordeling voldoet, tot een maximum van € 100.000,- is bereikt,

5.3.

veroordeelt [gedaagden] hoofdelijk, zodat indien en voor zover de één betaalt ook de ander zal zijn bevrijd, in de proceskosten, aan de zijde van NACE tot op heden begroot op € 1.536,25,

5.4.

veroordeelt [gedaagden] hoofdelijk, zodat indien en voor zover de één betaalt ook de ander zal zijn bevrijd, in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 131,00 aan salaris advocaat, te vermeerderen, onder de voorwaarde dat [gedaagde1] niet binnen 14 dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden, met een bedrag van € 68,00 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van de uitspraak,

5.5.

verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,

5.6.

wijst het meer of anders gevorderde af.

Dit vonnis is gewezen door mr. E. Jochem en in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier op 19 juli 2016.

Conc.: 213


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Gerelateerde advocaten

Gerelateerde advocatenkantoren

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature