E-mail deze uitspraak

Uitspraak waar naar gelinkt wordt vanuit de e-mail die gestuurd zal worden:

ECLI:NL:RBNHO:2016:1922
Rechtbank Noord-Holland, AWB - 15 _ 2354

Inhoudsindicatie:

Pw. Intrekking, terugvordering en afwijzing nieuwe aanvraag. In een officieel eigendomsregister in Turkije staan onroerende zaken op naam van eisers. Eisers zijn er niet in geslaagd aannemelijk te maken dat deze zaken geen bestanddeel vormen van het vermogen waarover zij daadwerkelijk beschikken of redelijkerwijs kunnen beschikken. Eisers hebben de inlichtingenplicht geschonden. Ook zijn eisers er niet in geslaagd aannemelijk te maken dat zij, indien zij wel aan de inlichtingenplicht zouden hebben voldaan, over de te beoordelen periode recht op bijstand zouden hebben gehad. In de rapporten van de door eisers ingeschakelde taxateur wordt (onder meer) niet toegelicht op welke wijze deze taxateur tot een lagere waardering van het onroerend goed is gekomen dan de taxateur van het IBF of op grond waarvan het rapport van IBF onzorgvuldig tot stand zou zijn gekomen en niet deugdelijk zou zijn. De taxatie van eisers vormt een onvoldoende gemotiveerde betwisting van de juistheid van de zienswijze van de taxateur van IBF. Verweerder beschikte in 2014 over een waardering van de onroerende zaken per medio 2013, die, op dat moment, de vermogensgrens overschreed. Over eventuele uit deze onroerende zaken voorvloeiende inkomsten zijn geen gegevens bekend. Verder zijn er aanwijzingen dat eisers de onroerende zaken medio 2013 (deels) hebben overgedragen. Over de grondslag van en eventuele financiële tegenprestaties voor de overdracht(en) bestaat evenmin duidelijkheid. Het recht op bijstand is onder deze omstandigheden over de periode 2012 tot en met 2014 niet vast te stellen. Verweerder was dan ook bevoegd om de bijstand wegens schending van de inlichtingenplicht in te trekken en te beëindigen. Voor de terugvordering geldt het recht van het moment van ontstaan van de vordering. De vordering is ontstaan op het moment van het terugvorderingsbesluit; in dit geval in 2014. Dit betekent dat verweerder gehouden was om de ten onrechte verstrekte bijstand terug te vorderen. Voor een belangenafweging, zoals voor 2013 gold, was geen ruimte. De afwijzing van de nieuwe aanvraag van eisers is niet voldoende gemotiveerd. De enkele verwijzing naar de beëindiging van de bijstand is onvoldoende nu, gelet op in ieder geval de toegenomen schulden van eisers, sprake is van gewijzigde omstandigheden ten opzichte van de beëindiging. Omdat eisers nog altijd onvoldoende informatie hebben verstrekt om het recht op bijstand vast te kunnen stellen worden de rechtsgevolgen in stand gelaten. Het beroep tegen het de intrekking en terugvordering wordt ongegrond verklaard, het beroep tegen de afwijzing van de aanvraag wordt gegrond verklaard en de afwijzing wordt vernietigd met gedeeltelijke in stand lating van de rechtsgevolgen.

Van


Aan


Opmerkingen (optioneel)


E-mail

Terug

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie